ECLI:NL:RBAMS:2003:AF4272

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 02/2957 OdC /// KG 03/207 OdC
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R. Orobio de Castro
  • B.P.W. Busch
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de fusie tussen regionale omroep RTVNH en lokale omroep AT5 in kort geding

In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter in kort geding op 10 februari 2003, stonden de Stichting Regionale Omroep Noord-Holland (RTVNH) en de besloten vennootschap UPC Nederland B.V. tegenover elkaar. De zaak betreft een geschil over de fusie tussen RTVNH en AT5, waarbij de Algemene Programmaraad (APR) een advies had gegeven dat de fusie zou leiden tot een gezamenlijke must-carry status voor beide omroepen. De voorzieningenrechter moest beoordelen of het niet doorgaan van de fusie zou leiden tot herstel van de oorspronkelijke situatie, waarbij RTVNH als regionale omroep en AT5 als lokale omroep zouden functioneren. De rechter oordeelde dat het belang van de kijkers voor continuïteit van het aanbod zwaarder woog dan de belangen van AT5, en dat er geen dringende noodzaak was om tussentijdse wijzigingen aan te brengen. De voorzieningenrechter gebood UPC en AT5 zich te houden aan het advies van de APR en veroordeelde RTVNH en AT5 in de proceskosten van UPC. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de uitspraak werd aangehouden tot 20 februari 2003.

Uitspraak

rolnummer KG 02/2957 OdC
rolnummer KG 03/207 OdC
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
Uittreksel uit het audiëntieblad van de openbare terechtzitting in kort geding van 7 fe-bruari 2003, tegenwoordig mr. R. Orobio de Castro, vice-president, en mr. B.P.W. Busch als griffier.
15.00 uur
i n d e z a a k m e t r o l n u m m e r KG 02/2957 OdC v a n:
de Stichting STICHTING REGIONALE OMROEP NOORD-HOLLAND, handelend onder de naam RTV Noord Holland, gevestigd te Haarlem,
procureur mr. R.P.J. Ribbert,
tegen:
de besloten vennootschap UPC NEDERLAND B.V., gevestigd te Amsterdam,
procureur mr. Q.R. Kroes,
e n m e t r o l n u m m e r KG 03/207 OdC v a n:
1. de besloten vennootschap UPC NEDERLAND B.V.,
2. de besloten vennootschap KABELTELEVISIE AMSTERDAM B.V., handelend onder de naam UPC NEDERLAND,
beiden gevestigd te Amsterdam,
procureur mr. Q.R. Kroes,
tegen:
1. de besloten vennootschap AT5 HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap AT5 B.V.,
3. de besloten vennootschap AT5 EXPLOITATIE B.V.,
4. de besloten vennootschap OMROEPBEDRIJF AMSTERDAM B.V.,
allen gevestigd te Amsterdam,
procureur mr. T.W.M. de Mol.
In dit geding is op 10 februari 2003 de volgende beslissing gegeven.
Motivering op hoofdpunten
Uitgangspunt bij de beoordeling is het adviesplan televisie 2002-2003 van de Stichting algemene programmaraad (APR).
Met betrekking tot de aanbieders RTVNH/AT5 houdt dit advies in:
"Inmiddels is duidelijk dat RTVNH en AT5 een fusie zullen aangaan. De verwachte datum is 1 januari 2003. RTVNH vervulde reeds de functie van regionale omroep, welke overeenkomstig de Mediawet als must-carry verplichting is aangewezen. AT5 maakte deel uit van één van de drie SALTO-kanalen en vervulde in Amsterdam (+de concessie-gebieden) en Ouder-Amstel de functie van lokale omroep. Na de fusie met RTVNH ver-valt voor AT5 de status van lokale omroep. In het schema voor Amsterdam (+de con-cessiegebieden) en Ouder-Amstel wordt vooruitlopend op de voorgenomen fusie RTVNH/AT5 als een regionale must-carry zender opgenomen.
Na de fusie is er sprake van één omroep, maar blijven er twee edities voor twee ver-schillende gebieden bestaan. Deze edities zenden hun programma's tegelijkertijd uit. De programma's van beide edities zullen wel veel gelijkenis vertonen. De consumenten in Amsterdam (+ de concessiegebieden) en Ouder-Amstel zullen hierdoor nu ook nieuws uit Noord-Holland ontvangen en consumenten in de overige gemeenten nieuws uit Amsterdam."
De APR is er daarbij dus vanuit gegaan dat de voorgenomen fusie doorgang zou vinden en heeft op die basis aan RTVNH en AT5 gezamenlijk een must-carry kanaal toege-kend.
In wezen gaat het erom of het niet doorgaan van de fusie tot gevolg moet hebben dat hetzij de oorspronkelijke situatie wordt hersteld (RTVNH een eigen must-carry kanaal als regionale zender en AT5 als lokale omroep op één van de must-carry Salto kanalen) hetzij moet worden vastgehouden aan het gegeven advies van de APR op basis van de veronderstelde fusie totdat een nieuw (tussentijds of per het programmajaar 2003/2004) te geven advies is tot stand gekomen.
Alleen al bij wijze van ordemaatregel wordt gekozen voor de laatste mogelijkheid. Ge-let op het aanmerkelijk publieke belang, te weten het belang van de aangesloten kijkers om het aanbod niet tussentijds en op korte termijn gewijzigd te zien en de kijkers conti-nuïteit te waarborgen van het aangebodene gedurende de gebruikelijke termijn van een jaar (de termijn waarvoor het advies geldt), dient het belang van met name AT5 daaraan ondergeschikt te worden gemaakt.
De kort gedingrechter dient bovendien in een geval als dit uiterst terughoudend op te treden en in het bijzonder ook niet op de stoel van de programmaraad te gaan zitten door tussentijdse wijzigingen te sanctioneren of tot stand te brengen zolang daarvoor niet een dringende noodzaak op het vlak van openbare orde of goede zeden noodzakelijk is. Daarvan is in dit geval geen sprake.
BESLISSING IN KORT GEDING
De voorzieningenrechter:
In beide zaken:
1. Gebiedt UPC en AT5 binnen twee dagen na betekening van dit vonnis zich te ge-dragen naar het advies van de Algemene Programma Raad voor het jaar 2002/2003 op de wijze zoals zij dit hebben gedaan tot de verbreking van de samenwerking tus-sen RTVNH en AT5.
In de zaak 02/2957 OdC:
2. Veroordeelt RTVNH in de proceskosten van UPC, tot op heden aan de zijde van UPC begroot op € 193,= wegens vastrecht en op € 703,= aan salaris procureur.
In de zaak 03/207 OdC:
3. Veroordeelt gedaagden AT5 hoofdelijk in de proceskosten van UPC, tot op heden aan de zijde van UPC begroot op € 261,20 aan verschotten waaronder € 193,= we-gens vastrecht en op € 703,= aan salaris procureur.
In beide zaken voorts:
4. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
5. Wijst het meer of anders gevorderde af.
6. Houdt de uitspraak voor het overige aan tot 20 februari 2003.
Waarvan proces-verbaal,
w.g. mr. R. Orobio de Castro w.g. mr. B.P.W. Busch