3.2. Eisers stellen daartoe dat zij rechthebbenden zijn op de merkrechten en handelsnamen genoemd in "overzicht 3" en dat gedaagden inbreuk maken op de rechten van eisers. Daarnaast handelen gedaagden onrechtmatig jegens eisers door het hun onmogelijk te maken de (merk- c.q. handels)namen in het nl.domein te registreren. Eisers lijden hierdoor schade. Het is onjuist dat Name Space de domeinnamen uitsluitend heeft geregistreerd en er verder niets mee doet. Name Space heeft de domeinnamen, waarop eisers recht hebben, lange tijd aan haar eigen website gekoppeld en genereerde daarmee advertentie-inkomsten. Uitsluitend ten behoeve van deze procedure, heeft Name Space de domeinnamen losgekoppeld van haar website.
4. Gedaagden hebben gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna wordt ingegaan.
Beoordeling van het geschil
5. Gedaagden hebben zich beroepen op de nietigheid van de dagvaarding omdat eisers niet voldoende hebben voldaan aan hun stelplicht.
Door de aanvullingen van hun stellingen met "overzicht 3" hebben eisers de middelen en het onderwerp van de eis echter alsnog voldoende gespecificeerd en is voldoende duidelijk geworden welke eisers aanspraak maken op welke merkrechten c.q. welke (handels)namen, zodat het beroep op nietigheid wordt afgewezen, waarbij in aanmerking wordt genomen dat gedaagden alsnog de tijd is gegund hun verdediging daarop voor te bereiden.
6. Nu gedaagden niet voldoende hebben betwist dat eisers de merkrechten en handelsnamen bezitten zoals die zijn vermeld op "overzicht 3", wordt van de rechten van eisers op die merk- c.q. handelsnamen in dit vonnis uitgegaan.
De stellingen van gedaagden dat de merken Amstel, Fahrenheit, Leergeld, Kruitvat, Trekpleister, Ballerina en Consumentengids niet voldoende onderscheidend vermogen zouden hebben, wordt verworpen, nu het hier steeds gaat om woorden die geen soortnaam zijn voor de waren of diensten, ter onderscheiding waarvan zij zijn ingeschreven en worden gebruikt.
7. Voorts is voldoende aannemelijk dat SIB niet een onafhankelijke provider is maar aan de overige gedaagden is gelieerd en deelneemt aan het handelen van gedaagden.
8. Nu Name Space zich profileert als domeinmakelaardij en naar onbetwist is gesteld, domeinnamen te koop heeft aangeboden, moet worden aangenomen dat de omstreden domeinnamen aldus worden gebruikt in het economisch verkeer op de wijze als bedoeld in artikel 13 A lid 1 aanhef en sub d Benelux Merkenwet. Hieraan kan niet afdoen dat Name Space de bewuste domeinnamen thans "in quarantaine" houdt en niet gekoppeld heeft aan haar website. Name Space kan deze situatie immers elk moment weer wijzigen, zodat sprake is van een reële dreiging van hervatting van bedoelde inbreuk.
De beoogde verkoop levert ongerechtvaardigd voordeel op voor Name Space, terwijl afbreuk wordt gedaan aan de merken van eisers nu zich ten aanzien van deze merken domeinnamen op het internet bevinden, die zij zelf niet kunnen exploiteren. Hiermee is hun schade gegeven terwijl van een geldige reden voor dit gebruik niet blijkt.
Een aangeboden "disclaimer" is niet geschikt om die schade te niet te doen. De domeinnaam blijft immers bezet. Ook behoeven eisers er geen genoegen mee te nemen dat zij eventueel in een ander toplevel terecht kunnen.
9. Anders dan Name Space nog meent, hebben eisers hun recht niet verspeeld door nog geen domeinnaam op hun (merk)naam te hebben aangevraagd. Ook de stelling van Name Space dat een merknaam als zodanig kan worden gebezigd door verschillende merkhouders voor verschillende categorieën van waren of diensten kan haar niet baten. In een dergelijk geval is het een kwestie van die merkhouders onderling, wie van hen tot de (inderdaad unieke) domeinnaam gerechtigd is (hetgeen in beginsel de eerste aanvrager daarvan zal zijn). Dit maakt de positie van Name Space, te weten dat zij niet gerechtigd is tot het gebruik van de merknaam als vermeld in artikel 13A lid 1 aanhef en sub d BMW, niet anders.
10. Een en ander leidt tot de slotsom dat Name Space door het gebruik van de domeinnamen inbreuk maakt op de merk-rechten van de desbetreffende eisers. Dit rechtvaardigt de toewijzing van de vorderingen voor zover het inbreuk op merkrechten betreft.
11. Het gewraakte gebruik van de handelsnamen van desbetreffende eisers is onrechtmatig nu gevaar bestaat dat het publiek in verwarring zal raken over de vraag of de bewuste domeinnamen al dan niet de handelsnamen van eisers betreffen, wanneer Name Space die handelsnamen als domeinnamen aan derden verkoopt, zoals zij beoogt te doen.
12. Voorts moet het gewraakte gebruik van de eigennamen van diverse eisers als onrechtmatig jegens hen worden aangemerkt, nu zij niet in staat zijn hun eigennamen als domeinnaam te (laten) registreren en deze niet kunnen exploiteren waarmee hun schade is gegeven. Hieraan doet niet af dat privé personen hun namen (nog) niet zelf kunnen registreren bij het SIDN. Zij kunnen de exploitatie van activiteiten onder hun eigen naam immers door rechtspersonen die hun belangen behartigen realiseren.
Ook het argument van gedaagden dat buitenlandse eisers hun merk- c.q. handelsnamen niet in het nl.domein kunnen laten registreren en daarom geen belang hebben bij hun vorderingen, strandt om deze reden.
13. Met betrekking tot de onder 11. en 12. besproken (handels)namen geldt mutatis mutandis hetgeen onder 9. met betrekking tot de merkrechten is opgemerkt.
14. De vordering strekkende tot opgave van alle door gedaagden geregistreerde domeinnamen die een (merk- en of handels)naam van eisers of daarmee overeenstemmend teken bevatten, wordt afgewezen, nu wegens het ongelimiteerde karakter daarvan bij voorbaat executiegeschillen zijn te verwachten.
15. Nu de vordering tot indeplaatsstelling van de wilsverklaring van gedaagden tot overdracht van de domeinnamen en de verhuizing daarvan naar de diverse providers van eisers, toewijsbaar is, hebben eisers de naleving van de overdracht geheel in eigen hand en derhalve geen belang bij het opleggen van dwangsommen. Om dezelfde reden hebben zij onvoldoende belang bij de vordering tot afgifte van afschriften van de relevante correspondentie.
16. Tenslotte is de Stichting Orleans als beherend vennoot van Name Space aansprakelijk voor de handelingen en zijn de vorderingen ook jegens haar toewijsbaar. Ten aanzien van [gedaagde 4] is dit niet het geval. Zijn onjuiste opvattingen omtrent de rechtsregels op het gebied van industriële eigendom scheppen op zichzelf niet zijn aansprakelijkheid als bestuurder van de Stichting Orleans. Er zijn geen feiten of omstandigheden die dat hier anders maken.
17. De vordering tot betaling van een schade aan ieder der eisers is, nu die schade onvoldoende is gespecificeerd, in dit geding niet toewijsbaar.
18. De termijn als bedoeld in artikel 50 lid 6 van het Agreement on Trade-related Aspects of Intellectual Property Rights zal worden gesteld op drie maanden na deze uitspraak.
19. Gedaagden zal de volgende termijn worden gegund om aan de veroordelingen te voldoen.
20. Gedaagden sub 1, sub 2 en sub 3 worden als in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het geding veroordeeld, waaronder die van de gelegde beslagen nu met betrekking daartoe de juiste formaliteiten in acht zijn genomen.
Eisers worden in de kosten van het geding aan de zijde van [gedaagde 4] veroordeeld die echter worden begroot op nihil.
B E S L I S S I N G:
1. Gelast gedaagden sub 1 en 2 om binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de rechten van eisers ten aanzien van de in overzicht 3 genoemde de respectieve eiser betreffende (merk- c.q. handels)-namen, rechtstreeks danwel door middel van een op enigerlei wijze met (één van) hen verbonden (rechts)persoon, te staken en gestaakt te houden, daaronder begrepen iedere registratie, het geregistreerd houden en/of ieder ander gebruik van één of meer domeinnamen bestaande uit een (merk- c.q. handels)naam van (één van) eisers of een daarmee overeenstemmend teken en meer in het bijzonder de registratie en/of het gebruik van de domeinnamen genoemd in overzicht 3.
2. Gelast gedaagden sub 1 en 2 om binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis al datgene te doen dat nodig is om de domeinnamen genoemd in overzicht 3 op de daartoe geëigende wijze op naam te zetten van de respectieve eisers of van een door de respectieve eisers aan te wijzen rechtspersoon, zonder daarvoor een vergoeding te verlangen.
3. Gelast SIB om binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis al datgene te doen om de in overzicht 3 genoemde domeinnamen te verhuizen naar de respectieve providers van de diverse eisers, c.q. van de aangewezen rechtspersonen.
4. Machtigt eisers indien Name Space en SIB nalaten aan deze veroordeling te voldoen, dit vonnis in de plaats te stellen van de wilsverklaringen van Name Space en SIB met betrekking tot de hiervoor onder 2 en 3 genoemde veroordelingen.
5. Bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 50 lid 6 van het Agreement on Trade-related Aspects of International Property Rights (TRIPS) op drie maanden na heden.
6. Veroordeelt gedaagden sub 1, sub 2 en sub 3 hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van eisers begroot op f.1.548,34, waaronder de beslagkosten en f.400,= wegens vastrecht, en op f.3.000,= aan salaris procureur.
7. Veroordeelt eisers hoofdelijk in de kosten van dit geding aan de zijde van [gedaagde 4], tot heden begroot op nihil.
8. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
9. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door de vice-president mr R. Orobio de Castro, fungerend president der Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 13 juli 2000 in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: