ECLI:NL:RBAMS:2004:AR3419

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 04/1959 P
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M.Y.C. Poelmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot onherkenbaar maken van portret van de premier op posters

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Amsterdam op 6 oktober 2004, vorderde de Staat der Nederlanden dat de gedaagden, waaronder de stichting Ex Porn Star Lounge, de posters met het portret van de premier onherkenbaar zouden maken. De vordering was ingesteld in kort geding, waarbij de Staat optrad als eiser. De gedaagden, waaronder ook andere stichtingen, waren niet allemaal verschenen, waardoor tegen hen verstek werd verleend. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering ten aanzien van de niet verschenen gedaagden niet langer werd gehandhaafd, en veroordeelde de Staat in de kosten van de procedure voor deze gedaagden, welke op nihil werden gesteld.

De voorzieningenrechter beval de gedaagden om op hun website elke openbaarmaking en/of verveelvoudiging van het portret van de premier in verband met een dansavond op 16 oktober 2004 te staken. Tevens werd hen opgedragen om binnen 24 uur na betekening van het vonnis de posters onherkenbaar te maken en een schriftelijke opgave te verstrekken van het aantal posters dat was gedrukt en waarop het portret onherkenbaar was gemaakt. De rechter legde een dwangsom op van € 1.000 per uur voor het niet naleven van het bevel en € 100 voor iedere poster die in strijd met het bevel werd aangetroffen, met een maximum van € 50.000 voor alle dwangsommen samen.

De kosten van het geding werden aan de zijde van de Staat begroot op € 1.027,78, terwijl de Staat in de kosten van de gedaagden sub 2, 3 en 5 werd veroordeeld tot nihil. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De voorzieningenrechter wees het meer of anders gevorderde af, en de zaak werd afgesloten met de beslissing dat de gedaagden als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding werden veroordeeld.

Uitspraak

P/BB
vonnis 6 oktober 2004
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t r o l n u m m e r KG 04/1959 P v a n:
de STAAT DER NEDERLANDEN,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
e i s e r bij gelijkluidende dagvaardingen van 4 en 5 oktober 2004,
procureur mr. L.P. Broekveldt,
advocaat mr. H.J.M. Boukema te ‘s-Gravenhage,
t e g e n :
1. de stichting STICHTING EX PORN STAR LOUNGE,
gevestigd te Amsterdam, verschenen bij haar [voorzitter],
2. [gedaagdesub2],
wonende te [woonplaats], niet verschenen,
3. [gedaagdesub3],
wonende te [woonplaats], niet verschenen,
4. [gedaagdesub4], handelend onder de naam SUPERFLY PRODUCTIONS,
wonende te [woonplaats], in persoon verschenen,
5. de stichting STICHTING PANAMA,
gevestigd te Amsterdam, niet verschenen,
g e d a a g d e n .
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1. Ter terechtzitting van 6 oktober 2004 heeft eiser, verder te noemen de Staat, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding, met dien verstande dat hij de vordering tegen gedaagden sub 2, 3 en 5 niet langer heeft gehandhaafd en het deel van de vordering onder 2 van het petitum in de dagvaarding waar om verwijdering van de posters met het portret van [de premier] wordt gevraagd, heeft gewijzigd in het onherkenbaar maken van [de premier] op de posters.
Gedaagden sub 1 en 4, verder gezamenlijk te noemen Ex Porn Star Lounge c.s., hebben zich ten aanzien van de gewijzigde vordering gerefereerd aan het oordeel van de voorzieningenrechter, met uitzondering van de gevorderde dwangsommen, ten aanzien waarvan zij matiging hebben gevraagd. Na verder debat is om vonnis gevraagd. In verband met de spoedeisendheid is heden uitspraak gedaan.
Beoordeling van het geschil
2. Tegen de niet verschenen gedaagden sub 2, 3 en 5 wordt verstek verleend.
Nu de vordering ten aanzien van deze gedaagden ter terechtzitting niet langer is gehandhaafd, wordt de Staat ten aanzien van deze gedaagden in de kosten van de procedure veroordeeld, welke op nihil worden gesteld.
3. Nu Ex Porn Star Lounge c.s. tegen de gewijzigde vordering geen verweer hebben gevoerd, is deze toewijsbaar, met dien verstande dat de dwangsommen zullen worden gematigd en de termijnen zullen worden vastgesteld als na te melden.
4. Ex Porn Star Lounge c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
BESLISSING IN KORT GEDING
De voorzieningenrechter:
1. Beveelt Ex Porn Star Lounge c.s. op hun website elke openbaarmaking en/of verveelvoudiging van het portret van [de premier] in verband met een dansavond op 16 oktober 2004 vanaf de betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden.
2. Beveelt Ex Porn Star Lounge c.s. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis op alle posters met het portret van [de premier], die door of in opdracht van gedaagden zijn opgehangen, dit portret onherkenbaar te maken en aan de raadsman van de Staat binnen één week na betekening van dit vonnis een schriftelijke opgave te verstrekken van het aantal posters dat is gedrukt, respectievelijk verspreid, respectievelijk waarop het portret van [de premier] onherkenbaar is gemaakt, alsmede het bewijs over te leggen dat alle teruggenomen, respectievelijk in voorraad zijnde posters zijn vernietigd.
3. Veroordeelt Ex Porn Star Lounge c.s. hoofdelijk tot betaling van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 1.000,= per uur dat Ex Porn Star Lounge c.s. in strijd handelen met het onder 1 vermelde bevel en tot betaling van € 100,= voor iedere poster die in strijd met het onder 2 vermelde bevel wordt aangetroffen, onverschillig waar, en € 1.000,= per dag dat Ex Porn Star Lounge c.s. in gebreke blijven met de volledige verstrekking van de onder sub 2 vermelde gegevens en bewijs van vernietiging, met een maximum voor alle dwangsommen samen van € 50.000,=.
4. Veroordeelt Ex Porn Star Lounge c.s. hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van de Staat begroot op:
- € 83,78 aan explootkosten,
- € 241,= aan vastrecht en
- € 703,= aan salaris procureur.
5. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
6. Veroordeelt de Staat in de kosten van dit geding, aan de zijde van gedaagde sub 2, 3 en 5 gevallen, begroot op nihil.
7. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door mr. M.Y.C. Poelmann, vice-president van de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 oktober 2004, in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: