ECLI:NL:RBAMS:2002:AE4130
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- A.W.P. Letschert
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een verkeersbesluit in Amsterdam met betrekking tot een tramverbinding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 31 mei 2002 uitspraak gedaan in een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek is ingediend door een verzoekster, wonende te Amsterdam, tegen het dagelijks bestuur van stadsdeel Amsterdam-Centrum, vertegenwoordigd door mr. A. Fidom. Het verzoek heeft betrekking op een besluit van 26 april 2002, waarbij het bezwaar van verzoekster tegen een eerder verkeersbesluit van 21 december 2001 ongegrond is verklaard. Dit verkeersbesluit betreft de aanleg van een tramverbinding in de Sarphatistraat en Czaar Peterstraat, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van Amsterdam op 4 juli 2001.
De voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat er onverwijlde spoed vereist is voor het treffen van een voorlopige voorziening, gezien de belangen van de verzoekster. De rechter heeft besloten het bestreden besluit te schorsen tot de bekendmaking van de beslissing op bezwaar tegen het profielbesluit. Tevens is bepaald dat de gemeente Amsterdam het door verzoekster gestorte griffierecht van € 109,- dient te vergoeden. De rechter heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, omdat er geen kosten zijn aangetoond die voor vergoeding in aanmerking komen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en de griffier heeft het proces-verbaal opgesteld. De rechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de toetsing van het verzoek om voorlopige voorziening niet bindend is voor de uiteindelijke beslissing in de bodemprocedure. De zaak is van belang voor de betrokken belangen van de verzoekster en de uitvoering van het verkeersbesluit, dat in dit geval zijn grondslag ontbeert door de schorsing van het profielbesluit.