ECLI:NL:RBALM:2012:BZ0296

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
23 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
F 571/11
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens niet-nakoming van informatieplicht en niet te goeder trouw ontstaan schulden

In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 23 oktober 2012 uitspraak gedaan in het verzoek van [verzoekster] om de wettelijke schuldsaneringsregeling toe te passen, onder gelijktijdige opheffing van haar faillissement dat op 14 december 2011 was uitgesproken. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat [verzoekster] niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de verplichtingen voortvloeiende uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen. Tijdens het faillissement heeft zij haar informatieplicht niet naar behoren nageleefd, wat door de curator is bevestigd. De curator heeft aangegeven dat [verzoekster] regelmatig betalingsherinneringen ontvangt en dat zij niet tijdig en volledig de benodigde informatie heeft verstrekt.

Daarnaast is er een schuld aan Menzis ontstaan, omdat [verzoekster] het persoonsgebonden budget (pgb) niet correct heeft verantwoord. Dit heeft geleid tot schulden aan de belastingdienst, de gemeente Almelo en de Twentse Zorgcentra, die eveneens niet te goeder trouw zijn ontstaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verzoekster] niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in de toekomst haar informatieplicht zal nakomen, gezien haar eerdere nalatigheden.

De rechtbank heeft ook de totale schuldenlast van [verzoekster] in overweging genomen, die op € 90.841,15 is vastgesteld. De rechtbank concludeert dat de schulden, waaronder die aan de gemeente Almelo en de belastingdienst, zijn ontstaan door onterecht ontvangen uitkeringen en het niet melden van inkomsten uit het pgb. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten het verzoek tot schuldsanering af te wijzen, omdat [verzoekster] niet te goeder trouw is geweest in haar financiële verplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: F 571/11
datum vonnis: 23 oktober 2012
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, op het verzoek van:
[Verzoekster],
geboren op [1961] te [plaats], [land],
wonende te [plaats], [adres],
verder te noemen [verzoekster].
Het procesverloop
[Verzoekster] heeft op 22 augustus 2012 een verzoekschrift ingediend de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit te spreken onder gelijktijdige opheffing van het op
14 december 2011 uitgesproken faillissement.
Op 11 september 2012 is ter griffie een brief van mevrouw [B], curator in het faillissement van [verzoekster], ontvangen.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 16 oktober 2012. Ter zitting is [verzoekster] verschenen. Tevens is mevrouw [B] verschenen. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling
De feiten
[Verzoekster] is bij vonnis van 14 december 2011 failliet verklaard. Daarbij is mevrouw [B] tot curator benoemd en mr. Koopmans tot rechter-commissaris.
[Verzoekster] is gehuwd in Turkije op huwelijkse voorwaarden. Zij heeft drie kinderen. Deze kinderen hebben een verstandelijke beperking en gaan naar het speciaal onderwijs.
De totale schuldenlast van [verzoekster] bedraagt blijkens de meest recente crediteurenlijst in het faillissement € 90.841,15.
De toelichting van de curator
Volgens de curator dient het verzoek te worden afgewezen omdat [verzoekster] zich in het faillissement niet houdt aan de informatieplicht. Door het nalaten van het verstrekken van informatie is de curator niet op de hoogte. Informatie die wel wordt verstrekt, is niet compleet of te laat. Daarnaast ontvangt de curator regelmatig via de postblokkade betalingsherinneringen. [Verzoekster] heeft ook gezegd dat zij niet rond kan komen.
Voorts zijn er een aantal schulden die niet te goeder trouw zijn ontstaan, zoals de schuld aan de gemeente Almelo. Dit betreft een vordering terzake onterecht ontvangen uitkeringen en een fraudevordering.
Ter zitting heeft de curator verklaard dat zij bij haar standpunt blijft zoals verwoord in haar brief van 11 september 2012. Daarnaast heeft zij verklaard dat de informatievoorziening één kant op werkt, behalve wanneer er geld op de rekening staat. Dan wordt zij platgebeld door [verzoekster]. Gister heeft zij twee keer geprobeerd contact te zoeken met [verzoekster], doch zonder resultaat.
De - zakelijk weergegeven - toelichting van [verzoekster]
Ter zitting heeft [verzoekster] verklaard dat zij altijd bereikbaar is. Zij heeft haar mobiele telefoon altijd bij zich. Het klopt dat er betalingsherinneringen worden verzonden, maar omdat zij haar uitkering op de 25e van elke maand ontvangt, kan zij het niet eerder betalen. Zij heeft met de woningbouwvereniging afgesproken dat zij de huur pas na de 25e betaalt.
Ten aanzien van de schulden heeft zij verklaard dat zij geen schulden heeft gemaakt, maar dat deze wel op haar naam staan. Zij wil geen nieuwe schulden meer maken. De schuld aan de belastingdienst is ontstaan omdat de boekhouder haar aangifte niet correct heeft ingevuld. De boekhouder heeft ten onrechte het persoonsgebonden budget (PGB) niet als inkomsten opgegeven. De boekhouder is spoorloos. De schuld aan de gemeente Almelo is ontstaan omdat zij, naast het PGB, nog een uitkering heeft ontvangen.
Ten aanzien van de schuld aan de Twentse Zorgcentra heeft zij verklaard dat zij voor haar drie kinderen een PGB heeft ontvangen, maar dat zij dit niet heeft aangewend voor het betalen van de hiervoor bestemde rekeningen.
Voorts heeft zij verklaard dat zij niet gezond is en daarom niet kan werken. Zij heeft geen vrijstelling van de gemeente.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat [verzoekster] niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij de verplichtingen voortvloeiende uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen.
De rechtbank motiveert dit als volgt. Dat [verzoekster] tijdens het faillissement haar informatieplicht niet naar behoren nagekomen, is door haar onvoldoende weersproken. Haar enkele stelling dat zij altijd bereikbaar is, is hiervoor onvoldoende. Gelet hierop is niet aannemelijk dat [verzoekster] haar informatieplicht tijdens de schuldsanering wel zal nakomen.
Vaststaat dat [verzoekster] in de jaren 2008, 2009 en 2010 een PGB heeft ontvangen voor de verzorging van haar drie gehandicapte kinderen. Menzis vordert over die jaren een bedrag van € 24.245,18 terug, omdat de besteding van het PGB niet is verantwoord. Een dergelijke vordering dient naar haar aard als niet te goeder trouw te worden aangemerkt.
Als gevolg van het door [verzoekster] ontvangen PGB zijn meerdere schulden ontstaan, waaronder de schuld aan de belastingdienst van € 11.498,00. Gebleken is dat [verzoekster] haar gelden die zij uit het PGB heeft ontvangen, niet als inkomsten heeft opgegeven, terwijl zij dit wel had moeten doen. Als gevolg hiervan is de schuld aan de belastingdienst ontstaan. De verklaring van [verzoekster] dat zij haar aangifte door een boekhouder heeft laten opstellen en het zijn schuld is, doet niet af aan de verwijtbaarheid van het ontstaan van de schuld aan de belastingdienst. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat [verzoekster] niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan van de schuld aan de belastingdienst.
Ditzelfde geldt voor de schuld aan de gemeente Almelo voor een bedrag van € 18.049,12. Deze schuld is onder meer ontstaan omdat [verzoekster] een uitkering heeft ontvangen, die achteraf gezien ten onrechte is verstrekt, omdat zij uit het PGB voldoende inkomsten genereerde. Deze inkomsten had zij moeten melden bij de gemeente. Een dergelijk vordering dient eveneens als zijnde niet te goeder trouw te worden bestempeld.
Daarnaast is gebleken dat er een schuld bij de Twentse Zorgcentra is voor een bedrag van
€ 10.237,65. Deze instantie biedt begeleiding en ondersteuning voor mensen met een verstandelijke handicap. De rechtbank acht [verzoekster] niet te goeder trouw ten aanzien van deze schuld, omdat [verzoekster] wist dat zij het ontvangen PGB diende aan te wenden voor het betalen van de rekeningen van deze zorginstantie, maar zij dit heeft nagelaten.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek dan ook worden afgewezen.
De beslissing:
de rechtbank:
wijst het verzoek af.
Gewezen door mr. J.M. Marsman, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 23 oktober 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.