ECLI:NL:RBAMS:2004:AQ1736
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.E. Geradts
- F.G. Bauduin
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak wegens onvoldoende bewijs in oplichtingszaak met illegale internetaansluiting
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 15 juli 2004, stond de verdachte terecht op beschuldiging van het gebruikmaken van de faciliteiten van UPC zonder betaling en het medeplegen van poging tot oplichting. De officier van justitie stelde dat de verdachte betrokken was bij oplichtingshandelingen vanuit zijn woning, waarbij gebruik werd gemaakt van een illegale internetaansluiting. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de betrokkenheid van de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden vastgesteld. De rechtbank baseerde deze beslissing op verschillende factoren, waaronder de omstandigheden van de aanhouding en de verklaringen van de verdachte en zijn medeverdachte. De rechtbank merkte op dat de officier van justitie niet voldoende bewijs had geleverd om de beschuldigingen te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de aangetroffen omstandigheden, zoals het gebruik van een computer en de aanwezigheid van spam-mail, niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De jongste rechter was niet in staat om te tekenen, en het vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.