ECLI:NL:RBAMS:2004:AR8399
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J.R.M. Vermolen
- F. Salomon
- R. de Ruijter
- Rechtspraak.nl
Vordering tot overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel in strafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 december 2004 uitspraak gedaan in een vordering tot overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Belgische justitiële autoriteit, Jacques Mahieu. De vordering, ingediend door de officier van justitie, dateert van 10 november 2004 en betreft de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van een strafbaar feit volgens het Belgische recht. De openbare zitting vond plaats op 17 december 2004, waar de officier van justitie, de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. A.M.S.J. Baaijens, aanwezig waren.
De rechtbank heeft de inhoud van het EAB beoordeeld, dat is gebaseerd op een aanhoudingsmandaat bij verstek van 14 oktober 2004. Het EAB verzoekt om overlevering ten behoeve van een strafrechtelijk onderzoek in België, waarbij de opgeëiste persoon wordt verdacht van betrokkenheid bij illegale handel in verdovende middelen. De raadsman heeft betoogd dat het feit zoals in het EAB geformuleerd niet onder de definitie van illegale handel valt, terwijl de officier van justitie stelt dat het begrip 'plantage' duidt op een aanzienlijke hoeveelheid cannabis.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende informatie is over de omvang van de plantage en de periode van betrokkenheid van de opgeëiste persoon bij het strafbare feit. Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen, zodat de officier van justitie de benodigde informatie kan aanleveren. De zitting is gepland op 28 januari 2005 om 12.00 uur, waarbij de opgeëiste persoon en zijn raadsman tijdig op de hoogte worden gesteld van de oproeping.