ECLI:NL:RBAMS:2003:AO5586
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Laurentius-Kooter
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in huurkoopovereenkomst geschil
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 17 december 2003, hebben eisers [eiser 1] en [eiser 2] de bevoegdheid van de rechtbank betwist om kennis te nemen van hun vordering. De eisers stellen dat de vordering gebaseerd is op een huurkoopovereenkomst, wat zou betekenen dat de sector kanton bevoegd zou zijn. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de overeenkomst waarop de vordering is gebaseerd, een aandelenlease-overeenkomst betreft, en niet een huurkoopovereenkomst in de zin van artikel 7A:1576h BW. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aandelenlease-overeenkomst geen huurkoopovereenkomst is, omdat effecten geen zaken zijn in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Hierdoor is de rechtbank bevoegd om van de vordering kennis te nemen.
De rechtbank heeft de vordering van Spaar Select, die de onbevoegdheid van de rechtbank betwistte, afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor huurkoop niet zijn vervuld, aangezien de overeenkomst betrekking heeft op vermogensrechten en niet op stoffelijke zaken. De rechtbank heeft de kosten van het incident aan Spaar Select opgelegd, als de in het ongelijk gestelde partij. De zaak zal op de rolzitting van 28 januari 2004 weer worden afgeroepen voor verdere conclusies van de eisers. Hoger beroep staat thans niet open, en verdere beslissingen zijn aangehouden.