ECLI:NL:RBAMS:2004:AQ6858

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 augustus 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
13/008013-04
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor oplichting en misbruik van UPC-netwerk

In de strafzaak tegen de verdachte, die op 12 augustus 2004 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, is de verdachte veroordeeld voor oplichting en het misbruik maken van het netwerk en de diensten van UPC. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 september 2003 tot en met 27 januari 2004 op illegale wijze toegang heeft verkregen tot het UPC-netwerk. Dit deed hij door middel van technische manipulaties en het gebruik van een illegale internetaansluiting. De verdachte heeft met zijn handelen aanzienlijke schade toegebracht aan UPC door het versturen van zogenaamde spam-mails, die verband hielden met de bekende '419-scam'. Deze oplichtingspraktijken waren gericht op het misleiden van goedgelovige personen om hen geld afhandig te maken.

De rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op verschillende proces-verbalen, waaronder aangiften van UPC en bevindingen van de politie. De verdachte is op 27 januari 2004 aangehouden en er zijn diverse digitale sporen aangetroffen op zijn computer die duiden op zijn betrokkenheid bij de oplichtingspraktijken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de hem ten laste gelegde feiten en dat er geen omstandigheden zijn die zijn strafbaarheid uitsluiten.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De verdachte is voor zijn daden veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarbij de tijd die hij in verzekering heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht op de straf. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van 12 augustus 2004.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/008013-04
Datum uitspraak: 12 augustus 2004
op tegenspraak, met machtiging
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige kamer A, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats]) op [geboortedatum] 1967,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 juli 2004.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding, waarvan een kopie als bijlage aan dit vonnis is gehecht. De in die dagvaarding vermelde telastelegging geldt als hier ingevoegd.
2. Voorvragen
3. Waardering van het bewijs
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:
in de periode van 1 september 2003 tot en met 27 januari 2004 te Amsterdam op tijdstippen telkens met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen, door technische ingrepen en/of met behulp van valse signalen, gebruik heeft gemaakt van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek werd aangeboden, immers heeft hij, verdachte, door middel van een illegale internetaansluiting en/of technische manipulatie van de infrastructuur van de firma UPC, gebruik gemaakt van de diensten van UPC, welke diensten worden aangeboden op het door hen geëxploiteerde kabelnetwerk, welk kabelnetwerk bestemd is voor data en telecommunicatie en welke diensten onder meer bestaan uit internet;
ten aanzien van feit 2:
in de periode van 1 september 2003 tot en met 27 januari 2004 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, onbekende personen te bewegen tot de afgifte van enig geldbedrag met vorenomschreven oogmerk opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid op naam van een ander dan verdachte, per e-mail e-mailberichten en/of tekstberichten heeft verzonden aan onbekend gebleven personen, telkens inhoudende dat een of meer anderen in nood verkeren en/of dat voornoemde personen hulp behoeven en/of dat de
aangeschreven personen hen moeten/willen helpen grote geldbedragen naar het buitenland te brengen door een rekeningnummer ter beschikking te stellen en/of door investeringen te doen en/of die onbekend gebleven personen daarbij een percentage van een geldbedrag in het vooruitzicht te stellen, zulks terwijl de personen uit wier naam de berichten zijn geschreven niet bestaan en/of voornoemde brieven niet hebben geschreven.
Voor zover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
4. Het bewijs
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Hierna volgt de (zakelijk weergegeven) opsomming van de inhoud en van de vindplaats van deze bewijsmiddelen.
? Het proces-verbaal van aangifte en het proces-verbaal van aanvullende aangifte van U.P.C., van respectievelijk 12 september 2003 en 7 januari 2004, inhoudende onder meer dat zogenaamde spam-mail wordt verstuurd vanaf bepaalde adressen en via illegale aansluitingen en dat de inhoud van die spam Advance Fee Fraude, ook wel aangeduid als “spam 419”, betreft (respectievelijk rubriek 2.1 en 2.2).
? Het proces-verbaal van bevindingen van 12 januari 2004, betreffende perceel [adres1] (de rechtbank leest: 308, gelet op de inhoud van het proces-verbaal “wijziging huisnummer”, rubriek 5.6), inhoudende onder meer:
- dat het perceel [adres1] een fysieke locatie is van waaruit door middel van een illegaal kabelmodem een internetverbinding bestaat, waarover spam-mail is verzonden;
- dat daarnaast kennelijk een legaal modem wordt gebruikt voor het beantwoorden van de reacties op de spam-mail van potentiële slachtoffers (rubriek 5.2).
? Het proces-verbaal en kennisgeving van inbeslagneming van 27 januari 2004, inhoudende dat op 27 januari 2004 in perceel [adres1] te Amsterdam een computer, Notebook Compaq, inbeslagnamenummer 3J-8-1, in beslag is genomen.
Uit dit proces-verbaal blijkt dat de computer zich in de woonkamer bevond.
? Het proces-verbaal van bevindingen van 29 januari 2004, inhoudende dat zich in de aangetroffen computer Compaq EVO N610c laptop, inbeslagnamenummer 3J-8-1, documenten en applicaties bevinden die mogelijk gebruikt zijn om fraudeleuze handelingen te verrichten (rubriek 5.4).
? Het proces-verbaal van bevindingen van 12 februari 2004, waarin wordt gerelateerd dat in perceel [adres1] te Amsterdam zijn aangetroffen:
- floppy’s, inhoudende zogenaamde “Nigeriaanse oplichtingsbrieven” en bestanden met duizenden e-mail adressen en
- enveloppen met geadresseerden over de gehele wereld, waarin zogenaamde “Nigeriaanse oplichtingsbrieven” zaten (rubriek 5.5).
? Geschriften, zijnde documenten aangetroffen op computerfloppy’s (rubriek 8.1).
? Het proces-verbaal van bevindingen van 30 januari 2004, opgemaakt door officier van justitie mr. P. Van Laere, waarin wordt gerelateerd dat zij op het adres [adres1]:
- een zogenaamde strijkplankopstelling heeft geconstateerd, inhoudende dat een strijkplank staat opgesteld met daarop een groot vel papier met daarop namen van personen of bedrijven; deze opstelling zou typerend zijn voor de West-Afrikaanse fraude;
- heeft waargenomen dat zich naast de strijkplankopstelling tussen de 6 en 10 mobiele telefoons bevonden.
? Het proces-verbaal van aanhouding van verdachte van 27 januari 2004, inhoudende dat verdachte op 27 januari 2004 op het adres [adres1] te Amsterdam is aangehouden (rubriek 7.3).
? Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 28 januari 2004, waarin hij verklaart dat zijn e-mail adres is: victor4u@gmx.de (rubriek 4.3).
? Het proces-verbaal van bevindingen van 28 juli 2004, betreffende nader onderzoek naar data, die betrekking hebben op de door de verdachte in zijn verhoor genoemd emailadres: victor4u@gmx.de, op de harde schijf van de aangetroffen computer Compaq EVO N610c laptop, inbeslagnamenummer: 3J-8-1.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van [hoofdagent-rechercheur] van de regiopolitie Amsterdam-Amstelland:
“In de unallocated clusters van partitie C trof ik de navolgde data aan:
1. Visited: USER1@http://www59.gmx.net/de/cgi/startpage/1064127605? CUSTOMERNO=7900832&lALIAS=victor4u&lDOMAIN=gmx.de&lLASTLOGIN=2003%2D09%2D19+14%3A02%3A58&t=de352609814.1064127605&
2. Visited: USER1@http://www44.gmx.net/de/cgi/startpage/1065135619? CUSTOMERNO=7900832&lALIAS=victor4u&lDOMAIN=gmx.de&lLASTLOGIN=2003%2D10%2D01+14%3A42%3A24&t=de1014700562.1065135619&
Tevens trof ik in de slack onder het bestand C:\Documents and Settings\USER1\Local Settings\Temporary Internet Files\Content.IE5\WDE3SXEN\eurototaal_top21[1].gif de navolgende gegevens aan. Deze gegevens waren door de gebruiker of door het systeem automatisch verwijderd echter door het systeem nog niet overschreven.
3. 200311102003117: USER1@http://www48.gmx.net/de/cgi/startpage/
1068483061? CUSTOMERNO =7900832&lALIAS=victor4u&lDOMAIN=gmx.de&l
LASTLOGIN=2003%2D11%2D09+15%3A15%3A39&t=de1171508874.1068483061
Alle getoonde data blijken zogenaamde ‘cookies’ te zijn. Een cookie is een mogelijkheid van een server om gegevens op te slaan op de vaste schijf van een bezoekende gebruiker. De server kan een klein stukje informatie van de bezochte website op de ontvangende computer opslaan en ook weer (bij een volgend bezoek) lezen. Cookies worden gebruikt om de bezoekers van sites te volgen en te identificeren. Ze kunnen informatie bevatten als datum/tijd van bezoek, namen van bezochte pagina’s of gekochte producten.
Uitleg gegevens onder 1 genoemde cookie:
Blijkens onderzoek blijkt dat de onder 1 genoemde cookie opgeslagen is op de harde schijf van de gebruiker USER1 op 21 september 2003 te 09:00:10 uur. De gebruiker heeft ingelogd, met het emailadres victor4u@gmx.de, op de server van gmx.net bij het domein .de
Uitleg gegevens onder 2 genoemde cookie:
Blijkens onderzoek blijkt dat de onder 1” (de rechtbank leest: 2) “genoemde cookie opgeslagen is op de harde schijf van de gebruiker USER1 op 03 oktober 2003 te 01:00:11 uur. De gebruiker heeft ingelogd, met het emailadres victor4u@gmx.de, op de server van gmx.net bij het domein .de
Uitleg gegevens onder 3 genoemde cookie:
Blijkens onderzoek blijkt dat de onder 3 genoemde cookie opgeslagen is op de harde schijf van de gebruiker USER1 tussen 10 november 2003 te 18:51:01 uur en 17 november 2003 te 09:40:50 uur. De gebruiker heeft ingelogd, met het emailadres victor4u@gmx.de, op de server van gmx.net bij het domein .de
In het register van de genoemd computer trof ik de sub sleutel Software\Microsoft\Protected Storage System Provider\S-1-5-21-436374069-688789844-854245398-1003\Internet Explorer\Internet Explorer\http://gmx.de/:StringData de navolgende datagegevens aan:
victor4u@gmx.de
Het Register van Windows is de centrale database waar alle informatie wordt opgeslagen over alle instellingen van Windows en de instellingen van bepaalde programma’s. Een van de mogelijkheden binnen Windows is om login namen en wachtwoorden voor servers op te slaan. Deze gegevens worden opgeslagen in de sleutel Software\Microsoft\Protected Storage System Provider.
Uitleg genoemde sleutel met opgeslagen gegevens:
Toen de gebruiker van het emailadres voor de eerste keer wilde inloggen op de site van gmx.de kreeg de gebruiker vermoedelijk een, zogenaamd, ‘pop up’ screen te zien waarin hem gevraagd werd of Windows automatisch de ingevoerde gegevens voor de gebruiker mocht opslaan. De gebruiker heeft hier kennelijk gebruik van gemaakt daar er in de registersleutel Software\Microsoft\Protected Storage System Provider een zogenaamde sid, welke overeenkomt met USER1, twee mappen map Internet Explorer en een map http://gmx.de/:StringData zijn aangemaakt. In deze map staat het genoemde emailadres. Hierdoor hoeft de gebruiker, van dit email adres, bij het invoeren van zijn emailadres om in te loggen bij gmx alleen maar de eerste letter van dit emailadres in te vullen waarna de overige letters en tekens van het emailadres automatisch worden aangevuld door Windows”.
(...)
“De gebruiker van het emailadres victor4u@gmx.de heeft gebruik gemaakt van de onderzochte computer. De gebruiker van het emailadres victor4u@gmx.de heeft gebruik gemaakt van het account USER1 die op deze computer aanwezig was. De eerder aangetroffen documenten welke mogelijk gebruikt zijn om frauduleuze handelingen te verrichten, waren eveneens opgeslagen onder het account USER1.
Blijkens de gegevens van de netwerkinstellingen van deze computer bleek dat de genoemde computer was voorzien van een zogenaamd DHCP ip-adres, te weten: 62.195.89.189.
DHCP is een afkorting van het Dynamic Host Configuration Protocol. Dit is een Internetprotocol voor het toewijzen van een IP-adres aan een werkstation in een LAN. Met andere woorden: individuele computers kunnen hun instellingen van een centrale server halen of krijgen. Vooral van belang bij grotere netwerken.
Genoemd ip-adres bleek toe te behoren aan het netwerkadres node-d-59bd.a2000.nl. Een node is een netwerkterm waarmee een knooppunt of een verbinding in een netwerk wordt aangeduid. Hieruit blijkt dat de onderzochte computer gebruik heeft gemaakt van het netwerk van A2000, welke in beheer is bij de firma UPC te Amsterdam”.
De rechtbank begrijpt vorenstaande bevindingen aldus dat:
? de gebruiker van het e-mailadres victor4u@gmx.de gebruiker is van de door Internet serviceprovider GMX in de Bondsrepubliek Duitsland aangeboden (e-mail) faciliteiten;
? als gebruiker van de computer aangemerkt moet worden de gebruiker van het e-mail adres victor4u@gmx.de.
? door middel van de onderzochte computer op illegale wijze toegang is verschaft tot het zogenoemde Local Area Network (LAN) van A2000 en/of UPC en dat vervolgens misbruik is gemaakt van de op dit netwerk aanwezige e-mail faciliteiten van UPC;
? op vorenstaande wijze grote hoeveelheden ongevraagde e-mail (spam) verzonden konden worden, al dan niet in combinatie met de onder ‘USER1’ op de onderzochte computer aangetroffen documenten.
Nu verdachte niet slechts in de woning is aangetroffen, maar uit het nader onderzoek naar de data op de harde schijf in de computer voorts is gebleken dat verdachte van die computer gebruik heeft gemaakt en wel in de telastegelegde periode acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich op illegale wijze toegang heeft verschaft tot het UPC-netwerk en dat hij vanuit de woning de in de telastelegging genoemde oplichtingshandelingen heeft verricht.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straf
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft met zijn handelen misbruik gemaakt van het netwerk en de diensten van UPC en deze firma hierdoor voor een aanzienlijk bedrag benadeeld.
De inhoud van de door verdachte en zijn mededaders verzonden mail had betrekking op de zogenaamde “419-scam”. Verdachte en zijn mededaders hebben getracht op slinkse wijze (soms goedgelovige of op snelle winsten beluste) mensen hun geld afhandig te maken. Door deze handelwijze hebben verdachte en zijn mededaders ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen van deze personen.
De duur van de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf vloeit daarmee voort uit de aan verdachte verweten gedragingen. Daarnaast streeft de rechtbank als strafdoel na, dat door het opleggen van straffen als de onderhavige anderen ervan zullen worden weerhouden soortgelijke strafbare feiten te begaan.
De rechtbank neemt in aanmerking dat verdachte blijkens een Uittreksel Justitiële Documentatie van 12 juli 2004 niet eerder is veroordeeld.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 47, 57, 326 en 326c van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen, door een technische ingreep of met behulp van valse signalen, gebruik maken van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek wordt aangeboden, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart v[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.L. Mastboom, voorzitter,
mrs. S. van Eunen en G. Demmink, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. Moese, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 augustus 2004.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.