ECLI:NL:RBAMS:2004:AR7680

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 september 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
236256
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek in civiele procedure tussen Martinair Holland N.V. en IEM Lease Aircraft B.V.

In deze civiele procedure, aangespannen door Martinair Holland N.V. tegen IEM Lease Aircraft B.V., heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 september 2004 een vonnis gewezen waarin een deskundige werd benoemd om onderzoek te verrichten naar de oorzaak van de beschadiging van turbinebladen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gezamenlijk een deskundige hebben voorgesteld, Colin Short, die verbonden is aan Airclaims Limited. De deskundige is belast met het zelfstandig verrichten van zijn onderzoek en moet partijen in de gelegenheid stellen om opmerkingen te maken en verzoeken te doen. De rechtbank heeft ook bepaald dat partijen verplicht zijn mee te werken aan het onderzoek en dat de deskundige zijn bevindingen uiterlijk op 24 februari 2005 moet indienen.

De rechtbank heeft in het vonnis de vragen geformuleerd die aan de deskundige worden voorgelegd, waaronder de oorzaak van de schade aan de turbinebladen en de rol van de leeftijd van de bladen bij het ontstaan van de schade. Tevens is er aandacht besteed aan de verplichtingen van partijen met betrekking tot het aanleveren van relevante documenten en het betalen van de kosten van het deskundigenonderzoek. De zaak is verwezen naar de parkeerrol voor conclusie na deskundigenbericht, met de mogelijkheid voor partijen om de zaak eerder op de rol te plaatsen indien het deskundigenbericht gereed is.

De rechtbank heeft benadrukt dat het beginsel van hoor en wederhoor moet worden gerespecteerd in het deskundigenonderzoek, en dat de deskundige zijn bevindingen goed moet motiveren. Dit vonnis vormt een belangrijke stap in de procedure, waarbij de deskundige een cruciale rol speelt in het vaststellen van de feiten en het bieden van duidelijkheid in het geschil tussen de partijen.

Uitspraak

236256 / H 02.0177
22 september 2004
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
EERSTE ENKELVOUDIGE CIVIELE KAMER
VONNIS
i n d e z a a k v a n :
de naamloze vennootschap MARTINAIR HOLLAND N.V.,
gevestigd te Luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
e i s e r e s ,
procureur mr. B.J.H. Crans,
t e g e n :
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid IEM LEASE AIRCRAFT B.V., gevestigd te Amsterdam,
g e d a a g d e ,
procureur mr. D.J. Oranje.
Partijen worden hierna Martinair en IEM ge-noemd.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De rechtbank is uitgegaan van de volgende processtukken en/of proceshandelingen:
- het tussenvonnis van 28 april 2004 en de daarin genoemde processtukken;
- akte van Martinair, met bewijsstuk;
- akte van IEM, met bewijsstukken;
- verzoek vonnis wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Verdere beoordeling van het geschil
1. De rechtbank zal thans overgaan tot benoeming van een deskundige en vermelding van de punten waarover het oordeel van de deskundige wordt gevraagd.
2. De rechtbank zal, nu partijen gezamenlijk één deskundige hebben voorgesteld en deze deskundige zich bereid heeft verklaard, het voorstel van partijen overnemen en overgaan tot benoeming tot deskundige van de heer
Colin Short, verbonden aan de onderneming:
Airclaims Limited
Cardinal Point
Newall Road
Heathrow Airport
Londen TW6 2AS
Verenigd Koninkrijk.
3. Martinair zal in afwachting van de eindbeslissing een voorschot ter zake van de kosten van de deskundige aan de griffier van deze rechtbank dienen te betalen, welk voorschot zal worden vastgesteld op het door de deskundige te bepalen bedrag. Partijen zullen (overeenkomstig hun aanbod) zorgdragen voor vertaling van de in hun ogen relevante onderdelen van het dossier (waaronder begrepen dit vonnis met als bijlage (*/*) het aan dit vonnis gehechte informatieblad deskundigen) en voor toezending aan de deskundige van de nog beschikbare turbinebladen (vonnis 28 april 2004, r.o. 2), althans van een volgens beide partijen representatieve selectie daarvan. De rechtbank zal de deskundige verzoeken opgave te doen van het door hem gewenste voorschot en partijen daarover vervolgens berichten.
4. De deskundige zal zijn onderzoek zelfstandig dienen te verrichten. Daarbij moet hij partijen in de gelegenheid stellen om opmerkingen te maken en verzoeken te doen. Uit zijn schriftelijk bericht moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan. Tevens zal in dat bericht melding worden gemaakt van de inhoud van de opmerkingen en verzoeken van partijen. Indien een partij schriftelijk opmerkingen aan de deskundige doet toekomen, verstrekt deze partij daarvan terstond een afschrift aan de wederpartij.
Partijen zijn verplicht mee te werken aan het onderzoek van de deskundige. Wordt aan deze verplichting niet voldaan, dan kan de rechter daaruit de gevolgtrekkingen maken die hij geraden acht.
De rechtbank is reeds thans van oordeel dat, indien partijen na het uitbrengen van het deskundigenbericht elk nog een conclusie willen nemen, dit met het oog op hoor en wederhoor geboden is.
5. Met betrekking tot de door de deskundige te beantwoorden vragen overweegt de rechtbank (nader) als volgt. In reactie op de conceptvraagstelling van de rechtbank in het vonnis van 13 augustus 2003 heeft IEM onder meer naar voren gebracht dat de deskundige tevens kennis behoort te hebben van “as-is” leasing. De rechtbank zal deze suggestie (en de daarop betrekking hebbende vraag) niet overnemen, aangezien eerder geoordeeld is (tussenvonnis 13 augustus 2003 r.o. 3.2) dat delivery condition 16 een garantie inhoudt van 6.000 vlieguren tot de volgende “level 3 refurbishment”. In genoemd vonnis is tevens als vaststaand aangenomen (r.o. 1.12) dat uit oogpunt van kosten besparing in de motor gebruikte turbinebladen zijn geplaatst, hetgeen op zich geoorloofd was. De daarop betrekking hebbende vraag van IEM wordt dan ook evenmin aan de deskundige voorgelegd. De vraagstelling aan de deskundige komt te luiden zoals in het dictum van dit vonnis is vermeld.
6. De rechtbank zal overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 van de Bewijsverordening (Verordening (EG) Nr. 1206/2001) een verzoek doen een handeling te mogen verrichten tot het verkrijgen van bewijs rechtstreeks in het Verenigd Koninkrijk. Daartoe zal de rechtbank formulier I genoemd in de bijlage bij de Bewijsverordening indienen bij het centraal orgaan bedoeld in artikel 3 lid 3 van die verordening. De rechtbank zal partijen op de hoogte stellen van de beslissing op haar verzoek.
7. Aangezien onzeker is wanneer het des-kundigenbericht gereed zal zijn, zal de zaak thans worden verwezen naar de parkeerrol van 5 april 2006 voor conclusie na deskundigenbericht. Het staat ie-der van partijen vrij de zaak van de parkeerrol op de rol te doen plaatsen voor con-clusie na deskundigenbericht, ambtshalve peremptoir, indien het deskundigenbericht ge-reed is of indien voortprocederen anderszins gewenst is.
BESLISSING
De rechtbank:
- beveelt met betrekking tot het in rechtsoverweging 3.5 van het vonnis van 12 augustus 2003 behandelde geschilpunt een deskundigenonderzoek;
- bepaalt dat aan de hierna te noemen deskundige de volgende vragen zullen worden voorgelegd:
1. Wat is naar uw mening de oorzaak van de beschadiging van de turbinebladen op of omstreeks 20 december 2000? Is deze vraag ook te beantwoorden als de betrokken turbinebladen niet beschikbaar zijn voor nader onderzoek?
