ECLI:NL:RBAMS:2000:AA7058

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 00/1962G
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • R.C. Gisolf
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belangenafweging tussen het recht op privacy van eiser en het recht op vrije meningsuiting van Quote

In deze zaak, die op 11 september 2000 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, stond de belangenafweging centraal tussen het recht van eiser om niet blootgesteld te worden aan lichtvaardige verdachtmakingen in de pers en het recht van de gedaagde, Quote Publishing B.V., op vrije meningsuiting. Eiser, een directeur van Newconomy N.V., vorderde rectificatie van een artikel dat in het tijdschrift Quote was gepubliceerd, waarin hij negatief werd belicht. De rechtbank oordeelde dat de publicatie van Quote niet onrechtmatig was, omdat de beweringen in het artikel waren gebaseerd op eerdere berichtgeving en uitspraken van eiser zelf. De rechtbank benadrukte dat eiser als bekende Nederlander meer publiciteit moet dulden dan een gemiddeld burger. De rechtbank concludeerde dat de vordering van eiser in al zijn onderdelen werd afgewezen en dat hij als de in het ongelijk gestelde partij werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid in journalistieke berichtgeving, maar ook de bescherming van de vrije meningsuiting, vooral in het kader van publieke figuren.

Uitspraak

G/MN
vonnis 11 september 2000
DE PRESIDENT VAN DE ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE AMSTERDAM, RECHTSPREKENDE IN KORT GEDING in de zaak:
rolnummer KG 00/1962G van:
[Eiser], wonende te [woonplaats],
e i s e r bij dagvaarding van 24 augustus 2000,
procureur mr K.Th.M. Stöpetie,
t e g e n :
1. de besloten vennootschap QUOTE PUBLISHING B.V., gevestigd te Amsterdam,
2. [Gedaagde],
3. [Gedaagde], beiden mede woonplaats hebbende te [woonplaats],
g e d a a g d e n ,
procureur mr M.Ch. Kaaks.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE :
Ter terechtzitting van 30 augustus 2000 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagden, hierna ook gezamenlijk Quote genoemd, hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen.
Na verder debat hebben partijen stukken, waaronder van weerszijden producties en pleitnotities, overgelegd voor vonniswijzing.
GRONDEN VAN DE BESLISSING :
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. [Eiser] is een van de directeuren van Newconomy N.V.
b. Quote Publishing B.V. is uitgever, [gedaagde] hoofdredacteur en [gedaagde] medewerker van het tijdschrift Quote.
c. [Gedaagde] heeft voor Quote een artikel over [eiser] geschreven. Het concept heeft hij [eiser] op 6 juni 2000 toegestuurd. [eiser] heeft op 8 juni 2000 een uitvoerige schriftelijke reactie daarop gestuurd aan [gedaagde] en [gedaagde].
d. Het uitgewerkte artikel is onder de titel HOT DOG in het augustus-nummer van Quote geplaatst. Op de omslag van Quote wordt het artikel aangekondigd met de tekst:
"[A]
oude streken in
de nieuwe economie"
e. De inleiding van het artikel luidt als volgt.
"Held of schurk. Een tussenweg lijkt er niet. Of je vindt [A] (53) een geweldige kerel en een visionair, of je haren gaan overeind staan bij het zien van zijn markante hoofd. Het zijn niet de minsten die hem op handen dragen. Bekende en minder bekende Nederlanders als [B], [C], [D], [E], [F] en [G] (uitgeverij Wegener) behoren niet alleen tot zijn vriendenkring, maar laten zich ook zonder uitzondering lovend uit over [A]. Tegenstanders zijn er ook genoeg. Hun oordeel is eensgezind: [A] is geen visionair en onbetrouwbaar. Maar blijkbaar heeft [A] macht in de Nederlandse ICT: als mensen al geciteerd wilden worden, dan wel anoniem.
f. Over de activiteiten die [eiser] in het verleden heeft ontplooid wordt als volgt geschreven onder de kopjes PECH en CITY OFFLINE.
Over Cebeon:
"Na een studie sociale geografie richtte [A] in 1975 samen met vriendin [C] het marktonderzoeksbureau Cebeon op. Beiden waren directeur (…).
Het Cebeon-avontuur duurde voor [A] tot 1979, toen hij vertrok naar concurrent Interview. (…). Hoewel [A] beweert dat Cebeon succesvol was, hield het bedrijf in 1981 op te bestaan."
Over Interview:
"Nog geen twee maanden na die verkiezingen bracht [A] Interview naar de beurs, tegen een introductiekoers van ƒ 22,50 per aandeel. (…). De notering dook snel onder de introductiekoers en herstelde niet meer. Vier jaar later ging Interview door een fusie op in het bedrijf Emis, volgens een voormalig Interview-directeur voor rond de vijf gulden per aandeel. [A] verdedigt zich tegen het beursdrama door te wijzen op het feit dat hij rond deze tijd niet meer in dienst was bij Interview, maar slechts als commissaris aan het bedrijf verbonden was. Maar het echec straalde wel degelijk op hem af. Het was immers Interview-boegbeeld [A] die het bedrijf naar de beurs had gebracht.
Interview was niet zijn enige pech."
Over Headstart:
"Een poging om voor Vendex onder de naam Headstart goedkope familiecomputers te introduceren en verkopen, mislukte ook. De Headstarts waren goedkoop omdat er geen - in die tijd dure - harde schijf in zat. [A] was ervan overtuigd dat dit principe een grote toekomst had. In het eerste jaar leek hij gelijk te krijgen. Maar de techniek haalde zijn voorspelling in. Doordat de prijs van hardwarecomponenten, waaronder harde schijven, sterk daalde, wilde niemand nog een Headstart. De firma werd uiteindelijk voor een vriendelijk prijsje door Philips overgenomen en stierf een zachte dood, Was dat de schuld van [A]? Natuurlijk niet, zegt hij zelf. Net als bij Interview was hij ook hier immers net weg toen het misging. De schuld ligt volgens [A] bij Philips, dat het bedrijf door mismanagement ruïneerde."
Over Wegener Arcade en City Online:
"[A]s opstelling droeg ertoe bij dat het niet goed ging met City Online. Het project kreeg al snel de bijnaam City Offline, omdat er voortdurend technische problemen waren.
(…)
'Redacteuren van Wegener-kranten werkten domweg niet mee met het project', vertelt [H], concept-projectmanager bij City Online. 'Dat had veel te maken met het persoonlijke optreden van [A], die redacteuren schoffeerde.' City Online mislukte jammerlijk. De site werd vorig jaar - na het vertrek van [A], uiteraard - door Wegener afgeschreven (…). Toen na drie jaar zijn contract afliep, gingen [A] en Wegener uit elkaar - officieel op verzoek van [A], maar menig Wegener-directeur was hem liever kwijt dan rijk. '[A] heeft niet veel concreets voor elkaar gekregen bij Wegener. Al kun je je afvragen of dat aan hem of aan Wegener lag', nuanceert [I], in die tijd directielid bij Wegener en tegenwoordig net als [A] internetondernemer, de gang van zaken.
g. Over het boek van [eiser] "Dankzij de snelheid van het licht" wordt als volgt bericht.
"GEEN LETTER
Zijn boek kwam er, maar, zegt [J], een stagiair bij Wegener zou het in zes weken in elkaar hebben gezet. [A] zelf zou 'geen letter hebben geschreven' in het werk. Het lijkt onwaarschijnlijk, zeker gezien de verhouding tussen [A] en [J] - die twee zijn al lang niet meer on speaking terms. Maar een tweede bron binnen Wegener bevestigt het scenario. Door [A] zelf geschreven of niet, het boek Dankzij de snelheid van het licht, dat zwaar leunt op een boek van de Amerikaanse goeroe [P], kreeg ruime media-aandacht."
h. Onder de paginabrede kop [A] MIXT ZAKEN GRAAG MET PERSOONLIJKE CONTACTEN wordt onder meer het volgende geschreven.
"Zakelijke aangelegenheden en privé-belangen zijn van oudsher sterk vervlochten binnen de [A]-clan. Zo hield hij zijn zoon [K] in het recente verleden al veelvuldig de hand boven het hoofd. [A] junior kreeg van zijn vader, nadat hij op achttienjarige leeftijd zijn studie economie aan de Vrije Universiteit had afgebroken, bij Wegener een baan aangeboden als internet application engineer.
Ook toen [K] twee jaar later voor zichzelf begon en samen met een partner het bedrijf 01 First Internet (het latere Hatchoo) overnam, stroomden de orders van vader binnen. [K]s bedrijf mocht onder auspiciën van [A] senior gelijk voor Wegener aan de slag om een paar kleine sites in elkaar te knutselen. Nog geen jaar later startte vader [A] met Icom en wie was er als de kippen bij om ook de site van deze onderneming vorm te geven? Juist, [K]. De sites van Ilse, ProActive (beide onderdeel van het Newconomy-netwerk) en Emis zijn ook gemaakt door Hatchoo.
