ECLI:NL:RBAMS:2005:AS3968
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.J.L.M. van Dijk
- H.J. Tijselink
- R.M. Troost
- Rechtspraak.nl
Uitspraak inzake de ISD-maatregel tegen een verdachte in Amsterdam
De Rechtbank Amsterdam heeft op 26 januari 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen van cocaïne en het niet naleven van een bevel van de burgemeester van Amsterdam. De zaak werd behandeld in het kader van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel). De rechtbank heeft de verdachte op 12 januari 2005 gehoord en op basis van het bewijs en de omstandigheden van de zaak, waaronder een rapport van Jellinek, geconcludeerd dat de verdachte strafbaar is. De rechtbank oordeelde dat er geen rechtvaardigingsgronden waren voor de feiten die de verdachte ten laste waren gelegd. De verdachte had zich op 26 oktober 2004 schuldig gemaakt aan het verkopen van een bolletje cocaïne aan een ander en had op 20 oktober 2004 niet voldaan aan een bevel om zich uit een aangewezen drugsoverlastgebied te verwijderen. De rechtbank legde de ISD-maatregel op voor de maximale termijn van twee jaar, zonder aftrek van voorarrest, en verklaarde een in beslag genomen geldbedrag van tien euro verbeurd. De rechtbank benadrukte het belang van de maatregel voor de bescherming van de maatschappij en de kans op beëindiging van de recidive van de verdachte. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier en werd openbaar uitgesproken.