2. Speelde de leeftijd van de turbinebladen een rol bij het ontstaan van de schade? Welke andere factoren hebben een rol gespeeld (zoals wijze van gebruik, weersomstandigheden)?Zijn deze vragen ook te beantwoorden als de betrokken turbinebladen niet beschikbaar zijn voor nader onderzoek?
3. Indien vraag 2 bevestigend beantwoord wordt: acht u het redelijkerwijs mogelijk dat de onderhavige motor, gegeven de op 20 december 2000 ontstane schade, nog 3.135 vlieguren (of 1.044 cycles) had kunnen maken, zonder dat de bladen “on watch” zouden komen?
4. Is het in zijn redelijkerwijs mogelijk dat een motor, voorzien van turbinebladen die 4.880 cycles respectievelijk 7.664 cycles gemaakt hebben, 6.000 vlieguren (of 2.000 cycles) meekan, zonder dat vervanging van de turbinebladen noodzakelijk is of zonder dat de bladen “on watch” komen?
5. Zijn turbinebladen “condition monitored” onderdelen of “life limited parts”en gold er ten tijde van het tekenen van de Leaseovereenkomst (18 april 2000) een voorgeschreven maximum levensduur voor turbinebladen?
6. Hebt u nog andere opmerkingen die voor de beslissing van het geschil van belang kunnen zijn?
- benoemt tot deskundige:
Colin Short
p/a Airclaims Limited
Cardinal Point
Newall Road
Heathrow Airport
Londen TW6 2AS
Verenigd Koninkrijk.
- bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal verrichten en dat dit zal plaatsvinden op een door de deskundige te bepalen plaats en tijd;
- bepaalt dat Martinair in afwachting van de eindbeslissing een voorschot ter zake van de kosten van de deskundige aan de griffier van deze rechtbank zal dienen te betalen, welk voorschot zal worden vastgesteld op het door de deskundige te bepalen bedrag;
- bepaalt dat de deskundige partijen in de gelegenheid zal stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat uit zijn schriftelijk bericht moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan en daarbij tevens melding zal worden gemaakt van de inhoud van de opmerkingen en verzoeken van partijen;
- bepaalt dat de partij die schriftelijke opmerkingen en verzoe-ken aan de deskundige doet toekomen daarvan terstond een afschrift aan de wederpartij verstrekt;
- bepaalt dat partijen vóór 22 november 2004 een kopie van de door hen in gezamenlijk overleg relevant geoordeelde gedingstukken in vertaling aan de deskundige zullen doen toekomen; kopieën van andere door de deskundige noodzakelijk geachte stukken zullen partijen zo spoedig mogelijk aan de deskundige doen toekomen;
- bepaalt dat het door de deskundige uit te brengen bericht uiterlijk op 24 februari 2005 zal worden ingeleverd ter griffie van deze rechtbank;
- verwijst de zaak naar de parkeerrol van 5 april 2006, voor conclusie na deskundigenbericht; voor het eerst aan de zijde van Martinair daarna van IEM;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, lid van genoemde kamer, en uitge-sproken ter openbare terecht-zitting van 22 september 2004 in tegen-woordig-heid van de griffier.
Rechtbank in het arrondissement Amsterdam
Bezoekadres
Parnassusweg 220-228
Telefoon (020) 541 2111
Fax (020) 541 3145
Bij beantwoording de
datum en ons kenmerk
vermelden.
Postadres Postbus 84500, 1080 BN Amsterdam
Contactpersoon H.A. Huisman
Onderdeel Sector civiel, team handel
Doorkiesnummer (020) 541 4000
Datum
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Onderwerp informatie voor deskundigen
Geachte heer, mevrouw,
1. Bij uitspraak van de rechtbank te Amsterdam bent u, alleen of tezamen met anderen, tot deskundige benoemd. Van de uitspraak ontvangt u hierbij een kopie.
2. Wilt u in correspondentie en in uw deskundigenbericht steeds de namen van partijen vermelden en het rolnummer of rekestnummer dat op de uitspraak staat?
3. Dit informatieblad strekt ertoe u een beeld te geven van de gang van zaken rond het des-kun-digenbericht vanaf uw benoeming tot en met de betaling van uw eindnota. Heeft u nog niet eerder een deskundigenbericht voor deze rechtbank uitgebracht, dan is kennisneming van het informatieblad noodzakelijk. Heeft u eerder als deskundige voor deze rechtbank gewerkt, dan is het informatieblad bedoeld als handleiding voor het geval zich problemen voordoen. Heeft u na lezing van dit informatieblad nog vragen, kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met de administratie van Team Handel.
De plaats van het deskundigenbericht in de procedure
4. De rechtbank heeft één of meer deskundigen benoemd, omdat zij behoefte heeft aan des-kundige voorlichting over bepaalde vragen. Het deskundigenbericht vervult veelal een rol als bewijsmiddel in de aanhangige procedure. Wil het deskundigenbericht bruikbaar zijn in de procedure van partijen, dan moet het voldoen aan de rechtsregels die gelden voor bewijs--middelen in een juridische procedure. De belangrijkste regel waarmee de deskundige direct te maken heeft, is het beginsel van hoor en wederhoor. Op dit beginsel wordt hierna waar nodig ingegaan. Uw deskundigenbericht is niet of niet goed bruikbaar, indien uw antwoorden op de vragen van de rechtbank niet of niet toereikend zijn gemotiveerd. U kunt dus in beginsel niet volstaan met een eenvoudig ja of nee zonder toelichting. Indien een ander antwoord dan ja of nee in een bepaald geval onmogelijk is, wordt u verzocht dat laatste erbij te ver-melden. Bedenkt u daarbij dat u nu juist bent ingeschakeld als deskundige en dat partijen en de rechtbank vooral aan de hand van uw motivering zullen moeten nagaan wat de bete-kenis is van uw deskundigenbericht voor het bewijs.
Voorafgaand aan het deskundigenonderzoek: kennisnemen van stukken
5. In de uitspraak is vermeld dat partijen u vóór een bepaalde datum kopieën van de proces-stukken moeten toesturen. Aan de hand van de stukken kunt u zich een beeld vormen van de context van de aan u gestelde vragen. Als u daarnaast nog kopieën van andere zaaksge-bonden stukken wenst, kunt u deze bij ieder van de partijen opvragen. Zij zijn verplicht hier-aan medewerking te verlenen.
6. Indien partijen u desgevraagd of op eigen initatief stukken toezenden, zijn zij verplicht een kopie daarvan aan de wederpartij te doen toekomen.
Voorafgaand aan het medisch deskundigenonderzoek: waarborgen voor inachtneming van het inzage- en blokkeringsrecht van de persoon op wie het onderzoek betrekking heeft
7. De persoon op wie een medisch deskundigenonderzoek betrekking heeft, heeft desge-wenst het recht als eerste kennis te nemen van de inhoud van het deskundigenbericht en vervolgens te verhinderen dat u uw deskundigenbericht aan de rechtbank en de weder-partij doet toekomen. De betrokkene moet in de gelegenheid zijn gesteld kenbaar te maken of hij van dit recht gebruik wenst te maken. Blokkeert hij vervolgens de toezending van het deskundigenbericht aan de rechtbank en de wederpartij, dan handelt hij in strijd met zijn wettelijke verplichting mee te werken aan de totstandkoming van het deskundigenbericht. De rechtbank kan in de verdere procedure aan het gebrek aan medewerking de gevolgen verbinden die haar geraden voorkomen.
8. Om te waarborgen dat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht, heeft de rechtbank voor aanvang van uw deskundigenonderzoek een model-verklaring toegezonden aan de betrokkene, met het verzoek de verklaring, ingevuld en ondertekend door de betrokkene zelf, te retourneren. Hiervan moet zich een kopie bevinden bij uw stukken. U dient niet met het onderzoek te beginnen, indien u niet over deze kopie beschikt.
9. Heeft de betrokkene op de model-verklaring aangekruist dat hij geen gebruik wenst te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht, dan hoeft u met het navolgende geen rekening te houden en communiceert u met de advocaten van partijen met inachtneming van hetgeen elders in dit informatieblad wordt beschreven, dat wil zeggen in beginsel steeds met beiden tegelijk.
10. Heeft de betrokkene blijkens de ingevulde en ondertekende verklaring wel vermeld dat hij als eerste kennis wenst te nemen van het deskundigenbericht teneinde te kunnen beslissen of daarvan mededeling aan anderen wordt gedaan, dan dient u daarmee rekening te houden in uw werkwijze. U geeft dan, indien u informatie over de inhoud van uw deskundigenbericht wilt verstrekken aan de advocaten van partijen, uw informatie niet aan beide advocaten tegelijk, maar eerst aan de advocaat van de betrokkene die van zijn inzagerecht gebruik wil maken. Aan de advocaat van de wederpartij laat u wel schriftelijk weten dat u dat heeft gedaan. In de meeste gevallen kunnen zich twee momenten voordoen waarop u met het inzagerecht te maken krijgt:
a. Het is mogelijk dat u (een deel van) uw concept-bevindingen aan de advocaten van partijen wilt toezenden en hen gelegenheid wilt geven te reageren. Dan kunt u als volgt handelen. U zendt eerst uw concept-bevindingen aan de advocaat van de betrokkene en vermeldt in een begeleidende brief duidelijk dat de wederpartij over het stuk nog niet beschikt. U stelt in deze brief ook een termijn (bijv. 14 dagen) waarbinnen de betrokkene dient te beslissen of hij gebruik maakt van zijn blokkeringsrecht. U vermeldt dat, indien u binnen de gestelde termijn geen reactie ontvangt, u zich vrij acht het stuk ook aan de wederpartij toe te zenden. Aan de advocaat van de wederpartij zendt u een brief waarin u meedeelt dat u in verband met het inzagerecht van de betrokkene uw bevindingen in dit stadium uitsluitend heeft toegezonden aan de advocaat van de betrokkene. Indien u van de advocaat van de betrokkene niet binnen de door u gestelde termijn een reactie ontvangt, kan het verstandig zijn, alvorens uw concept-bevindingen naar de advocaat van de wederpartij te zenden, bij de advocaat van de betrokkene te verifiëren of uw eerstgenoemde brief hem heeft bereikt.
b. U heeft uw deskundigenonderzoek af, u heeft de advocaten van partijen gelegenheid gegeven opmerkingen te maken en verzoeken te doen en u heeft het schriftelijk deskundigenbericht daarna voltooid. Eigenlijk rest u niets anders dan het op te sturen naar de rechtbank. Heeft de betrokkene verklaard gebruik te willen maken van zijn inzagerecht, dan zendt u het deskundigenbericht echter nog niet naar de rechtbank, maar eerst naar de advocaat van de betrokkene. Wederom met een begeleidende brief met vergelijkbare inhoud als vermeld onder a. De advocaat van de wederpartij licht u schriftelijk in over deze handelwijze. Vervolgens zijn drie situaties denkbaar:
1. Heeft de advocaat van de betrokkene na ommekomst van de gestelde termijn niet aan u laten weten dat de betrokkene van zijn blokkeringsrecht gebruik gemaakt, dan zendt u het deskundigenbericht (in drievoud) samen met uw eindnota naar de rechtbank. Ook hier is telefonische verificatie van de ontvangst van uw brief aan te raden.
2. Heeft de advocaat van de betrokkene schriftelijk aan u laten weten dat de betrokkene van zijn blokkeringsrecht geen gebruik maakt, dan zendt u het deskundigenbericht (in drievoud) met uw eindnota aan de rechtbank.
3. Heeft de betrokkene wel gebruik gemaakt van zijn blokkeringsrecht, dan zendt u het deskundigenbericht niet aan de rechtbank, maar laat u schriftelijk aan de rechtbank weten dat u daartoe niet in staat bent wegens het gebruik van het blokkeringsrecht. Bij uw brief aan de rechtbank voegt u tevens uw eindnota.
11. Twijfelt u over de invulling van het inzage- en blokkeringsrecht in de zaak waarin u als deskundige bent benoemd, dan kunt u desgewenst vanzelfsprekend telefonisch of per e-mail uw vragen voorleggen aan een medewerker van de administratie van team handel.
Voorafgaand aan het deskundigenonderzoek: voorschotnota
12. De kosten van het deskundigenonderzoek worden betaald door partijen, of, als een partij recht heeft op rechtsbijstand op kosten van de Staat, door de Staat. U kunt voor uw ver-richtingen een honorarium (loon) in rekening brengen. U heeft daarnaast recht op vergoe-ding van door u ten behoeve van het onderzoek gemaakte kosten, bijvoorbeeld reiskosten, kosten van foto’s etc (schadeloosstelling). Voor honorarium en kosten samen wordt één voorschot bepaald. In de meeste gevallen wordt in de uitspraak het voorschot bepaald op een door de deskundige te begroten bedrag. U ontvangt bijgesloten een brief van de griffier met het verzoek opgave te doen van het voorschot. Wilt u die zo spoedig mogelijk aan de griffier van de rechtbank retourneren?
Ter vermijding van betalingsproblemen is het verstandig het voorschot zoveel mogelijk te begroten op het bedrag van de vermoedelijke eindnota. Na ontvangst van uw brief bericht de griffier partijen over de hoogte van het voorschot en int de griffier het voorschot. Is het voorschot aan de rechtbank betaald, dan zendt de griffier u daarvan bericht, met de mededeling dat u met het onderzoek kunt beginnen.
13. U wordt dringend aangeraden niet met het onderzoek te beginnen voordat de griffier u schriftelijk heeft bericht dat het voorschot is betaald, omdat betaling van uw werkzaam-heden anders geheel voor uw risico is.
Het deskundigenonderzoek: algemeen
14. De deskundige die zijn benoeming heeft aanvaard, is volgens de wet verplicht de opdracht onpartijdig en naar beste weten te volbrengen. Onpartijdig betekent onder andere dat het u jegens beide partijen vrij moet staan om als deskundige op te treden. Dit laatste is niet het geval indien u (één van) partijen kent.
15. U verricht het onderzoek zelfstandig. Dit betekent dat u zelf bepaalt hoe u het deskun-digen-onderzoek inricht, uitvoert en verslaat. Het betekent ook dat het niet is toegestaan het onderzoek door iemand anders te laten uitvoeren.
16. U heeft uitsluitend met de advocaten van partijen rechtstreeks contact. Met een partij communiceert u slechts rechtstreeks in aanwezigheid van de advocaat van die partij (zie echter ook hierna onder 21). Waar hierna over communicatie met partijen wordt gespro-ken, wordt dus bedoeld dat u via de advocaten met partijen communiceert.
17. Partijen zijn volgens de wet verplicht aan het deskundigenonderzoek mee te werken.
Het deskundigenonderzoek: hoor en wederhoor
18. Het beginsel van hoor en wederhoor vereist dat u de advocaten van partijen gelegenheid geeft opmerkingen te maken en verzoeken te doen. Uw deskundigenbericht is slechts bruikbaar in de procedure indien erin is vermeld dat u de advocaten van partijen hiertoe gelegenheid heeft geboden. Is van deze gelegenheid gebruik gemaakt, dan vermeldt u tevens de inhoud van de opmerkingen en verzoeken.
19. Het komt nogal eens voor dat advocaten van partijen zich met verdergaande opmerkingen en verzoeken tot de deskundige wenden dan waartoe zij het recht hebben. Het recht op-mer-kingen te maken en verzoeken te doen wordt onder andere begrensd door het beginsel van hoor en wederhoor. Een voorbeeld van een niet toegestaan verzoek is dat partijen u vragen voorleggen in aanvulling op of in afwijking van de vragen die u door de rechtbank zijn gesteld. Een voorbeeld van een wel toegestaan verzoek is dat een partij u vraagt in uw overwegingen ook een schriftelijk stuk te betrekken dat zich nog niet onder de proces-stukken bevindt. De partij die dit verzoekt moet het desbetreffende stuk aan u over-leggen en de wederpartij een kopie zenden. Van u wordt dan verlangd dat u bij de beant-woor-ding van de vragen van de rechtbank mede acht slaat op het aan u overgelegde stuk en daarvan melding maakt in het deskundigenbericht. Indien u twijfelt of u moet ingaan op vragen of verzoeken van partijen, kunt u hierover desgewenst contact opnemen met de admi-nistratie van Team Handel. Indien u in uw deskundigenbericht niet ingaat op opmer-kingen of ver-zoeken van partijen, dient u dit in het deskundigenbericht te vermelden onder opgave van de reden daarvan.
20. Het kan praktisch zijn in de beginfase van het deskundigenonderzoek aan partijen duidelijk te maken op welke wijze u hen in de gelegenheid zult stellen opmerkingen te maken en ver-zoeken te doen. Denkbaar zijn in ieder geval de volgende varianten.
a. u stelt partijen eenmalig in de gelegenheid binnen een door u bepaalde, redelijke ter-mijn opmerkingen te maken en verzoeken te doen en brengt na afloop van die termijn direct uw definitieve deskundigenbericht aan de rechtbank uit;
b. u stuurt partijen een concept van een deel van uw bevindingen, waarin u wel vermeldt van welke feiten u uitgaat, maar niet wat uw bevindingen als deskundige (conclusie, oor-deel, mening) zijn in antwoord op de vragen die de rechtbank u heeft gesteld; u geeft hen tegelijk gelegenheid binnen een door u vermelde, redelijke termijn opmer-kingen te maken en verzoeken te doen; na afloop van de termijn maakt u het des-kun-digenbericht af; aan de rechtbank zendt u uitsluitend het definitieve des-kun-digen-be-richt; stuur dus uw concept-bericht niet aan de rechtbank.
c. u stuurt aan partijen (en niet: aan de rechtbank) een volledig concept-bericht en geeft partijen gelegenheid tot het maken van opmerkingen en het doen van verzoeken; daar-na maakt u het deskundigenbericht af en stuurt u de definitieve versie aan de rechtbank; deze variant heeft als risico dat partijen met u zullen willen discussiëren over uw conclusies.
Welke variant u kiest, bepaalt u zelf. Het staat u vrij partijen over de keuze van een variant te raadplegen, maar u bent dat niet verplicht. Ontstaat tussen partijen en u een verschil van mening over de keuze van de variant, dan kunt u zich desgewenst tot de administratie van Team Handel wenden.
Het deskundigenonderzoek: onderzoek ter plaatse
21. Is het noodzakelijk dat u één van partijen zelf onderzoekt, bijvoorbeeld bij een medisch onderzoek, dan hoeft u anderen dan die partij niet in de gelegenheid te stellen het onder-zoek bij te wonen. U nodigt dan de partij uit door tussenkomst van haar advocaat. Aan de advocaat van de wederpartij bericht u dat u de partij heeft uitgenodigd en voor welke datum.
22. Zo nodig moet u het object waarop uw onderzoek betrekking heeft bezichtigen. In dat geval moet u zowel partijen als hun advocaten tijdig van die bezichtiging op de hoogte stellen en hen in de gelegenheid stellen bij die bezichtiging aanwezig te zijn, tenzij partijen daarvan uitdrukkelijk afzien en u dit vermeldt in uw deskundigenbericht.
Het deskundigenonderzoek: indien het voorschot toch niet toereikend lijkt
23. Bemerkt u tijdens het onderzoek dat het voorschot niet toereikend zal zijn, dan is het raad-zaam het onderzoek tijdelijk te onderbreken en aan de administratie van Team Handel schriftelijk te vragen een nader, door u genoemd voorschotbedrag, te innen bij de partij die reeds een voorschot heeft voldaan. De rechtbank zal dan een verzoek tot betaling van het nadere voorschotbe-drag aan de desbetreffende partij zenden en u na ontvangst daarvan berichten dat u het onderzoek kunt voortzetten. Laat u een en ander na, dan loopt u het risico dat partijen het verschil na ontvangst van uw eindnota niet of niet tijdig betalen. In het laatste geval kunt u de rechtbank om een bevelschrift verzoeken, waarmee u met hulp van een deurwaarder het restant rechtstreeks bij partijen incasseert.
Verhindering/vertraging
24. Indien u voorziet dat u, om welke reden dan ook, het deskundigenbericht niet of niet op tijd zult kunnen uitbrengen, wordt u verzocht dit zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de rechtbank te melden.
Deskundigenbericht en eindnota
25. Uw deskundigenbericht (alleen de eindversie, niet een eventueel concept) dient u in drievoud te deponeren bij of toe te zenden aan:
Rechtbank Amsterdam
Sector Civiel, Team Handel, kamer D 4.01
Postbus 84500
1080 BN Amsterdam
26. Zijn er meer deskundigen benoemd, dan wordt er gezamenlijk één schriftelijk deskundigenbericht uitgebracht, tenzij dit gezien de aard van de rapportage niet mogelijk is. Bij verschil van inzicht kan daarvan melding worden gemaakt.
27. Bij uw deskundigenbericht voegt u de eindnota. Bent u B.T.W.-plichtig, dan vermeldt u de B.T.W. op de eindnota. De rechtbank zendt een kopie van de eindnota aan partijen.
28. Na ontvangst van de eindnota betaalt de rechtbank het reeds ontvangen voorschot norma-liter aan u door tot het bedrag van de eindnota. Is uw eindnota hoger dan het voorschot, dan verzoekt de griffier de partij die het voorschot heeft betaald, het verschil te voldoen. Dat geschiedt door betaling aan de rechtbank, waarna de rechtbank het bedrag aan u doorbetaalt. Blijft betaling uit, dan geeft de rechtbank aan u een bevelschrift af. Daarmee kunt u een gerechtsdeurwaarder het bedrag laten incasseren bij de desbetreffende partij. De rechtbank kan betaling dus niet rechtstreeks voor u afdwingen, maar slechts, indien nodig, een bevelschrift aan u afgeven, waarmee u zelf betaling kunt verlangen van de partij tegen wie het bevelschrift is gericht.
29. Indien partijen melden het niet eens te zijn met het bedrag van uw eindnota, dient de recht-bank het bedrag waarop u recht heeft te begroten met inachtneming van uw opgave en de standpunten van partijen.
Kopie van de uitspraak na deskundigenbericht
30. Indien uw deskundigenbericht wordt gebruikt in een uitspraak in de zaak waarin het is uitgebracht, zal de rechtbank u een afschrift van de uitspraak doen toekomen.
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
31. Wellicht ten overvloede: het is aan u te beoordelen of u tegen het risico van beroepsaan-sprake-lijkheid bent verzekerd.
Vragen
32. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u zich wenden tot de administratie van Team Handel:
telefoonnummer: 020 541 4000;
faxnummer: 020 541 3145;
e-mail: deskundigen-civiel@amsarr.drp.minjus.nl