1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. [eiser] is ontwerper van dames- en herenschoenen. De producten van [eiser]
worden in binnen- en buitenland, waaronder Japan, Italië en de Verenigde Staten te koop aangeboden. [eiser] heeft thans een overzichtstentoonstelling van zijn werk in Japan. Hij doceert aan opleidingsinstituten over de gehele wereld, waaronder de Arsutoria Ars Arpel school te Milaan, de Bunka Academy en het Hiko Mizuno College te Tokio.
b. [gedaagden] is holdingmaatschappij en hoofdvestiging van het gelijknamige mode en parfum
concern.
c. [eiser] heeft in 1994 een schoen ontworpen (de “Tutti Piedi”), die als het ware is gevouwen uit één stuk leer. De schoen heeft een minimum aan stiksels, drie plooien aan elke zijkant, vijf plooien aan de bovenkant en een vetersluiting, waarbij één lange veter door de rond de plooien aangebrachte gaatjes van boven naar beneden wordt geregen. Op de zool van de schoen staat [eiser].
d. [gedaagden] heeft een schoen op de markt gebracht, eveneens gevouwen uit één stuk leer, met
drie plooien aan weerszijden, vijf plooien aan de bovenkant en een geregen vetersluiting volgens hetzelfde principe als de onder c genoemde schoen van [eiser]. In en op de zool van deze schoen staat [gedaagden].
e. In het tijdschrift “MAN” van 2005-4 staat een advertentie voor [gedaagden]-geuren. In deze
advertentie staat een foto van een man, met als onderschrift :
“[gedaagden] de essentie van succes WALK OF STYLE Na Hollywood te hebben aangekleed introduceert [gedaagden] een volledige geurgarderobe.” De man op de foto draagt schoenen volgens het onder c en d omschreven ontwerp. Het tijdschrift MAN bestaat inmiddels niet meer. Het laatste nummer was nummer 2005-5.
f. In een advertentie op de omslag op de achterzijde van het Italiaanse tijdschrift L’UOMO VOGUE, editie juni 2005 (361) waarboven [gedaagden] staat, is eveneens een man op een foto afgebeeld met soortgelijke schoenen als de onder e genoemde.
g. [eiser] heeft een derde foto overgelegd waarop een man is afgebeeld met soortgelijke
schoenen als beschreven in c en d, op welke foto “[gedaagden], walk of style” is vermeld. Volgens [eiser] maakt deze foto deel uit van een flyer die aan het winkelende publiek werd uitgedeeld in De Bijenkorf te Amsterdam. Ook heeft [eiser] foto’s overgelegd van afbeeldingen van de schoen met de naam [gedaagden], welke in een winkel in Japan zouden zijn aangetroffen.
h. Bij brieven van 7 en 8 juni 2005 heeft de raadsman van [eiser] aan [gedaagden] meegedeeld dat deze door het te koop aanbieden en in advertenties gebruiken van (nabootsingen van) de door [eiser] ontworpen schoenen, inbreuk maakt op diens auteursrecht en hem schade berokkent. In deze brief is [gedaagden] gesommeerd om de inbreuk te staken en gestaakt te houden, verzocht om informatie over het aantal geproduceerde en te koop aangeboden schoenen, alsmede over het gebruik van afbeeldingen daarvan, en gevraagd om een zogenoemde “Onthoudingsverklaring” te ondertekenen en terug te sturen. [gedaagden] is verzocht om vóór 15 juni 2005 te reageren.
i. Bij fax van 27 juni 2005 heeft de Italiaanse raadsvrouw van [gedaagden] onder meer het volgende meegedeeld:
“ The contested shoes were produced in a very small quantity
Moreover that model is not included in our cliënt’s next collections.”
j. Bij brief van 29 juni 2005 heeft de raadsman van [eiser] in reactie op de onder i genoemd fax [e[gedaagden] nogmaals gesommeerd de inbreuken te staken en een rectificatie te publiceren, inhoudend dat de door [e[gedaagden] afgebeelde schoenen een onrechtmatige nabootsing zijn van een origineel ontwerp van [eiser].
k. Bij brief van 6 juli 2005 heeft de raadsman van [eiser] refererend aan een telefoongesprek van die dag betreffende een mogelijke minnelijke regeling van de onderhavige kwestie, de raadsvrouwe van [gedaagden] meegedeeld dat [eiser] in de eerste plaats een passende rectificatie wenst en een kort geding aan het voorbereiden is, waarvan dat mede de inzet zal zijn.
l. In een overzicht van de collectie van [eiser] over de periode van 1961 tot 1996 is de in het geding zijnde schoen - in de kleur rood - afgebeeld bij het jaar 1994.
m. In de maand augustus 2005 hebben in diverse kranten, tijdschriften en op Internet
publicaties gestaan over de door [eiser] tegen [gedaagden] aan te spannen procedure. In een bericht van het ANP van 3 augustus 2005 staat onder meer:
“De Italiaanse modekoning heeft volgens hem een ontwerp van de Amsterdammer gekopieerd. [eiser] wil dat [gedaagden] dat erkent. Het gaat om een heel eenvoudige schoen. “Het is bijna geen schoen”, zegt [eiser] daar zelf over. “De schoen is gemaakt uit een stuk leer en wordt door een veter bij elkaar getrokken.”
n. In een e-mail van 7 september 2005 heeft de Italiaanse raadsvrouw van [gedaagden] vermeld dat volgens informatie van de uitgever van Vogue Italia in Nederland 1100 exemplaren van het mei/juninummer van L’Uomo Vogue zijn verspreid.
o. Bij brief van 8 september 2005 heeft de Italiaanse raadsvrouw van [e[gedaagden] aan diens
Nederlandse raadsman meegedeeld dat het Italiaanse recht auteursrechtelijke bescherming biedt aan onder meer “industrial design works that show creative character and artistic value.” Deze brief bevat verder de volgende passages:
“According to Italian jurisprudence, this artistic value is represented by the originality of the work in itself. Due to this legislation [eiser] shoe could hardly be protected in Italy, lacking both artistic value and creative character.”
p. In het boek “Footwear of the Middle Ages” van [schrijver1] zijn schoenen afgebeeld die rond de tiende eeuw in Ierland en Schotland hebben bestaan, de “Irish Slipper” en de “Drumacoon Bog shoe” die ook uit één stuk leer zijn gemaakt en met een veter in het midden van de schoen bijeen worden gehouden. Ook in het boek “Shoes, The Complete Sourcebook” van [schrijver2], over schoenen door de eeuwen heen, staan afbeeldingen van daarop gelijkende schoenen.