Parketnummer: 13/057034-04
Datum uitspraak: 16 december 2004
van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige kamer A, in de strafzaak tegen:
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968,
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het [adres], gedetineerd in het Huis van Bewaring “De Geniepoort” te Alphen aan den Rijn.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 december 2004.
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding zoals ter terechtzitting gewijzigd. Van de dagvaarding en de vordering wijziging telastelegging zijn kopieën als bijlagen 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De gewijzigde telastelegging geldt als hier ingevoegd.
2.1 Geldigheid van de dagvaarding
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat het gedeelte onder feit 1 van de telastegelegging betrekking hebbend op door verdachte opgemaakte en afgegeven kwitanties nietig is nu het geen adequate omschrijving van het strafbare feit behelst.
De rechtbank is van oordeel dat dit onderdeel van het onder feit 1 telastegelegde voldoet aan de omschrijving van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering nu voor verdachte duidelijk was waar tegen hij zich diende te verweren.
Ten aanzien van het tweede onderdeel van het onder feit 1 telastegelegde vanaf de zinsnede "en/of" is de rechtbank van oordeel dat dit gedeelte van de dagvaarding nietig dient te worden verklaard nu zowel het opmaken als het gebruik maken van een valse geschrift in één telastelegging is verwerkt, waardoor dit gedeelte van de telastelegging onleesbaar en onbegrijpelijk is geworden.
3. Waardering van het bewijs
3.1. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen onder feit 2 na de zinsnede "en/of" is telastegelegd, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
3.2. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder feit 1 telastegelegde:
in de periode van 1 januari 1999 tot en met 5 januari 2004 te Aalsmeer telkens:
- 446 facturen en
- de bedrijfsadministratie van NV Subaru Benelux SA,
zijnde telkens een geschrift en een samenstel van geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft hij verdachte telkens in strijd met de waarheid
- op die facturen lagere bedragen ter zake van leveringen (doen) vermeld(en) en in neerwaartse richting aangepast dan de facturen die ter zake van dezelfde leveringen aan NIBA Motors BV zijn verzonden en
- in voornoemde administratie voornoemde facturen verwerkt,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften en samenstel van geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
ten aanzien van het onder feit 2 telastegelegde:
in de periode van 1 januari 1999 tot en met 5 januari 2004 te Aalsmeer en Den Haag telkens opzettelijk geldbedragen voor een totaalbedrag van ongeveer 23,35 miljoen euro, te weten
- een geldbedrag van in totaal ongeveer 22,7 miljoen euro bestaande uit contante betalingen en overmakingen door NIBA Motors BV (in het rapport van Ernst & Young methode A, B en C genoemd) aan hem, verdachte en
- een geldbedrag van in totaal 133.000 euro bestaande uit een overmaking naar de bankrekening van International Card Services (in het rapport van Ernst & Young methode D genoemd) ten name van hem, verdachte en
- een geldbedrag, bestaande uit opnamen uit de kas van NV Subaru Benelux SA (in het rapport van Ernst & Young methode E genoemd) door hem, verdachte en
- een geldbedrag van in totaal (ongeveer) 231.000 euro, bestaande uit salarisbetalingen (in het rapport van Ernst & Young methode F genoemd) aan hem, verdachte en
- een geldbedrag van 10.000 euro, bestaande uit een overmaking (in het rapport van Ernst & Young methode G genoemd) op de privé-rekening van verdachte,
toebehorende aan NV Subaru Benelux SA en welke geldbedragen verdachte telkens uit hoofde van zijn, verdachtes, persoonlijke dienstbetrekking als financieel directeur/hoofd boekhouding en automatisering (Director/manager accounting en EDP) bij NV Subaru Benelux SA, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door hem bewezengeachte feiten 1 en 2 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft gedurende een lange periode tijdens zijn werkzaamheden als hoofd boekhouding en automatisering door gebruik te maken van verschillende methodes stelselmatig geld verduisterd bij zijn werkgever. Op deze manier kon verdachte op geraffineerde wijze bewerkstelligen dat hij ten onrechte over aanzienlijke bedragen kon beschikken. De rechtbank acht aannemelijk dat verdachte lijdt aan een ernstige gokverslaving. Het ten onrechte verkregen geld heeft verdachte besteed aan zijn gokverslaving. Door geschriften in de administratie van zijn werkgever valselijk op te maken heeft verdachte het vertrouwen dat burgers in het maatschappelijk verkeer in de juistheid van bepaalde geschriften moeten kunnen stellen geschonden. Daarnaast heeft verdachte het vertrouwen dat zijn werkgever in hem had gesteld, ernstig geschonden. De werkgever van verdachte heeft door verdachtes toedoen groot financieel nadeel geleden. Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte door zijn gokverslaving niet meer vrij was om zelf te kunnen bepalen wat hij deed. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat verdachte een groot deel van het verduisterde geld achter de hand heeft gehouden en niet alles heeft vergokt. Verder houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte niet eerder voor een strafbaar feit is veroordeeld. De rechtbank acht de na te noemen straf dan ook passend en geboden.
Ten aanzien van de benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat een deel van de vordering van de benadeelde partij NV Subaru Benelux SA, van zo eenvoudige aard is dat dit zich leent voor de behandeling in dit strafgeding. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1 en 2 bewezen geachte feiten, rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van 23 miljoen euro. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
Het overige deel van de vordering van de benadeelde partij is niet van zo eenvoudige aard dat dit zich leent voor behandeling in dit strafgeding. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk is. De benadeelde partij kan dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 225 en 322 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder feit 2 na de zinsnede "en/of" telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 voor de zinsnede "en/of" en feit 2 voor de zinsnede "en/of" telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van het onder feit 1 bewezenverklaarde:
Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
ten aanzien van het onder feit 2 bewezenverklaarde:
Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft, meermalen gepleegd.
Verklaart de dagvaarding ten aanzien van het onder feit 1 na de zinsnede "en/of" telastegelegde nietig.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart [verdachte] daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij NV Subaru Benelux SA, [adres], toe tot een bedrag van 23 miljoen euro.
Veroordeelt verdachte aan NV Subaru Benelux SA voornoemd, het toegewezen bedrag te betalen.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. Steffan-Bakker, voorzitter,
mrs. Y.A.A.G. de Vries en E.J. Weller, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. de Ruijter, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 december 2004.