ECLI:NL:RBAMS:2005:AU0473
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.D. Bonga-Sigmond
- B.M. Vroom-Cramer
- J.L. Hillenius
- Rechtspraak.nl
Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel met betrekking tot oplichting en valsheid in geschrift
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 juli 2005 uitspraak gedaan in het kader van een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie. De vordering betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1941, die momenteel gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting “Midden-Holland”. De rechtbank heeft onderzocht of het feit dat in het Europees aanhoudingsbevel (EAB) is omschreven, kan worden gekwalificeerd als een strafbaar feit onder de Nederlandse wetgeving. Het EAB is uitgevaardigd door de hoofdofficier van justitie van het Openbaar Ministerie (Staatsanwaltschaft) Augsburg, Duitsland, en betreft de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon voor oplichting en valsheid in geschrift.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit onder nummer 20 op bijlage 1 bij de OLW valt, namelijk oplichting, en dat het gebruik maken van een vals geschrift, zoals bedoeld in artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht, naar Nederlands recht strafbaar is. De rechtbank heeft de omstandigheden waaronder de strafbare feiten zijn gepleegd, alsook de tijd, plaats en mate van betrokkenheid van de opgeëiste persoon voldoende duidelijk beschreven geacht. De rechtbank heeft het verweer van de raadsman, die betoogde dat het EAB in strijd is met artikel 7 OLW, afgewezen.
De rechtbank concludeert dat aan alle eisen die de OLW stelt voor overlevering is voldaan en staat de overlevering van de opgeëiste persoon aan de Duitse autoriteiten toe. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de OLW. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de opgeëiste persoon, zijn raadsman en een tolk in de Italiaanse taal.