ECLI:NL:RBAMS:2002:AE6809
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.A. Sipkens
- H.P.E. Has
- M.J. van Steeg
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak verdachte in strafzaak wegens niet wettig en overtuigend bewijs
Op 8 augustus 2002 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren op 18 november 1981. De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting. De verdachte was aangeklaagd op basis van een gewijzigde telastelegging, die als bijlage aan het vonnis was gehecht. De raadsman van de verdachte voerde aan dat de officier van justitie niet ontvankelijk was in de vervolging, omdat er sprake zou zijn van een burger/pseudokoop, zoals bedoeld in artikel 126ij van het Wetboek van Strafvordering. Dit zou inhouden dat de gedragingen van een medewerker van Sotheby's, die betrokken was bij de terugkoop van gestolen schilderijen, geregisseerd waren door het openbaar ministerie. De raadsman stelde dat er geen schriftelijke overeenkomst was opgemaakt, wat volgens hem noodzakelijk was voor de ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat het telastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen was. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de aanklacht. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De rechtbank oordeelde dat er in dit geval geen sprake was van een burger/pseudokoop, omdat het initiatief voor de koop van de schilderijen uitging van Sotheby's en niet van het openbaar ministerie. Dit vonnis is uitgesproken door de achtste meervoudige kamer D van de Rechtbank Amsterdam, in aanwezigheid van de griffier, mr. E.J. Nooij.