ECLI:NL:RBAMS:2005:AU2373

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 augustus 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
303198
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuurdersaansprakelijkheid en onrechtmatige daad in het geval van niet-betaling door een vennootschap

In deze zaak vorderde de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid De Machinebeurs B.V. betaling van een openstaand bedrag van € 19.833,34 van A, de bestuurder van Mana B.V. De Machinebeurs had in 2003 machines geleverd aan Mana, die deze facturen niet had betaald. De rechtbank Amsterdam oordeelde dat A onrechtmatig had gehandeld door de machines niet terug te geven en de vordering van De Machinebeurs niet te voldoen. A had haar aandelen in Mana overgedragen aan Stichting de Klok zonder de Machinebeurs hierover te informeren, wat leidde tot de conclusie dat A persoonlijk aansprakelijk was voor de schade die De Machinebeurs had geleden door het verlies van de machines. De rechtbank wees de vordering van De Machinebeurs toe, met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, en veroordeelde A in de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat de Metaalunievoorwaarden niet geldig waren, omdat Mana niet op de hoogte was gesteld van deze voorwaarden bij het sluiten van de overeenkomst. De rechtbank concludeerde dat A, als bestuurder, een ernstig verwijt kon worden gemaakt voor het niet informeren van De Machinebeurs over de overdracht van de aandelen en het niet teruggeven van de machines.

Uitspraak

04.3622 / 303198
31 augustus 2005
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
DERDE ENKELVOUDIGE CIVIELE KAMER
VONNIS
i n d e z a a k v a n :
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE MACHINEBEURS B.V.,
gevestigd te Oss,
e i s e r e s ,
procureur mr. B.J.H. Crans,
t e g e n :
A
wonende te ( woonplaats ),
g e d a a g d e ,
procureur mr. C.B.M. Scholten van Aschat.
Partijen worden hierna de Machinebeurs en A ge-noemd.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
- dagvaar-ding van 9 november 2004, met bewijsstukken,
- conclusie van antwoord, met bewijsstukken,
- ambtshalve gewezen tussenvonnis van 9 februari 2005 waarbij een comparitie van partijen is bepaald, die op 31 maart 2005 heeft plaatsgevonden, en het daarvan opgemaak-te proces-verbaal,
- akte van de Machinebeurs, met bewijsstukken,
- antwoordakte van A,
- verzoek vonnis wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. Vaststaande feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet (voldoende) betwist, als-mede op grond van de in zoverre niet bestreden in-houd van overgelegde bewijs-stuk-ken, staat het volgende vast.
a. De Machinebeurs heeft in juni en september 2003 aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Mana B.V. (hierna Mana) een tweetal machines met toebehoren geleverd. Mana heeft de voor deze leveranties verzonden facturen tot een bedrag van
€ 19.833,34 onbetaald gelaten.
b. Op de door de echtgenoot van A (hierna B), die namens Mana alle contacten met de Machinebeurs onderhield, ondertekende opdrachtbevestigingen ter zake de machines wordt verwezen naar de toepasselijkheid van de Metaalunievoorwaarden. Artikel 18.1 sub b van de Metaalunievoorwaarden bepaalt – kort gezegd - dat opdrachtnemer eigenaar blijft van geleverde zaken zolang opdrachtgever niet betaalt voor verrichte werkzaamheden.
c. Op 29 juni 2004 is de heer C, directeur van de Machinebeurs, bij het op dat moment afgesloten bedrijfspand van Mana gaan kijken. C heeft de machines daar toen niet gezien. De rechtsbijstandsverzekeraar van de Machinebeurs heeft Mana vervolgens bij brief van 5 juli 2004 tot betaling van het openstaande factuurbedrag gesommeerd. Op 15 juli 2004 heeft C bij de politie regio Utrecht, Rijn en Venen/De Ronde Venen aangifte gedaan tegen Mana van verduistering van de machines. Bij brief van 20 juli 2004 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van de Machinebeurs – onder meer - het op de Metaalunievoorwaarden gebaseerde eigendomsvoorbehoud ter zake de machines ingeroepen en verzocht deze per direct beschikbaar te stellen. Mana heeft aan dit verzoek geen gehoor gegeven.
d. Bij brief van 13 oktober 2004 heeft de raadsman van de Machinebeurs A als bestuurder van Mana persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de door de Machinebeurs geleden schade als gevolg van het verlies van de machines.
e. A is vanaf 8 september 1998 tot 26 oktober 2004 directeur/enig aandeelhouder van Mana geweest. Bij notariële akte van 26 oktober 2004 heeft A de door haar in Mana gehouden aandelen voor € 1,- verkocht aan Stichting de Klok, vertegenwoordigd door haar toenmalig bestuurder de heer D, en is Stichting De Klok tot directeur van Mana benoemd.
e. Bij brieven van 31 maart 2005 heeft de Machinebeurs Stichting de Klok (op een adres in Hilversum) en D, in hun hoedanigheid van bestuurder van Mana, gesommeerd tot betaling van het openstaande factuurbedrag, vermeerderd met rente en kosten, over te gaan. D heeft daarop telefonisch aansprakelijkheid ontkend en doen weten sinds 9 maart 2005 geen bestuurder meer te zijn van Stichting de Klok.
h. Blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 2 mei 2005 houdt Stichting De Klok thans een adres aan in Zlinice, Polen. Een bestuurder van Stichting De Klok wordt in dit uittreksel niet meer genoemd.
2. De vordering
2.1 De Machinebeurs vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, A te veroordelen tot betaling van € 19.833,34 aan hoofdsom, € 2.011,66 aan buitengerechtelijke kosten,
€ 495,- aan contractuele rente tot 10 oktober 2004, alsmede de contractuele rente van 10% per jaar over de hoofdsom vanaf 10 oktober 2004 tot aan de voldoening, een en ander met veroordeling van A in de proceskosten.
2.2 De Machinebeurs legt onder verwijzing naar de hiervoor opgesomde vaststaande feiten aan haar eis ten grondslag dat A onrechtmatig jegens de Machinebeurs heeft gehandeld door zichzelf in een positie te brengen dat betaling door Mana niet meer mogelijk is. A kan een persoonlijk en ernstig verwijt worden gemaakt omdat zij geen acht heeft geslagen op het met betrekking tot de machines gemaakte eigendomsvoorbehoud. Voorts kan haar worden verweten dat betaling zonder grond is uitgebleven, de machines zijn verplaatst naar onbekende bestemming en de bedrijfsactiviteiten op zodanige wijze zijn overgedragen dat verhaal van de vordering van de Machinebeurs niet meer mogelijk is.
2.3 De Machinebeurs baseert de gevorderde rente en de buitengerechtelijke kosten op de volgens haar toepasselijke Metaalunievoorwaarden.
3. Het verweer
3.1 A bestrijdt de vordering en voert daartoe het volgende aan.
Niet staat vast dat Mana geen verhaal biedt. De Machinebeurs heeft onvoldoende ondernomen om de vordering op Mana geïncasseerd te krijgen. Als verhaal op Mana al moeilijk zou blijken is dit geen omstandigheid die aan A kan worden tegengeworpen.
Er is geen sprake van het doorverkopen van geleverde goederen. Mana is nog steeds eigenaar en de machines worden, voor zover A weet, door Mana gebruikt. De machines zijn niet onder eigendomsvoorbehoud geleverd. Het daarop betrekking hebbende artikel van de Metaalunievoorwaarden dient te worden vernietigd, aangezien Mana geen redelijke mogelijkheid is geboden om van deze voorwaarden kennis te nemen.
3.2 Voorts is niet gebleken dat A persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. A heeft de Machinebeurs tijdig geïnformeerd over haar betalingsonmacht en de voorgenomen bedrijfsovername. Zij heeft zeker niet de bedoeling gehad de Machinebeurs te benadelen door de aankoop van de machines of, later, door de bedrijfsoverdracht.
4. Beoordeling
4.1 Bij de beantwoording van de vraag of A als bestuurder van Mana onrechtmatig jegens de Machinebeurs heeft gehandeld wordt tot uitgangspunt genomen dat, indien een bestuurder heeft bewerkstelligd of toegelaten dat een door hem bestuurde vennootschap een eerder door de vennootschap aangegane overeenkomst niet nakomt of daardoor aan de wederpartij schade berokkent, er sprake kan zijn van persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder op grond van onrechtmatig handelen. Het hangt echter van de concrete omstandigheden van het geval af of het aan de bestuurder te maken verwijt voldoende ernstig is om hem persoonlijk aansprakelijk te achten.
4.2 In het licht van voormeld uitgangspunt wordt het volgende overwogen.
Mana is, na in 2003 een drietal betalingen op de facturen te hebben verricht, nalatig gebleven het restant te voldoen. Uit de door de Machinebeurs overgelegde aangifte bij de politie valt af te leiden dat C zich vervolgens enige periode coulant heeft opgesteld ten aanzien van het innen van de vordering van de Machinebeurs op Mana. Nadat betalingstoezeggingen van B niet werden nagekomen (zo zou sprake zijn van een mogelijke overname van Mana door een bedrijf genaamd Europe Enterprises), heeft C de zaak op 24 juni 2004 bij zijn rechtsbijstandsverzekeraar aangemeld. Toen op diens sommatie nog steeds betaling uitbleef is zijdens de Machinebeurs ook tevergeefs om teruggave van de machines verzocht.
4.3 Voor A (aan wie als bestuurder van Mana het handelen van haar echtgenoot als feitelijk vertegenwoordiger van Mana kan worden toegerekend) moet het aldus duidelijk zijn geweest dat de Machinebeurs haar reeds lang openstaande vordering op Mana wenste te incasseren en – bij niet betaling – in elk geval de machines terug wilde. A is evenwel noch tot betaling, noch tot teruggave van de machines overgegaan, maar heeft – zonder de Machinebeurs daarin te kennen – haar aandelen in Mana aan de voor de Machinebeurs onbekende Stichting de Klok overgedragen. Vaststaat dat de Machinebeurs eerst door de inhoud van de in deze procedure genomen conclusie van antwoord van deze overdracht op de hoogte is gesteld. Niet gesteld of gebleken is dat A zich bij deze overdracht heeft verdiept in de vraag of de nieuwe eigenaar van Mana in staat en bereid was de vordering van de Machinebeurs te voldoen. Vaststaat voorts dat Mana tot op heden geen aanstalten tot betaling van het nog openstaande bedrag heeft gemaakt en dat onbekend is waar de machines zich thans bevinden.
4.4 Gelet op het hiervoor onder 4.3 overwogene en de hierna te noemen omstandigheden wordt het handelen van A als onrechtmatig jegens de Machinebeurs aangemerkt. Mana had als koper niet het recht om niet te betalen voor de machines en om desgevraagd ook niet tot teruggave daarvan over te gaan. Daarbij doet niet ter zake of het op de Metaalunievoorwaarden gebaseerde eigendomsvoorbehoud jegens Mana kon worden ingeroepen. Mana was in de gegeven omstandigheden, waar de Machinebeurs al geruime tijd tevergeefs op betaling had aangedrongen en vervolgens om teruggave had verzocht, hoe dan ook gehouden de machines aan de Machinebeurs te retourneren.
Ook al zou – zoals A stelt – de overdracht aan Stichting de Klok Mana voor een faillissement hebben behoed, neemt dit niet weg dat het op de weg van A lag om zich bij de overdracht de belangen van de Machinebeurs aan te trekken en daartoe op zijn minst de Machinebeurs omtrent de voorgenomen overdracht en de identiteit van de koper in te lichten. Aan A, die wist dat de machines niet betaald en niet teruggegeven werden, terwijl zij in de positie verkeerde om deze terug te geven, kan persoonlijk worden verweten dat zij heeft nagelaten de Machinebeurs omtrent de overdracht te informeren. Aldus heeft zij bewerkstelligd dat de machines naar onbekende bestemming zijn verplaatst. Of de machines – zoals de Machinebeurs stelt en A betwist – al in juni 2004 uit het bedrijfspand waren verdwenen kan bij dit alles in het midden blijven.
4.5 De stelling van A dat de Machinebeurs onvoldoende heeft getracht haar vordering op Mana te verhalen kan niet als juist worden aanvaard. Zoals uit de vaststaande feiten blijkt heeft de Machinebeurs bij herhaling getracht haar vordering op Mana te incasseren. Deze vordering mag dan ook bij Mana – ook na de overdracht - bekend worden verondersteld. Anders dan A meent kan de overdracht, waarvan de Machinebeurs tot deze procedure niet op de hoogte was gesteld, niet aan de Machinebeurs worden tegengeworpen, in die zin dat, voordat aansprakelijkheid van A kan worden aangenomen, eerst zou moeten komen vast te staan dat het huidige Mana niet zal betalen. Het staat de Machinebeurs dan ook vrij om – los van haar vordering op Mana – de schade die zij lijdt omdat Mana niet betaalt op A te verhalen.
4.6 Aan de stelling van A dat de Machinebeurs ondanks het gestelde eigendomsvoorbehoud stilzwijgend akkoord is gegaan met de bedrijfsovername wordt voorbijgegaan. Uit de door de Machinebeurs overgelegde bewijsstukken blijkt slechts dat de Machinebeurs (in de persoon van C) omstreeks april 2004 werd geïnformeerd omtrent een eventuele bedrijfsovername door Europe Enterprises, aan welke overname een betalingstoezegging op korte termijn werd verbonden. Van de overname door Stichting de Klok heeft de Machinebeurs – zoals hiervoor al is opgemerkt – tot de conclusie van antwoord in deze procedure niet geweten.
4.7 Vorenstaande leidt tot de conclusie dat de gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen. Voor zover de gevorderde buitengerechtelijke kosten en rente worden gebaseerd op de toepasselijke Metaalunievoorwaarden zullen deze worden afgewezen. A – aan wie, ook al is zij zelf geen wederpartij van de Machinebeurs, redelijkerwijs een beroep op artikel 6:233 BW toekomt - heeft ten aanzien van de bedingen uit de Metaalunievoorwaarden waarop de Machinebeurs zich beroept de vernietiging ingeroepen. Nu onbetwist vaststaat dat de Metaalunievoorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst niet aan Mana zijn overhandigd, moet het ervoor worden gehouden dat Mana geen redelijke mogelijkheid is geboden om van deze voorwaarden kennis te nemen, zodat het beroep op vernietiging doel treft.
4.8 Overigens wordt ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten als uitgangspunt gehanteerd dat moet worden gesteld dat deze kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Bovendien moet het gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schik-kingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Nu de Machinebeurs ook niet heeft ge-steld dat de gevorderde kosten daadwerkelijk zijn gemaakt, zal de recht-bank deze afwijzen.
4.9 Gelet op het feit dat de Machinebeurs aanvankelijk jegens Mana heeft ingestemd met uitstel van betaling, acht de rechtbank het redelijk dat aan rente zal worden toegewezen de wettelijke rente over de hoofdsom met ingang van de dag der dagvaarding.
4.10 A zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
BESLISSING
De rechtbank:
- veroordeelt A te betalen aan de Machinebeurs een bedrag van € 19.833,34 (negentienduizendachthonderddrieëndertig euro en vierendertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a en 6:120 lid 2 BW vanaf 9 november 2004 tot aan de voldoening;
- veroordeelt A in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de Machinebeurs begroot op € 560,40 aan verschotten en € 1.130,- aan salaris procureur;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door mr. S.P. Pompe, lid van genoemde kamer, en uitge-sproken ter openbare terecht-zitting van 31 augustus 2005 in tegen-woordig-heid van de griffier.