ECLI:NL:RBAMS:2004:AQ1742
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Y.A.A.G. de Vries
- F.G. Bauduin
- M.J.E. Geradts
- Rechtspraak.nl
Verdachte van gebruik van UPC-faciliteiten zonder betaling en poging tot oplichting
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 15 juli 2004, werd de verdachte beschuldigd van het gebruikmaken van de faciliteiten van UPC zonder daarvoor te betalen en het medeplegen van poging tot oplichting. De rechtbank heeft de zaak behandeld na eerdere zittingen op 1 juli 2004 en 19 april 2004, waarbij de politierechter de zaak had verwezen naar de meervoudige kamer. De rechtbank heeft de telastelegging beoordeeld en geconcludeerd dat het bewijs niet wettig en overtuigend was. De officier van justitie stelde dat de verdachte betrokken was bij oplichtingshandelingen vanuit zijn woning, maar de rechtbank vond de bewijsvoering onvoldoende. De verklaringen van de verdachte en een medeverdachte waren niet overtuigend genoeg om de betrokkenheid bij de vermeende misdrijven vast te stellen. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat de verdachte gebruik had gemaakt van internetfaciliteiten zonder betaling, en dat de aangetroffen omstandigheden niet voldoende waren om de telastelegging te ondersteunen. Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten.