3. Via stelt hiertoe dat [gedaagde] op 25 januari 2005 op non-actief is gesteld hangende nader onderzoek en nadere besluitvorming met betrekking tot zijn positie. Uit onderzoek bleek dat een bedrag van circa € 90.000,00 door [gedaagde] bij de vennootschap in rekening was gebracht zonder dat het zakelijke karakter van deze uitgaven duidelijk was. Na zorgvuldig onderzoek – in het kader waarvan [gedaagde] uitvoerig de mogelijkheid heeft gehad zijn standpunt ten aanzien van de mogelijke onvolkomenheden toe te lichten – is in de visie van Via, een aanzienlijk deel van de door [gedaagde] bij Via in rekening gebrachte kosten en uitgaven aan te merken als onjuist, onredelijk, niet zakelijk en in strijd met zowel de arbeidsovereenkomst als de terzake geldende guidelines for expenses. Het gaat hierbij onder meer om:
- € 19.000,00 aan het gebruik van privé jets;
- € 15.000,00 aan limoservices;
- € 18.000,00 aan computers en computergerelateerde apparatuur;
- € 11.000,00 aan digitale camera’s;
- € 2.400,00 aan pennen;
- onkosten van diners/lunches zonder dat sprake was van zakelijke onkosten;
- € 1.128,00 aan een diner met een sollicitant;
- diverse onkosten, zoals theatertickets, kranten, sigaretten, etc.
- € 3.000,00 aan boeken.
Gegeven de uitkomsten van het interne onderzoek heeft Via [gedaagde] op 6 april 2005 ontslagen op staande voet. [gedaagde] heeft zich bij brief van 9 april 2005 verweerd tegen dit ontslag. Geconfronteerd met de reactie van [gedaagde] in zijn brief van 9 april 2005, heeft Via een aanvullend intern onderzoek laten verrichten door de voorzitter van het audit committee tezamen met de internal senior audit manager. Uit deze rapporten blijkt dat de verwijten die [gedaagde] Via maakt terzake het beweerdelijk ondeugdelijke karakter van de aan het ontslag ten grondslag liggende documenten, alsmede terzake de beweerdelijke complottheorie, op geen enkele wijze hout snijden. Voor zover in het kader van dit nadere interne onderzoek de door [gedaagde] betwiste posten opnieuw onder de loep zijn genomen, is gebleken dat ook de feitelijke weerleggingen van [gedaagde] geen stand houden. [gedaagde] heeft gegeven het bovenstaande niet alleen in strijd gehandeld met de arbeidsovereenkomst en de guidelines, maar ook overigens Via een dringende reden in de zin van artikel 7:768 BW gegeven. Juist van een CEO van een Amerikaanse onderneming die nota bene beursgenoteerd is, mag in het huidige tijdsgewricht worden verwacht dat het declaratiegedrag iedere toets der kritiek kan doorstaan. Er is dan ook sprake van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet, zodat summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van het door [gedaagde] ingeroepen recht. Via verkeert in ernstige liquiditeitsproblemen veroorzaakt door tegenvallende resultaten in 2004. Uiteindelijk is met Claranet overeenstemming bereikt over de verkoop van nagenoeg alle Via activiteiten voor een koopsom van USD 26-27 miljoen. Via wordt op onevenredig zware wijze door het gelegde beslag getroffen. Het gelegde beslag leidt tot een reëel faillissementsrisico waardoor de transactie met Claranet onmogelijk wordt. [gedaagde] daarentegen heeft geen enkel belang bij het beslag. Hij kan geen betere verhaalspositie verwerven, de kans is zelfs groot dat [gedaagde] door zijn eigen gelegde beslag slechter af zal blijken te zijn. Via ziet één mogelijkheid tot zekerheid stellen. Via kan contractueel aanbieden een bedrag ten belope van € 950.000,00 in Escrow onder te brengen onder de voorwaarde dat de closing daadwerkelijk plaatsvindt en zodra Claranet heeft betaald.