H.05.0231 / 307834
(AV)
17 augustus 2005
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
EERSTE ENKELVOUDIGE CIVIELE KAMER
VONNIS
1. de besloten vennootschap BAOLIVAR B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
2. de besloten vennootschap DUTCH FRESH FOOD B.V.,
gevestigd te Valkenswaard,
3. A,
wonende te ( woonplaats ),
e i s e r s bij dagvaarding van 24 december 2004,
procureur mr. B.J.H. Crans,
de besloten vennootschap UITGEVERSMAATSCHAPPIJ DE TELEGRAAF B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
g e d a a g d e,
procureur mr. K. Gilhuis.
Eisers worden gezamenlijk met eisers aangeduid danwel afzonderlijk met Baolivar, Dutch Fresh Food en A. Gedaagde wordt hierna de Telegraaf genoemd.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
- dagvaarding, met bewijsstukken;
- akte van 2 februari 2005 van de zijde van eisers;
- conclusie van antwoord, met bewijsstukken;
- ambtshalve gewezen tussenvonnis van 30 maart 2005, waarbij een comparitie van partijen is gelast, die op 15 juni 2005 heeft plaatsgevonden en het daarvan opgemaakte proces-verbaal, met de daarin vermelde stukken.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of niet voldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet betwiste inhoud van de overgelegde bewijsstukken, staat in deze zaak het volgende vast:
a. Op de voorpagina van de Telegraaf van 11 maart 2004 is een artikel (hierna: het artikel) verschenen met de volgende kop:
“Miljoenenfraude met illegalen”
Gevolgd door de navolgende intro, eveneens op de voorpagina:
“Het CDA luidt de noodklok over een miljoenenfraude in de tuinbouw, veroorzaakt door een Nederlands bedrijf dat zeker 2500 illegale Poolse werknemers van werk voorziet. Uit vertrouwelijke stukken waar deze krant de hand op heeft gelegd, blijkt dat het bedrijf Dutch Fresh Foodservice in zijn eentje goed is voor 30 procent van de totale illegaliteit in de tuinbouw in Noord-Brabant en Limburg. De fiscus is volgens het CDA de afgelopen tien jaar al zeker 100 miljoen euro aan ontdoken belasting en sociale premies misgelopen.”
Het artikel bevat verder op de voorpagina, onder andere, de volgende alinea:
“In gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt de naam Dutch Fresh Foodservice niet voor te komen. Wel vermeldt het register de onderneming Dutch Fresh Food, gevestigd in Veldhoven. De enige aandeelhouder van die onderneming is de heer A via een bv met de naam Baolivar.”
Vervolgens gaat het artikel op pagina 6 verder met, ondermeer, de volgende tekst:
“Op hetzelfde adres als Baolivar staan verschillende andere bv’s van A. Bij die bedrijven werd gisteren de telefoon niet opgenomen. Dutch Fresh Food wordt gedreven op rekening van B, die gisteravond wél reageerde. Volgens hem heeft zijn onderneming niets met de fraude te maken. Lachend: ,,Wij bevoorraden Chinese restaurants. We zitten in de horeca en hebben geen Poolse klanten of werknemers. Ik heb niks met Polen te maken”, aldus B.
Dutch Fresh Foodservice faciliteert volgens de documenten werk voor circa 2500 illegale Polen in onder meer de coniferenbranche. De rest van het jaar wordt gewerkt in onder meer de aardbei-, champignon- en aspergebranche.”
b. Op 12 maart 2004 heeft de Telegraaf een artikel geplaatst met als kop “Illegale Polen in tuinbouw nauwelijks aan te pakken”. Het slot van het artikel luidt:
“Het bedrijf Dutch Fresh Food uit Veldhoven laat bij monde van een raadsman weten niets met de fraude te maken te hebben en nergens van verdacht te worden. Ook de aan Dutch Fresh Food gelieerde bv Boalivar en de eigenaar daarvan, A, hebben volgens de advocaat niets van doen met de miljoenenfraude met illegalen en worden daar evenmin van verdacht.”
c. In een omkaderd artikel dat op pagina 3 is geplaatst in de Telegraaf van 13 maart 2004 staat:
“Fraude met illegalen
In De Telegraaf van donderdag 11 maart is een artikel verschenen over grootschalige fraude in de tuinbouw. Deze fraude wordt veroorzaakt door duizenden illegalen Polen die in Nederland werken via de organisatie Dutch Fresh Foodservice. D heeft al gezegd de betrokkenen achter deze organisatie ‘op de korrel’ te hebben.
In het artikel worden ook de bedrijven Dutch Fresh Food en Baolivar en de heer A genoemd. Nadrukkelijk wordt gesteld dat deze bedrijven en de heer A niets te maken hebben met de fraude in de tuinbouw of het werken met illegale Poolse arbeiders.
De hoofdredactie”
d. Een brief d.d. 18 maart 2004 die is ondertekend door E, namens Van den Bor Beheersmaatschappij B.V., aan Baolivar B.V. luidt, voor zover relevant:
“Met referte aan de sinds januari j.l. met U gevoerde gesprekken over de aankoop van 50% van de aandelen Dutch Fresh Food B.V., voor de prijs van e.50.000,-- en het gesprek van deze week, moeten wij U tot onze spijt mededelen dat wij gelet op de publicaties van vorige week in het Dagblad De Telegraaf, over vermeende betrokkenheid bij fraude en het werken met illegalen, hiervan af zien.
Ook de toegezegde geldlening per 1 april a.s. van e.50.000,-- kan niet doorgaan.”
e. Eisers hebben een klacht ingediend bij de Raad voor de Journalistiek naar aanleiding van het artikel in de Telegraaf van 11 maart 2004. Bij beslissing van 30 juli 2004 heeft de Raad voor de Journalistiek de klacht van eisers ten dele gegrond geoordeeld.
2.1 Eisers vorderen -naar de rechtbank begrijpt-, bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te verklaren voor recht dat de Telegraaf met haar publicatie op 11 maart 2004 jegens eisers onrechtmatig heeft gehandeld en dat daardoor eisers materiële schade hebben geleden, voorlopig begroot op € 6.392,21 (exclusief B.T.W.), ter nadere verrekening met hetgeen de Telegraaf aan materiële schade, na afwikkeling van de schadestaatprocedure zal blijken verschuldigd te zijn aan eisers. Daarnaast vorderen eisers de Telegraaf te veroordelen aan ieder van eisers te betalen een bedrag groot
€ 25.000,= aan immateriële schade. Tenslotte vorderen eisers de Telegraaf te veroordelen in de kosten van het geding, met de verplichting dat de Telegraaf de nakosten en de wettelijke rente over de vergoeding van materiële schade, immateriële schade en proceskosten verschuldigd zal zijn als zij deze niet binnen 14 dagen na het wijzen van dit vonnis zal hebben betaald.
2.2 Eisers leggen aan hun vordering ten grondslag dat zij door de publicatie van het artikel op een onrechtmatige wijze zijn aangetast in hun eer en goede naam. De stellingen van eisers zullen, voor zover van belang, hierna aan de orde komen.
3.1 Gedaagde heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op haar verweer zal hieronder nader worden ingegaan.
4.1 Voordat de vraag kan worden beantwoord of de Telegraaf onrechtmatig jegens eisers heeft gehandeld, dient eerst te worden onderzocht of eisers door het artikel in de Telegraaf van 11 maart 2004 in hun eer en goede naam zijn aangetast. Indien zulks het geval is, dient het belang van eisers om niet door publicaties te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen te worden afgewogen tegen het belang van de Telegraaf om misstanden die de samenleving raken aan de orde te stellen, zodat deze niet verborgen blijven voor het grote publiek. Welke van deze belangen de doorslag geven, hangt af van de omstandigheden van het geval. Dit geldt ook voor de vervolgens te maken afweging of toewijzing van de vordering in een democratische samenleving noodzakelijk is ter bescherming van de belangen van eisers en of om die reden sprake is van een in artikel 10, tweede lid, van het EVRM toegestane beperking van het recht van de Telegraaf op vrijheid van meningsuiting.
