ECLI:NL:RBAMS:2004:AO8985
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Sj.A. Rullmann
- Rechtspraak.nl
Verbod op transfervergoeding en medewerking aan overgang voetballer Ajax
In deze zaak vordert de voetballer [eiser] dat A.F.C. Ajax NV wordt verboden om bij een eventuele overgang naar een andere voetbalclub een transfervergoeding te eisen. Tevens vraagt hij dat Ajax verplicht wordt om medewerking te verlenen aan deze overgang, op straffe van een dwangsom en met veroordeling in de proceskosten. De voetballer heeft een arbeidsovereenkomst met Ajax die loopt van 1 juli 2001 tot 30 juni 2004, met een optie voor verlenging tot 30 juni 2006. Ajax heeft deze optie in oktober 2003 formeel bevestigd, maar de voetballer betwist de geldigheid van de arbitrageclausule in het contract, die bepaalt dat geschillen aan de arbitragecommissie van de KNVB moeten worden voorgelegd. De voorzieningenrechter oordeelt dat hij zich onbevoegd verklaart om van de vordering kennis te nemen, omdat de arbitrageclausule van toepassing is. De rechter wijst erop dat de voetballer ook bij de arbitragecommissie een spoedvoorziening kan aanvragen. De zaak wordt verwezen naar de arbitragecommissie voor verdere behandeling, en de voetballer wordt veroordeeld in de kosten van het geding.