ECLI:NL:RBAMS:2003:AF8715
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Y.A.A.G. de Vries
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van de gemeente Amsterdam inzake wegonttrekking en belangenafweging
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 april 2003 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de gemeente Amsterdam, waarbij een gedeelte van een parkeerterrein aan de Aambeeldstraat, het Gedempte Hamerkanaal en de Mokerstraat aan het openbaar verkeer werd onttrokken. Eiseres, de besloten vennootschap Westerlengte Beheer B.V. (voorheen Amsterdams Stedelijk Vastgoed B.V.), stelde dat zij een (tweede) in- en uitrit bezat van haar bedrijfsterrein naar de Mokerstraat, en dat de wegonttrekking het verkeer door deze uitrit onmogelijk maakte. De rechtbank ontving het beroepschrift op 16 november 2001, gericht tegen het besluit van verweerder van 10 oktober 2001, waarin de bezwaren tegen het primaire besluit van 11 april 2001 ongegrond werden verklaard.
De rechtbank overwoog dat bij een wegonttrekking de belangen van gebruikers van de te onttrekken wegen moeten worden afgewogen. In het bestreden besluit had verweerder geen rekening gehouden met een civiele procedure die door eiseres was aangespannen tegen de gemeente, waarin eiseres een verbod vroeg op het oprichten van bouwwerken die het gebruik van de uitrit zouden belemmeren. De rechtbank oordeelde dat de uitkomst van deze civiele procedure van cruciaal belang was voor een juiste belangenafweging. Aangezien er nog geen eindvonnis was gewezen in de civiele procedure, kon verweerder geen zorgvuldige belangenafweging maken.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van 10 oktober 2001 en bepaalde dat verweerder een nieuw besluit op het bezwaarschrift van eiseres moest nemen, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd bepaald dat de litigieuze uitrit intact moest blijven tot zes weken na de bekendmaking van het nieuwe besluit. De gemeente Amsterdam werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 644,00, en moest het griffierecht van € 204,00 vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. Y.A.A.G. de Vries, in aanwezigheid van griffier mr. J.A.L. van den Puttelaar.