Zo mogelijk nog opmerkelijker is de positie van [L]. Deze charismatische en mediagenieke vrouw richtte drie jaar geleden het internetmarktonderzoekbureau ProActive op. [A] nam (aanvankelijk met zijn eigen BV View/Ture, later met Icom/Newconomy) onmiddellijk een 22,7-procentsbelang in het nieuwe bedrijf en begon vrijwel direct daarna een relatie met de directrice. Het is overigens niet de eerste keer dat [A] zich romantisch inlaat met een vrouwelijke collega met wie hij een machtsrelatie heeft. Ook bij [A] Consultancy, een onderneminkje van de internetgoeroe dat in het midden van de jaren negentig telefonisch (papieren) culturele weekagenda's verkocht aan bedrijven, had [A] een liaison met de directrice.(…). [K] bouwde de site.
Ook onder vrienden mixt [A] zaken graag met persoonlijke contacten. Zijn relatie met vader en zoon [Q] is daar het bewijs van. Maar er zijn meer voorbeelden. De carrière van [M] lijkt als twee druppels water op die van [A]. [M] kwam 'Topdog' tegen bij ITT waar ze samen werkten aan de cd-rom van de Gouden Gids. Toen [A] overstapte naar de internetafdeling van Wegener, ging [M] mee. Hij werd directeur van het mislukte City Online. Na [A]s vertrek bij de uitgeverij was het ook snel met de Amsterdammer gedaan. In 1999 startte [M] softwarebedrijf Net Effect, een bedrijf dat zich niet lang na de oprichting mocht verheugen in een deelneming door (toen nog) Icom."
i. [Gedaagde] schrijft onder meer het volgende over Newconomy.
"DUBBELE AGENDA
Newconomy doet het tot nu toe goed. De eerste kwartaalcijfers lieten een mooie winst zien en het aandeel floreert. Die winst bestaat trouwens uit een herwaardering van twee investeringen van Newconomy door Newconomy.
(…)
In het prospectus bij de beursgang van het bedrijf stond ook een aantal interessante voorbeelden van samenwerkingsverbanden tussen Newconomy-bedrijven. 'Maar als je onder een paraplu hangt, heb je altijd twee agenda's. Je eigen agenda en die van de paraplu. Je eigen agenda gaat altijd voor', vertelt [N], [functie] van ICT-onderneming Three Ships uit Rotterdam. Hij onderhandelde in 1997 met [A], maar haakte na twee ontmoetingen af, omdat hij de inhoudelijke kennis van zijn gesprekspartner erg vond tegenvallen.
(…)
De praktijk lijkt [N]s theorie over de twee agenda's te staven. Op een zwarte lijst die bij Newconomy-deelneming ProActive wordt gebruikt (medewerkers mogen geen zaken doen met de bedrijven op de lijst) staat onder andere Newconomy-deelneming Ilse.
SOEPELE WAARDERING
Wie zal zeggen wat de toekomst voor Newconomy en [A] in petto heeft? Rond de beursgang waren er geruchten dat de sterke man van de Amsterdamse investeringsmaatschappij nog even zou blijven hangen om vervolgens het veld te ruimen voor een ander. Maar dat lijkt onwaarschijnlijk. [A] heeft aandacht nodig, zeggen veel mensen die hem kennen, en als directeur van een beursgenoteerde firma krijgt hij die.
(…)
Verwacht kan worden dat Newconomy bij de afsluiting van het komende kwartaal in ieder geval nog mooie cijfers zal laten zien. Door de waardering van deelnemingen aan te passen is het mogelijk de kwartaalcijfers te manipuleren. Newconomy geeft namelijk geen aparte winst- en verliesrekeningen vrij van zijn deelnemingen en stelt samen met een accountantsbureau de waarde van de bedrijven vast volgens de - soepele en ruim interpreteerbare - richtlijnen van de Europese branchevereniging van venture capital-bedrijven. Met uitzondering van de enige beursgenoteerde deelneming, Tie Holding, is dus moeilijk na te gaan hoe de gepresenteerde waardering tot stand is gekomen.
En dan is er nog een sluipend gevaar voor het Newconomy-netwerk: de vervlechting van belangen tussen moederbedrijf Newconomy en de deelnemingen. Zo bezit Tie-[functie] [O] een deel van Newconomy, dat weer een 7,1-procentsaandeel in Tie heeft. Een hogere koers voor Tie betekent een hogere koers voor Newconomy, betekent een hoger vermogen voor [O], die daarmee zijn bedrijf verder kan financieren, waardoor de koers stijgt en daardoor de koers van Newconomy, afijn, ad infinitum.
Newconomy heeft bij het nemen van het belang in Tie gezegd dat dit soort constructies vaker voor gaat komen. Als dat het geval is, zal de koers geen getrouwe afspiegeling meer zijn van de waarde van Newconomy en loopt het aandeel gevaar bij het minste of geringste negatieve nieuws enorm in waarde te dalen. De hierboven beschreven waardespiraal werkt namelijk twee kanten op.
(…)
Maar wat er ook met Newconomy gebeurt, de naam van [A] zal altijd verbonden blijven met de start van internet in Nederland. (…) [A] heeft meegeholpen een aantal internetbedrijven te lanceren en wist het Nederlandse bedrijfsleven gedeeltelijk te overtuigen dat cyberspace de toekomst heeft. Voor hem is dat lucratief geweest. In een reactie op een concept van dit artikel laat hij Quote weten dat het in dit verhaal lijkt alsof zijn hele leven een mislukking is geweest. Een misvatting volgens hem. 'Als ik naar mijn bankrekening kijk, dan heb ik blijkbaar toch wel iets goed gedaan in die dertig jaar.' "
2. [Eiser] vordert Quote te veroordelen het artikel in de eerstvolgende uitgave van Quote op de omslag en op pagina 3 te rectificeren volgens de tekst onder a) en b) in het petitum van de dagvaarding. Bovendien vordert hij betaling van een voorschot van ƒ 100.000,= op materiële en immateriële schade die hij stelt te hebben geleden en nog zal lijden.
Hij stelt daartoe dat het door Quote gepubliceerde artikel onjuistheden en onwaarheden bevat. Door een viertal onjuiste stellingen en feitencomplexen wordt een negatief beeld van [eiser] geschetst:
i. de activiteiten die [eiser] tot op heden heeft ontplooid zouden (vrijwel) allemaal door zijn schuld zijn mislukt (Cebeon, Interview, Headstart, Wegener Arcade en City Online);
ii. [Eiser]s boek "Dankzij de snelheid van het licht" zou niet door [eiser] zelf zijn geschreven en in elk geval zwaar leunen op een boek van een Amerikaanse schrijver;
iii. [Eiser] zou zakelijke en persoonlijke belangen met elkaar vermengen door:
(de onderneming van) zijn zoon opdrachten van Wegener te gunnen en sites te laten bouwen voor Ilse en ProActive;
zich romantisch in te laten met vrouwelijke collega's met wie hij een machtsrelatie heeft;
zijn relatie met P.A. en O.A. en P.M.;
iv. [Eiser] zou beleggers in Newconomy misleiden door:
herwaardering van investeringen van Newconomy;
een dubbele agenda te voeren;
Newconomy na de beursgang te verlaten;
de waardering van de deelnemingen aan te passen en kwartaalcijfers te manipuleren;
vervlechting van belangen van Newconomy met die van deelnemingen waardoor koersstijgingen kunnen worden gecreëerd en de koers bij het minste of geringste enorm in waarde kan dalen.
[Eiser] stelt dat Quote na zijn uitvoerige reactie op het concept-artikel verder feitelijk onderzoek had moeten doen. Quote heeft door de publicatie van het artikel en de aankondiging op de omslag onrechtmatig gehandeld tegenover [eiser] door hem willens en wetens, tegen beter weten in, in zijn zakelijke integriteit, zijn eer en goede naam aan te tasten, aldus [eiser].
3. In dit geding moet een afweging worden gemaakt tussen twee gelijkwaardige, fundamentele rechten die tegenover elkaar staan: aan de ene kant het recht van [eiser] om niet door publicaties in de pers te worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen met alle schadelijke gevolgen van dien, en aan de andere kant het recht van Quote op vrije meningsuiting. Bij die afweging moeten alle bijzondere omstandigheden van dit geval worden betrokken. Daarbij is vooral relevant of het onderzoek naar de feiten voldoende zorgvuldig is geweest, met gebruik van voldoende betrouwbare bronnen.
4. Op het gemotiveerde verweer van Quote wordt hierna ingegaan.
Cebeon, Interview, Headstart. Wegener Arcade en City Online
5. Quote geeft toe dat zij zich heeft vergist bij de vermelding dat Cebeon in 1981 is gestaakt. Een dergelijke vergissing is echter onvoldoende voor een rectificatie.
6. Voor haar opinie dat de beursgang van Interview een echec was heeft Quote zich gebaseerd op eerdere berichtgeving in Trouw van 17 maart 1995, De Volkskrant van 24 juli 1997 en Managersonline.nl van 6 april 2000. In het artikel in De Volkskrant wordt [eiser] zelf als volgt geciteerd: "met de beursgang wilden we de financiële mogelijkheden hebben om internationaal te expanderen. Maar dat is mislukt". Gezien deze uitspraak van [eiser], die hij in dit kort geding niet heeft weersproken, is evenmin plaats voor rectificatie van dit onderdeel van het artikel. De bewering van Quote dat het echec op [eiser] afstraalde is een mening die zich niet voor rectificatie leent. Quote mag deze mening hebben en ook naar buiten brengen, gezien de nauwe persoonlijke betrokkenheid van [eiser] bij Interview. Bovendien zegt Quote niet dat deze mislukking is te wijten aan [eiser], maar dat hij pech had. Ook dat is een meningsuiting die niet onrechtmatig is tegenover [eiser].
7. Een rectificatie op dit onderdeel is daarom niet aangewezen.
8. De opmerkingen van Quote over de gebeurtenissen rond Headstart zijn gebaseerd op een artikel in NRC Handelsblad van 14 oktober 1996. Daarin staat dat Headstart verouderde apparaten produceerde waardoor het project alleen maar miljoenenverliezen opleverde. In Quote wordt opgemerkt dat [eiser] in het eerste jaar gelijk leek te krijgen, maar dat de techniek zijn voorspelling inhaalde. Niet valt in te zien dat deze opmerking onrechtmatig is tegenover [eiser].
9. De beweringen van Quote over Wegener en Arcade zijn gebaseerd op artikelen in Internet in Business van juli 1998, NRC Handelsblad van 16 juli 1998 en een interview met [eiser] in NRC Handelsblad van 8 april 2000. In dat interview zegt [eiser] zelf dat het project vastliep.
10. De conclusie is dat de stellingen van Quote in dit onderdeel van de berichtgeving zijn gebaseerd op eerdere berichtgeving in de pers, waarin ook uitspraken van [eiser] zelf zijn opgenomen. Er is geen reden om aan te nemen dat Quote aan de juistheid van die berichtgeving had moeten twijfelen. Uit de tekst van het artikel in Quote, onder het kopje PECH, blijkt niet dat de schuld van het uitblijven van succes bij [eiser] wordt gelegd, zoals [eiser] stelt. Een rectificatie is dan ook niet passend.
"Dankzij de snelheid van het licht"
11. [Eiser] stelt in zijn reactie op het concept-artikel dat hij 80% van het boek heeft geschreven en de rest op zijn aanwijzingen heeft laten schrijven. In het voorwoord bij het boek staat dat het boek tot stand is gekomen in nauwe samenwerking met A.v.E. De kop "GEEN LETTER" wekt op het eerste gezicht de indruk dat Quote beweert dat [eiser] geen letter van het boek zelf heeft geschreven. Deze indruk vindt echter onvoldoende steun in de tekst van het artikel. De kop slaat immers op een uitlating van G.v.V., de ontslagen voorganger van [eiser] bij Wegener, die wordt bevestigd door een tweede, anonieme, bron bij Wegener. Quote laat het antwoord op de vraag over het auteurschap van het boek echter in het midden met de woorden "door [A] zelf geschreven of niet (…)". Voor de constatering dat het boek zwaar leunt op een boek van [P] beroept Quote zich op eerdere publicaties in andere media, waaronder een recensie in NRC Handelsblad. Quote voert aan dat zij slechts heeft geconstateerd dat het boek van [P] kennelijk de belangrijkste inspiratiebron is geweest van [eiser]. Van belang is dat [eiser] in de epiloog van het boek ook zelf verwijst naar [P] en dan stelt: "in die lijn redeneer ik door (…)". Dit onderdeel leent zich daarom niet voor rectificatie.
Mix van zakelijke met persoonlijke contacten
12. Quote stelt dat Hatchoo!, de onderneming van [eiser]s zoon, websites heeft ontworpen voor bedrijven die op de een of andere manier zijn verbonden met [eiser]. De ontkenning van deze stelling door [eiser] is niet te rijmen met de website van Hatchoo!, waarop voorbeelden worden genoemd van recente Hatchoo! projecten, waaronder sites voor Icom (tegenwoordig Newconomy), Wegener Arcade, Emis, ProActive en Ilse. Er is geen reden om aan te nemen dat Quote had moeten twijfelen aan de juistheid van de gegevens op de website van Hatchoo!. Er is dan ook geen reden voor een rectificatie op dit punt.
13. [Eiser] heeft niet weersproken dat hij met de door Quote bedoelde vrouwen zowel privé als zakelijk relaties heeft of heeft gehad. Hij ontkent alleen dat zijn relatie met [L] is ontstaan vanuit een machtspositie. Deze ontkenning rechtvaardigt op zichzelf geen rectificatie. De stelling van [eiser] dat Quote inbreuk maakt op zijn privacy door deze mededeling kan niet tot een ander oordeel leiden. [Eiser] moet immers als "bekende Nederlander" meer aandacht van de pers dulden dan andere burgers.
14. [Eiser] stelt dat er geen feitelijke grondslag is voor de bewering van Quote dat hij met P.M., P.A. en O.A. zowel zakelijke als persoonlijke contacten heeft. Quote heeft in dat verband een uitdraai van de website www.[A].nl overgelegd. De site is door de zoon van [eiser] vervaardigd ter gelegenheid van diens vijftigste verjaardag. Familieleden en vrienden van [eiser] vertellen op deze site hun verhaal over [eiser]. Daarbij worden P.A. en P.M. als vriend opgevoerd. Over O.A., de zoon van P.A., wordt in Quote geschreven dat hij medefirmant van [eiser] werd. [Eiser] heeft dat niet ontkend. Overigens valt niet in te zien dat de mededeling van Quote dat [eiser] zakelijke en persoonlijke contacten mixt onrechtmatig is. Dat zou anders zijn, indien Quote zou suggereren dat sprake zou zijn van een ongeoorloofde vermenging van belangen. Van die suggestie is hier echter niet gebleken. Een rectificatie is hier niet passend.
Newconomy
15. [Eiser] stelt dat in het artikel wordt beweerd dat hij een dubbele agenda voert. Voor de juistheid van deze stelling zijn in het artikel geen aanknopingspunten te vinden. Het kopje DUBBELE AGENDA slaat immers terug op een algemene opmerking van [N], [functie] van ICT-onderneming Three Ships uit Rotterdam. Evenmin wordt in het artikel gesuggereerd dat [eiser] beleggers misleidt door een soepele herwaardering van deelnemingen. Quote stelt voorop dat Newconomy het tot nu toe goed heeft gedaan, maar vraagt zich af of dat zo zal blijven. De enkele melding van geruchten dat [eiser] na enige tijd het veld zou ruimen voor een ander is niet onrechtmatig. Quote geeft een kritische beschouwing van de wijze waarop de waardering van de deelnemingen kan worden aangepast volgens de "soepele en ruim interpreteerbare richtlijnen van de Europese branchevereniging van venture capital-bedrijven". Berichtgeving in dezelfde zin is te vinden in artikelen over Newconomy in NRC Handelsblad van 25 maart 2000 en 1 augustus 2000 (onder de titel "Nieuwe winst, oude trucs") en in De Volkskrant van 3 augustus 2000. [Eiser] is niet tegen die artikelen opgekomen. De opmerkingen van Quote over de vervlechtingen van belangen tussen Newconomy en haar deelnemingen zijn een weergave van de opinie van Quote die zich niet leent voor rectificatie. Ook deze mening mag Quote hebben en naar buiten brengen. Een rectificatie is hier niet aangewezen.
16. Ten slotte kan niet worden gezegd dat de publicatie van Quote onnodig grievend is. Bovendien kan niet onvermeld blijven dat Quote [eiser] de mogelijkheid van een weerwoord heeft geboden en [eiser] dat aanbod niet heeft aanvaard.
17. Onder al deze omstandigheden moet in de hiervoor onder 3 genoemde belangenafweging het recht van Quote op vrije meningsuiting prevaleren. Hieruit volgt dat de vordering in al haar onderdelen wordt afgewezen. [Eiser] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.
B E S L I S S I N G :
1. Weigert de gevraagde voorzieningen.
2. Veroordeelt [eiser] in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van Quote begroot op ƒ 400,= wegens vastrecht en op ƒ 1.550,= aan salaris procureur.
3. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Gewezen door mr R.C. Gisolf, president der Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 11 september 2000 in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: