ECLI:NL:RBAMS:2002:AD8751
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van de Thomaskerk te Amsterdam en de gevolgen van de koopovereenkomst met de Rooms Katholieke Parochie Thomas van Aquino
In deze zaak heeft de gemeente Amsterdam een kort geding aangespannen tegen gedaagden die de Thomaskerk in gebruik hebben genomen. De gemeente vorderde ontruiming van de kerk, die zij sinds 29 april 1999 in eigendom heeft, en stelde dat gedaagden de kerk wederrechtelijk bezetten. De gemeente had een sloopvergunning verkregen en was voornemens om op 18 maart 2002 met de sloop te beginnen. De gemeente stelde dat zij schade dreigde te lijden door de bezetting, vooral omdat het parochiebestuur van de Rooms Katholieke Parochie Thomas van Aquino had aangegeven dat de gemeente een boete van f 500.000,- zou verbeuren als de bezetting niet werd beëindigd. Tijdens de zitting op 16 januari 2002 heeft de gemeente haar vordering voor een deel ingetrokken, maar de vordering tot ontruiming bleef bestaan.
Gedaagde 1 heeft verweer gevoerd en betoogd dat de gemeente onvoldoende spoedeisend belang had bij de ontruiming. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de gemeente niet voldoende heeft aangetoond dat de gevorderde ontruiming noodzakelijk was om het verbeuren van de boete te voorkomen. De rechter heeft vastgesteld dat de gemeente onvoldoende inspanningen heeft verricht om de krakers te verwijderen en dat de lange periode waarin de kerk leegstond, mede heeft bijgedragen aan de huidige situatie. De rechter heeft uiteindelijk de vordering tot ontruiming afgewezen, omdat het spoedeisend belang ontbrak.
De voorzieningenrechter heeft de gemeente ook veroordeeld in de kosten van het geding, aangezien zij in het ongelijk is gesteld. Dit vonnis is uitgesproken op 31 januari 2002 door de vice-president A.J. Beukenhorst in de rechtbank te Amsterdam.