ECLI:NL:RBAMS:2004:AQ1745

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
13/009009-04
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte van gebruik van illegale faciliteiten en poging tot oplichting

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 15 juli 2004, werd de verdachte beschuldigd van het gebruikmaken van de faciliteiten van UPC zonder betaling en het medeplegen van poging tot oplichting. De rechtbank heeft de zaak behandeld na eerdere zittingen op 19 april en 1 juli 2004, waarbij de politierechter de zaak verwees naar de meervoudige kamer. De telastelegging was gebaseerd op het gebruik van een illegale internetaansluiting vanuit de woning van de verdachte, waar ook spam-mail werd verstuurd die verband hield met Advance Fee Fraude, ook wel bekend als spam 419.

Tijdens de zittingen werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder aangiften van UPC en bevindingen van de politie. De rechtbank concludeerde echter dat de betrokkenheid van de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden vastgesteld. De verklaringen van de verdachte en de medeverdachte, evenals de aangetroffen documenten in de woning, waren onvoldoende om de beschuldigingen te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden niet bewezen konden worden en sprak de verdachte vrij van de telasteleggingen.

De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de oudste rechter was niet in staat om te tekenen. De zaak benadrukt de noodzaak van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijk proces.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: [nummer]
Datum uitspraak: 15 juli 2004
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, achtste meervoudige kamer A, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te Nigeria op 20 januari 1980,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van de meervoudige kamer in deze rechtbank van 1 juli 2004 en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van de politierechter in deze rechtbank van 19 april 2004, waarbij de politierechter de zaak heeft verwezen naar de meervoudige kamer.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding, waarvan een kopie als bijlage aan dit vonnis is gehecht. De in die dagvaarding vermelde telastelegging geldt als hier ingevoegd.
2. Voorvragen
3. Waardering van het bewijs
De rechtbank acht het onder 1. en 2. telastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt als volgt.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte - zakelijk samengevat - gebruik heeft gemaakt van de faciliteiten van U.P.C. zonder daarvoor te betalen en zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van poging tot oplichting.
Uit het dossier zijn de volgende belastende omstandigheden af te leiden:
- de aangifte en de aanvullende aangifte van U.P.C., d.d. respectievelijk 12 september 2003 en 7 januari 2004, inhoudende onder meer dat zogenaamde spam-mail wordt verstuurd vanaf bepaalde adressen en via illegale aansluitingen en dat de inhoud van die spam Advance Fee Fraude, ook wel aangeduid als spam 419, betreft;
- het proces-verbaal van bevindingen betreffende perceel [adres] te Amsterdam, d.d. 12 januari 2004, inhoudende onder meer:
a. dat het perceel [adres] een fysieke locatie is van waaruit door middel van een illegaal kabelmodem een internetverbinding bestaat, waarover spam-mail is verzonden;
b. dat daarnaast kennelijk een legaal modem wordt gebruikt voor het beantwoorden van de reacties op de spam-mail van potentiële slachtoffers;
- het aantreffen van drie computers in die woning;
- het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 25 februari 2004, inhoudende dat zich in twee van de aangetroffen computers documenten en applicaties bevinden die mogelijk verband houden met de door de officier van justitie telastegelegde oplichtingspraktijken;
- het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 20 februari 2004, waarin melding wordt gemaakt van het feit dat bescheiden en voorwerpen in de woning worden aangetroffen, waarvan wordt gesteld dat die specifiek voorkomen bij de Nigeriaanse fraude methode (spam 419);
- het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 16 februari 2004, waarin melding wordt gemaakt van het feit dat brieven in de woning worden aangetroffen, waarvan wordt gesteld dat die brieven veel voorkomende Nigeriaanse fraude formulieren/brieven betreffen.
Hieruit leidt de rechtbank af dat er vanuit de woning mogelijk de door de officier van justitie bedoelde oplichtingshandelingen zijn verricht en dat gebruik is gemaakt van een illegale internetaansluiting.
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan de betrokkenheid van verdachte hierbij echter niet wettig en overtuigend worden vastgesteld. Het aantreffen van verdachte in de woning en de inhoud van zijn verklaringen en die van [medeverdachte] zijn hiervoor onvoldoende. Ook de opmerkelijke bevindingen ten aanzien van een in de woning aangetroffen geboortecertificaat op naam van verdachte en de gescande- niet ingevulde - versie daarvan in één van de aangetroffen computers levert niet het benodigde bewijs voor betrokkenheid bij de fraude.
Al deze omstandigheden in aanmerking nemende is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden gezegd dat verdachte het onder 1. en 2. telastegelegde heeft begaan.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
4. Beslissing (bij verstek)
Verklaart het onder 1. en 2. telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. F.G. Bauduin, voorzitter,
mrs. Y.A.A.G. de Vries en M.J.E. Geradts, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. Abram, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 juli 2004.
De oudste rechter is buiten staat te tekenen