ECLI:NL:RBAMS:2003:AM5329

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
13/118024-03
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak na ernstig ongeval veroorzaakt door hoestbui

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 28 oktober 2003, is de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten na een ernstig ongeval. De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 oktober 2003. De verdachte was aangeklaagd voor het veroorzaken van een ongeval, waarbij hij de macht over het stuur zou hebben verloren door een ernstige hoestaanval. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte reeds voor het ongeval last had van hoestbuien en dat hij tijdens het rijden een hoestaanval kreeg, waardoor hij kortstondig het bewustzijn verloor. Er was geen onomstotelijk bewijs dat de hoestaanval was veroorzaakt door het drinken van koffie in de auto, zoals door de verdachte werd ontkend. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet had kunnen voorzien dat hij de macht over het stuur zou verliezen en dat hij daarom niet schuldig was aan het veroorzaken van het ongeval of gevaar op de weg. De rechtbank achtte het niet noodzakelijk om een deskundige te benoemen, zoals door de raadsman van de verdachte was verzocht. Het vonnis werd uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/118024-03
Datum uitspraak: 28 oktober 2003
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, vijfde meervoudige kamer B, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het [adres], [woonplaats].
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 oktober 2003.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding, waarvan een kopie als bijlage aan dit vonnis is gehecht. De in die dagvaarding vermelde telastelegging geldt als hier ingevoegd.
2. Voorvragen
--------------
3. Waardering van het bewijs
De rechtbank acht het primair en het subsidiair telastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Uit de stukken en het verhandelde ter terechtzitting concludeert de rechtbank dat verdachte de macht over het stuur is verloren door een ernstige hoestaanval ten gevolge waarvan hij korte tijd het bewustzijn heeft verloren. Niet valt uit te sluiten dat deze hoestaanval is veroorzaakt door het drinken van koffie in de auto. Dit is echter niet onomstotelijk vast te stellen, temeer nu verdachte dit ontkent, terwijl wel vaststaat dat verdachte reeds voor het ongeval last had van hoestbuien en bij hem nadien een klaplong is geconstateerd.
Aan verdachte kan niet zonder meer worden verweten dat hij, wetende dat hij ernstige hoestaanvallen zou kunnen krijgen, is gaan autorijden. Hij hoefde er immers niet op bedacht te zijn dat hij daardoor de macht over het stuur zou verliezen en een ernstig ongeval zoals het onderhavige zou veroorzaken.
Deze overweging brengt met zich dat verdachte geen schuld heeft aan het betreurenswaardige ongeval, zoals primair ten laste gelegd, terwijl hem evenmin schuld treft aan het veroorzaken van gevaar op de weg zoals subsidiair ten laste gelegd.
Gelet op dit oordeel acht de rechtbank het niet noodzakelijk een deskundige te benoemen zoals de raadsman van verdachte heeft verzocht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
4. Beslissing
Verklaart het telastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.D. Bonga-Sigmond, voorzitter,
mrs. P.K. van Riemsdijk en C.N. Dalebout, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J. Witteman, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 oktober 2003.