ECLI:NL:RBALM:2012:BY8375
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating schuldsanering wegens kwade trouw en onvoldoende inspanningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 20 november 2012 uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoeker] tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen op grond van het feit dat de nieuw ontstane schulden te kwader trouw zijn ontstaan. De verzoeker, een alleenstaande man van 51 jaar, heeft na de beëindiging van een eerdere schuldsaneringsregeling meer dan tien jaar geen betaalde werkzaamheden verricht en heeft onvoldoende inspanningen geleverd om de Nederlandse taal te leren, wat zijn kansen op de arbeidsmarkt heeft verkleind. De rechtbank oordeelde dat de verzoeker herhaaldelijk financiële verplichtingen is aangegaan die hij niet kon betalen, en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker een schuldenlast heeft van in totaal € 10.884,48, met onder andere schulden aan de Stadsbank, LaSer, Visa Card, Telfort en Marjoc Finance. De eerdere schuldsaneringsregeling was beëindigd op grond van vergelijkbare redenen, namelijk het niet voldoen aan de inspanningsverplichting en het niet nakomen van de inlichtingenplicht. De verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij wel heeft geprobeerd werk te vinden, maar dat hij geen succes heeft gehad. Hij heeft ook vrijwilligerswerk gedaan, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet voldoende was om aan te tonen dat hij te goeder trouw was ten aanzien van zijn schulden.
De rechtbank concludeerde dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn sollicitatieverplichting naar behoren zal nakomen en dat hij zich zal inspannen om baten voor de boedel te verwerven. Daarom werd het verzoek afgewezen op basis van artikel 288, eerste lid, onder b en c, van de Faillissementswet. De rechtbank oordeelde dat er geen plaats was voor toepassing van de hardheidsclausule, gezien de omstandigheden van de zaak. De beslissing werd uitgesproken door mr. M.M. Verhoeven, lid van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken.