ECLI:NL:RBAMS:2002:AF5359
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.M. Beins
- R.G. Kemmers
- N.J.M. Tijhuis
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen gerechtsdeurwaarder inzake niet doorbetalen van geïncasseerde alimentatie
In deze zaak heeft de Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam op 9 juli 2002 uitspraak gedaan over een klacht van klaagster tegen de gerechtsdeurwaarder. De klacht betreft het niet doorbetalen van een door de gerechtsdeurwaarder geïncasseerd bedrag van ƒ 11.602,00 aan alimentatie, dat door de gerechtsdeurwaarder was ontvangen van de ex-echtgenoot van klaagster. Klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder opdracht gegeven om het vonnis van de rechtbank te betekenen en de alimentatie te incasseren. Ondanks toezeggingen van de gerechtsdeurwaarder heeft deze het geïncasseerde bedrag niet tijdig aan klaagster doorbetaald.
De procedure begon met een klacht die klaagster op 25 februari 2002 indiende. De gerechtsdeurwaarder heeft geen reactie gegeven op de klacht en is niet verschenen op de zitting. De Kamer heeft vastgesteld dat de gerechtsdeurwaarder in strijd heeft gehandeld met de administratieverordening, die vereist dat geïncasseerde bedragen tijdig aan de rechthebbende worden uitgekeerd. De Kamer heeft geoordeeld dat de klacht over het niet doorbetalen van de geïncasseerde gelden gegrond is.
Daarnaast heeft de Kamer de klacht over de hoogte van de in rekening gebrachte kosten ongegrond verklaard, omdat niet duidelijk was onder welke voorwaarden de gerechtsdeurwaarder de opdracht had aanvaard. De Kamer heeft de gerechtsdeurwaarder een boete van € 2500,00 opgelegd en een termijn van zes maanden bepaald voor de uitvoering van deze maatregel na beëindiging van de surseance van betaling of faillissement. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de secretaris, F.C.H. Krieger, en is openbaar gemaakt. Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam.