ECLI:NL:RBAMS:2003:AN9541
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.B. Leeser-Gassan
- M.W. van der Veen
- I.H.J. Konings
- Rechtspraak.nl
Noodweer bij politieoptreden: schieten ter afwering van wederrechtelijke aanranding
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 4 december 2003, stond een politieambtenaar terecht die op 26 februari 2000 twee kogels had afgevuurd op een aanvaller. De verdachte, die als hoofdagent optrad, had geschoten ter noodzakelijke afwering van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van een slachtoffer. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een zitting op 20 november 2003, waar de telastelegging werd besproken. De verdachte werd beschuldigd van poging tot doodslag, maar voerde aan dat hij handelde uit noodweer.
De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen, waaronder verklaringen van betrokkenen en een reconstructie van de gebeurtenis. De rechtbank concludeerde dat de verdachte op het moment van schieten redelijkerwijs kon aannemen dat het slachtoffer in levensgevaar verkeerde, aangezien de aanvaller met een mes op het slachtoffer afkwam. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet strafbaar was, omdat hij handelde uit noodweer. Hierdoor werd hij ontslagen van alle rechtsvervolging.
Daarnaast werd de benadeelde partij, de aanvaller, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De uitspraak benadrukt de juridische grenzen van noodweer en de bescherming van levens in acute situaties.