282178 / H 04.0266 (ES)
30 maart 2005
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
EERSTE ENKELVOUDIGE CIVIELE KAMER
VONNIS
1. [eiser 1]
2. [eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats],
eisers,
procureur mr. L.P. Broekveldt,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAKII EUROPE B.V.,
gevestigd te De Kwakel, gemeente Uithoorn,
gedaagde,
procureur mr. A. van der Linden.
Indien gezamenlijk aangeduid, worden eisers – die tezamen de maatschap [maatschap] vormen – hierna in enkelvoud “[eisers]” genoemd (en afzonderlijk “[eiser 1]” respectievelijk “[eiser 2]”). Gedaagde wordt hierna “Takii”
genoemd.
De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
- dagvaar-ding van 5 januari 2004, met bewijsstukken;
- conclusie van antwoord, met bewijsstukken;
- ambtshalve gewezen tussenvonnis van 7 april 2004, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- proces-verbaal van de comparitie van partijen van 13 september 2004 en de daarin
genoemde processtukken en/of proceshandelingen;
- verzoek vonnis wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet (voldoende) betwist, als-mede op grond van de in zoverre niet bestreden in-houd van overgelegde bewijs-stuk-ken, staat het volgende vast.
a. [eisers] exploiteert een tuinbouwbedrijf. Hij teelt onder meer het sierkool-
gewas Brassica.
b. Takii is de importeur voor de Europese markt van door Takii & Company, Ltd. te Kyoto (Japan) ontwikkelde en geproduceerde zaden voor groenten en bloemen. Takii verkoopt de door haar geïmporteerde zaden aan bloemzadenhandelaren, die deze op hun beurt doorverkopen aan telers als [eisers].
c. Eén van de producten die Takii verkoopt, is zaad voor het gewas Brassica van het ras “White Crane” (hierna: “White Crane”-zaad). Dat is een zogeheten F1-hybride zaad, bestaande uit een kruising van twee Brassica-varianten. Takii & Company, Ltd. is de enige producent van dat zaad.
d. In oktober 2000 heeft een door LTO Groeiservice georganiseerde excursiebijeenkomst rond het gewas Brassica plaatsgevonden. [maatschap] heeft die bijeenkomst
bijgewoond. Tijdens de bijeenkomst heeft de bij Takii werkzame heer A. Sluis (hierna: Sluis) zich desgevraagd uitgelaten over de toename van de hoeveelheid in Nederland af te zetten “White Crane”-zaad voor het teeltseizoen 2001-2002.
e. Op basis van de door Sluis gedane mededeling heeft [eisers] besloten zijn teelt van de Brassica “White Crane” uit te breiden.
f. In de loop van het teeltseizoen 2001-2002 bleek het aanbod op de markt van het “White Crane”-zaad zo groot en de opbrengst van de planten zo gering, dat [eisers] zich gedwongen zag grote delen van zijn aanplant te vernietigen.
2.1 [eisers] vordert, voorzover mogelijk onder uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het te wijzen vonnis, de veroordeling van Takii tot betaling aan hem van een bedrag van € 138.721,23, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 31 maart 2002
tot de dag van de voldoening, alsmede de veroordeling van Takii in de kosten van het geding.
2.2 Hij stelt hiertoe dat Takii jegens hem onrechtmatig heeft gehandeld, doordat Sluis
tijdens de excursiebijeenkomst in oktober 2000 hem – en de overige toehoorders – heeft verzekerd dat de uitbreiding van de afzet van “White Crane”-zaad in Nederland (en de rest van Europa) voor het teeltseizoen 2001-2002 beperkt zou blijven tot ongeveer 25% doch in ieder geval maximaal 30%, maar dat Takii als marktregulerend monopolist ver-volgens de import van “White Crane”-zaad op Nederlandse markt heeft opgevoerd tot een veelvoud van dat percentage, waardoor de prijzen van de planten kelderden en de door [eisers] naar aanleiding van de mededeling van Sluis gedane investerin-gen in de teelt van de Brassica “White Crane” zwaar verliesgevend werden.
2.3 Onder verwijzing naar een door hem overgelegd rapport van 7 februari 2003 van
registerexpert ing. J.N. Rijpkema van Agrotax Expertisebureau te Frederiksoord, stelt [eisers] zijn schade op € 133.561,07 in hoofdsom. Daarnaast wenst hij de aan het opstellen van het rapport verbonden kosten van € 1.438,71 als kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid vergoed te zien.
2.4 Voorts maakt [eisers] aanspraak op vergoeding van door hem tot een bedrag van € 3.721,45 gemaakte buitengerechtelijke kosten.
2.5 Omdat de gederfde opbrengsten van het teeltseizoen 2001-2002 normalerwijs in maart 2002 zouden zijn geïnd, maakt [eisers] aanspraak op de wettelijke rente over de hoofdsom (en blijkens het petitum ook over de overige posten) vanaf 31 maart 2002.
3.1 Takii bestrijdt de vordering. Zij betwist in de eerste plaats dat Sluis tijdens de bijeen-komst van oktober 2000 de door [eisers] gestelde toezegging heeft gedaan. Volgens Takii heeft Sluis slechts op een vraag uit het publiek geantwoord dat hij voor het komende teeltseizoen voor de leveringen van “White Crane”-zaad door Takii een uitbreiding van 25 tot 30% verwachtte. Die opmerking bood [eisers] dus geen enkele garantie, waarop hij bij het nemen van zijn ondernemersbeslissingen mocht af-gaan.
3.2 Ook betwist Takii dat zij zich vervolgens heeft bediend van markt- of prijsregulerend gedrag. Zij heeft slechts, met een vertraging inherent het meerjarig productieproces van zaden, gereageerd op de toegenomen vraag uit de markt. In dit verband bestrijdt Takii ook dat zij kan worden aangemerkt als monopolist. Volgens haar moet niet worden ge-keken naar de specifieke markt voor de Brassica “White Crane”, maar naar de gehele markt voor Brassica-sierkool en zijn daarop ook andere producenten actief.
3.3 Daarnaast ontbreekt volgens Takii het vereiste causaal verband tussen de haar verweten onrechtmatige daad en de door [eisers] gestelde schade. Dat de prijzen van de planten op de veiling zijn gezakt, kan niet zonder meer worden toegeschreven aan de uitbreiding van haar afzet van “White Crane”-zaad. Bij de prijsstelling van die planten spelen immers nog vele andere factoren een rol, waarop Takii geen invloed heeft, zoals de verkoopactiviteiten van de bloemzadenhandelaren, de zaaibeslissingen van de telers, de uiteindelijke vraag door de bloemisten, de teeltwijze (kas of volle grond), het weer en (parallel)importkwesties.
4.1 In feitelijk opzicht verschillen partijen van mening over de inhoud van de door Sluis tijdens de bijeenkomst van oktober 2000 gedane mededeling over de toename van de afzet van “White Crane”-zaad voor het teeltseizoen 2001-2002. Beide partijen hebben ter ondersteuning van hun lezing verklaringen van aanwezigen in het geding gebracht (waaronder aan de zijde van Takii een verklaring van Sluis zelf), die alle wat betreft de hoogte van de genoemde percentages en de hardheid van de gedane toezegging dan wel uitgesproken verwachting in meer of mindere mate van elkaar verschillen. Zonder door [eisers] te leveren getuigenbewijs, zal dus niet kunnen worden vastgesteld of de onjuist gebleken mededeling van Sluis over de afzettoename in 2001-2002 was uit-gesproken als slechts een verwachting of als een daadwerkelijke toezegging.
4.2 Tot getuigenbewijs zal [eisers] echter niet worden toegelaten, omdat ook als zou komen vast te staan dat Sluis heeft toegezegd dat Takii – kort gezegd – de afzet met niet meer dan 30% zou verhogen, die toezegging van onvoldoende gewicht was om de schending daarvan als onrechtmatig jegens [eisers] te kunnen aanmerken.
Redengevend hiervoor acht de rechtbank de – in onderling verband en samenhang te beschouwen – feiten en omstandigheden:
a. dat tussen Takii en [eisers] geen directe relatie bestond, maar Takii slechts de leverancier van de leverancier van [eisers] was;
b. dat, zoals uit de stukken blijkt, de excursiebijeenkomst in het kader waarvan de mededeling werd gedaan slechts een informeel, voorlichtend karakter had;
c. dat niet is gesteld of gebleken dat het Sluis, toen hij zijn mededeling deed, op welke wijze dan ook duidelijk was of had behoren te zijn dat die voor de teeltkeu-ze van [eisers] (of de aanwezigen in het algemeen) van doorslaggevend belang zou kunnen zijn;
d. dat [eisers] de mededeling van Sluis (nog steeds: als deze een toezeg-ging inhield) niet zonder meer voor betrouwbaar had mogen houden, omdat hij als teler wist, althans had behoren te weten dat het bedrijven met een machtspositie als Takii algemeen gesproken niet is toegestaan de afzet te beperken teneinde de prijzen (in dit geval van het eindproduct) kunstmatig hoog te houden, en;
e. dat van opzettelijke onjuiste voorlichting door Sluis, zoals in enkele door [eisers] overgelegde stukken wordt gesuggereerd, niets is gebleken.
4.3 Dat derhalve de mededeling van Sluis hoe dan ook niet als onrechtmatig jegens [eisers] kan worden aangemerkt, betekent dat de vordering van [eisers] niet toewijsbaar is, terwijl in het midden kan blijven in hoeverre het door [eisers] geleden verlies is toe te rekenen aan het hogere aanbod van “White Crane”-zaad.
4.4 Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [eisers] veroordeeld in de kosten van het geding.
- wijst het gevorderde af;
- veroordeelt [maatschap] en [eiser 2] in de kosten van het
geding, tot deze uitspraak aan de zijde van Takii begroot op € 2.635,= aan verschotten
en € 2.842,= voor salaris procureur;
- verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr. W. Tonkens-Gerkema, lid van genoemde kamer, en uitge-sproken ter open-bare terecht-zitting van 30 maart 2005 in tegen-woordig-heid van de griffier.