4.2 Nu zowel Baolivar, Dutch Fresh Food als A bij naam zijn genoemd in een artikel dat gaat over fraude, moet worden aangenomen dat eisers in hun eer en goede naam zijn aangetast, zodat thans de vraag aan de orde komt of die aantasting ook onrechtmatig is.
4.3 Het artikel in de Telegraaf van 11 maart 2004 stelt fraude aan de orde die zou zijn gepleegd in de tuinbouw door een Nederlands bedrijf genaamd Dutch Fresh Foodservice. Omdat de naam Dutch Fresh Foodservice niet in de gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt voor te komen wordt in het artikel melding gemaakt van de wel in het register vermelde naam van eiseres sub 2, waarna in de volgende zin de link wordt gelegd met A en de door hem gedreven b.v. Baolivar. Vervolgens wordt op pagina 6 van de Telegraaf gemeld dat op het adres van Baolivar verschillende andere door A gedreven b.v.’s zijn ingeschreven alwaar de telefoon niet werd opgenomen, om daarna te vermelden dat Dutch Fresh Food wordt gedreven op rekening B, die wel de telefoon opnam en heeft gezegd dat Dutch Fresh Food Chinese restaurants bevoorraadt en dus niets te maken heeft met Poolse klanten of werknemers. Vervolgens gaat het artikel verder met een omschrijving van de illegale praktijken van Dutch Fresh Foodservice. Door aldus de namen van eisers te vermelden heeft de Telegraaf eisers in een verdacht licht geplaatst van fraudeleuze praktijken met illegale Poolse werknemers. Aan deze verdachtmaking van eisers heeft de Telegraaf geen ander onderzoek ten grondslag gelegd dan het raadplegen van het handelsregister, terwijl vaststaat dat eisers geen van allen van doen hebben met de in het artikel omschreven illegale praktijken. Door aldus te handelen heeft de Telegraaf eisers blootgesteld aan een lichtvaardige verdachtmaking, zodat de Telegraaf onrechtmatig heeft gehandeld. Een en ander geldt te meer daar het niet vermelden van de namen van eisers aan de nieuwswaarde van het artikel geen afbreuk zou hebben gedaan.
4.4 De enkele omstandigheid dat in het artikel een quote is opgenomen van B, waarin hij zegt dat Dutch Fresh Food niets te maken heeft met Poolse klanten of werknemers, doet niet af aan de onrechtmatige verdachtmaking. Dit citaat is immers opgenomen in een artikel dat in zijn geheel de indruk kan wekken dat Dutch Fresh Food ondanks de ontkenning toch te maken heeft met illegale praktijken, terwijl die insinuatie niet steunt op feitenmateriaal.
4.5 Het artikel in de Telgraaf van 12 maart 2004 neemt de gerezen verdachtmaking van eisers niet weg. In dat artikel wordt gerefereerd aan het artikel van de dag daarvoor om vervolgens D aan het woord te laten die erkent dat de illegale praktijken nauwelijks zijn uit te roeien omdat het bedrijf dat illegale Polen van werk voorziet telkens weer onder een andere naam en een iets andere constructie opduikt. Vervolgens wordt de mening van een tweetal kamerleden vermeld die vinden dat het tijd is voor maatregelen, om tenslotte aan het eind van het artikel een alinea te wijden aan Dutch Fresh Food door te vermelden dat zij, net zoals A en Boalivar, volgens hun raadsman niets te maken heeft met de fraude. Door niet als kaal meningloos feit de betrokkenheid van eisers bij de illegale praktijken te ontkennen, maar dit bij monde van hun raadsman te stellen, wordt de reeds gewekte indruk dat eisers wél betrokken zijn, niet weggenomen, maar eerder versterkt. Pas door het artikel van 13 maart 2004 wordt iedere betrokkenheid van eisers klip en klaar ontkend waardoor de verdachtmaking wordt beëindigd.
4.6 Resteert de vraag of toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht in een democratische samenleving noodzakelijk is in de zin van artikel 10 lid 2 EVRM. De rechtbank beantwoordt deze vraag, mede in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen, bevestigend. Het belang van eisers bij een ongestoorde bedrijfsvoering en het gevrijwaard blijven van aantasting van hun goede naam, dient te worden gekwalificeerd als een dringende maatschappelijke noodzaak in de zin van voornoemd artikel.
4.7 Nu vaststaat dat de Telegraaf onrechtmatig jegens eisers heeft gehandeld dient te worden beoordeeld of, en zo ja in welke mate, eisers door dit onrechtmatig handelen schade hebben geleden.
4.8 Ten aanzien van de gevorderde schade hebben eisers aangevoerd dat kosten zijn gemaakt omdat A op 11 en 12 maart 2004 is afgereisd van Nijmegen naar Veldhoven om aldaar personeel en de media te woord te staan. Daarnaast heeft A verontruste afnemers en relaties gesproken. Voor dit alles begroten eisers een bedrag van € 3.500,= aan arbeidsuren (35 uur à € 100,=), € 275,= aan reiskosten (2 keer Nijmegen-Veldhoven à 115 km en eenmaal Nijmegen-Amsterdam 250 km, tegen een kilometervergoeding van € 0,50) en € 225,= aan telefoon, fax, porti en kopieerkosten. De reiskosten naar Amsterdam zijn gemaakt in verband met de procedure bij de Raad voor de Journalistiek. De kosten van rechtsbijstand in de periode maart 2004/augustus 2004 begroten eisers op € 2.392,21, exclusief B.T.W. Daarnaast heeft Dutch Fresh Food vermogensschade geleden als gevolg van het vastlopen van een cruciale financieringstransactie, waardoor de continuïteit van Dutch Fresh Food ernstig in gevaar is. Hierdoor is de exacte omvang van de geleden materiële schade van Dutch Fresh Food nog niet vast te stellen. Tenslotte stellen eisers immateriële schade te hebben geleden die zij begroten op ieder € 25.000,=.
4.9 De Telegraaf betwist de gestelde schade en voert aan dat de kosten in verband met de werkzaamheden van A, zijnde het te woord staan van pers, personeel, afnemers en relaties, behoren tot de normale bedrijfskosten van een directeur. Bovendien is het volgens de Telegraaf gelet op de gelijkenis tussen de namen van Dutch Fresh Foodservice en Dutch Fresh Food B.V., zeer aannemelijk dat A sowieso, ook zonder dat de namen van eisers in de Telegraaf zouden zijn genoemd, tijd en energie had moeten steken in het praten met personeel, media, afnemers en relaties. Ook de gevorderde kilometervergoeding is volgens de Telegraaf te hoog gelet op de gebruikelijke vergoeding van € 0,27 per kilometer. Voorts betwist de Telegraaf het vastlopen van de beweerdelijke financieringstransactie en het causaal verband met het artikel in de Telegraaf van 11 maart 2004. Tenslotte betwist de Telegraaf de gevorderde immateriële schade. De Telegraaf betoogt dat slechts aan een rechtspersoon met een ideëel doel, die opzettelijk gefrustreerd is bij de verwezenlijking daarvan, in aanmerking komt voor immateriële schadevergoeding.
4.10 Met betrekking tot de reiskosten is de rechtbank van oordeel dat de Telegraaf de reiskosten dient te vergoeden die zijn gemaakt op 11 en 12 maart 2004 voor het reizen van Nijmegen naar Veldhoven. De rechtbank acht het aannemelijk dat A door de publicatie in de Telegraaf zich genoodzaakt zag in Veldhoven werknemers, afnemers, pers en relaties te woord te staan. Aangezien dit is veroorzaakt door het onrechtmatig handelen door de Telegraaf acht de rechtbank zulks niet tot de normale bedrijfskosten van een directeur behoren. De gevorderde kilometervergoeding acht de rechtbank aan de hoge kant. Een vergoeding van € 0,37 per kilometer acht de rechtbank in overeenstemming met de redelijkheid en billijkheid, zodat eisers uit dien hoofde een vergoeding toekomt van 2 x 115 kilometer x € 0,37 = € 85,10. De gevorderde kosten voor de reis Nijmegen-Amsterdam zullen worden afgewezen nu die reis kennelijk verband houdt met de procedure bij de Raad voor de Journalistiek. Dergelijke kosten kunnen niet worden aangemerkt als redelijke kosten in de zin van artikel 6:96 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
4.11 De gevorderde arbeidsurenvergoeding van in totaal € 3.500,= komt de rechtbank aannemelijk en redelijk voor, zodat deze zal worden toegewezen. Zoals hiervoor reeds is overwogen acht de rechtbank de door A verrichte werkzaamheden niet behoren tot de normale bedrijfsvoering. Ook het gevorderde bedrag van € 225,= in verband met telefoon, fax, porti en kopieerkosten zal worden toegewezen omdat de rechtbank voldoende aannemelijk acht dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en dat deze verband houden met het onrechtmatig handelen door de Telegraaf. Derhalve bedraagt de totaal door de Telegraaf aan eisers te vergoeden materiële schadevergoeding tot op heden € 3.810,10.
4.12 De gevorderde kosten van rechtsbijstand zullen worden afgewezen. De rechtbank hanteert als uitgangspunt dat het moet gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Hoewel eisers hebben gesteld dat de gevorderde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt, en daarvan ook een omschrijving hebben gegeven, is de rechtbank van oordeel dat de genoemde kosten geen andere zijn dan die ter voorbereiding van de processtukken en ter instructie van de zaak. Voor dergelijke kosten pleegt het bepaalde in de artikelen 237 tot en met 240 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering al een vergoeding in te sluiten. Voorzover in de gevorderde kosten van rechtsbijstand ook de kosten zijn inbegrepen in verband met het voeren van de procedure bij de Raad voor de Journalistiek dienen deze eveneens te worden afgewezen aangezien die kosten niet kunnen worden aangemerkt als redelijke kosten in de zin van artikel 6:96 lid 2 sub b of c van het Burgerlijk Wetboek.
4.13 Ten aanzien van de nog te begroten schade in verband met het vastlopen van een financieringstransactie van Dutch Fresh Food zal de zaak worden verwezen naar de schadestaatprocedure. De rechtbank acht mede gelet op de brief van E van 18 maart 2004, voldoende aannemelijk dat door Dutch Fresh Food enige schade is geleden als gevolg van het terugtrekken van een financier.
4.14 Met betrekking tot de gevorderde immateriële schadevergoeding staat voorop dat ook aan een commerciële onderneming immateriële schadevergoeding kan worden toegekend (zie onder meer EHRM 6 april 2000, NJ 2000, 612). Voorts geldt dat een deel van de door eisers geleden immateriële schade naar billijkheid geacht moet worden te zijn vergoed door de op 13 maart 2004 geplaatste rectificatie. Alle omstandigheden van het onderhavige geval in aanmerking nemend acht de rechtbank een bedrag van in totaal, derhalve tussen eisers te verdelen, van € 1.500,= in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. Hierbij heeft de rechtbank in overweging genomen dat Dutch Fresh Food wordt bestuurd door Baolivar van welke b.v. A directeur en enig aandeelhouder is, zodat eisers feitelijk worden vertegenwoordigd door een en dezelfde persoon, zijnde de heer A.
4.15 Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure ten aanzien van Baolivar en A zal worden afgewezen, nu gesteld noch is gebleken dat zij naast de hiervoor genoemde schade andere vermogensschade hebben geleden.
4.16 De Telegraaf zal, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
- verklaart voor recht dat de Telegraaf met haar publicatie op 11 maart 2004 jegens eisers onrechtmatig heeft gehandeld;
- veroordeelt de Telegraaf te betalen aan eisers een bedrag van € 5.310,10 (VIJFDUIZEND DRIEHONDERD EN TIEN EURO EN TIEN CENT);
- veroordeelt de Telegraaf tot betaling aan Dutch Fresh Food van een schadevergoeding, op te maken bij staat, wegens de schade die Dutch Fresh Food heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het onrechtmatige artikel in de Telegraaf van 11 maart 2004;
- veroordeelt de Telegraaf in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eisers begroot op € 773,78 aan verschotten en € 904,= voor salaris procureur, te vermeerderen met nakosten en de wettelijke rente indien de Telegraaf niet binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis heeft voldaan;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Gewezen door mr. E. Pennink, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 augustus 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.