ECLI:NL:RBALM:2012:BY5503

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
18 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
130226/FT-RK 12.759
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toelating schuldsanering wegens kwade trouw en onvoldoende onderbouwing

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 18 september 2012 uitspraak gedaan over het verzoek van een alleenstaande man van 46 jaar om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die analfabeet is en onder beschermingsbewind staat, heeft een totale schuldenlast van € 19.627,52. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schulden van de verzoeker, waaronder een schuld aan woningstichting De Woonplaats en schulden aan KPN en Telfort, te kwader trouw zijn ontstaan. De verzoeker heeft verklaard dat zijn schuld aan de woningstichting is ontstaan tijdens zijn detentie, omdat hij de huur niet heeft opgezegd. De rechtbank oordeelt dat deze schuld verwijtbaar is, aangezien de verzoeker tijdens zijn detentie niet heeft gehandeld om zijn financiële situatie te verbeteren.

Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de verzoeker onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zal nakomen. De verzoeker heeft een aanzienlijk strafrechtelijk verleden en heeft niet onderbouwd dat hij arbeidsongeschikt is. De verklaringen van zijn begeleider en beschermingsbewindvoerder over zijn zwakbegaafdheid en psychische problemen zijn niet voldoende onderbouwd. De rechtbank concludeert dat de verzoeker niet in staat is om de verplichtingen uit de regeling na te komen, ondanks de ondersteuning die hij heeft ontvangen.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het verzoek tot toelating tot de schuldsanering afgewezen, met verwijzing naar artikel 288 van de Faillissementswet. De rechtbank heeft geen bijzondere omstandigheden kunnen vaststellen die een andere beslissing rechtvaardigen. Het vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
Faillissement
zaaknummer: 130226/FT-RK 12.759
datum vonnis: 18 september 2012
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, op het verzoek van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats], [adres],
verzoeker,
verder te noemen: [verzoeker],
Het procesverloop
[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit te spreken.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 4 september 2012. Ter zitting zijn [verzoeker], zijn begeleider van Zorggroep Manna, de heer [P], en de beschermingsbewindvoerder, de heer [K] van de Stadsbank Oost Nederland, verschenen. Van de behandeling heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling
De feiten
[Verzoeker] is een alleenstaande man van 46 jaar. [Verzoeker] is analfabeet, staat onder ambulante (woon)begeleiding van Zorggroep Manna en is op 8 september 2011 onder beschermingsbewind gesteld.
[Verzoeker] ontvangt een WWB-uitkering van ongeveer € 888,72 netto per maand.
De totale schuldenlast van [verzoeker] bedraagt volgens het verzoekschrift in totaal € 19.627,52, waaronder de volgende schulden:
- Woningstichting De Woonplaats, € 2.703,13, 2006/2007;
- KPN, € 2.059,26, 2008;
- Telfort, € 2.700,--, € 4.481,28 en € 2.848,66, 2008.
De toelichting van [verzoeker]
[Verzoeker] heeft ter zitting verklaard dat zijn schuld bij woningstichting De Woonplaats vijf à zes jaar geleden tijdens zijn detentie is ontstaan, omdat de huur van zijn woning is doorgelopen. [Verzoeker] wist niet hoe hij de huur moest opzeggen. Uiteindelijk heeft hij tijdens zijn detentie bezoek gehad van iemand van de woningstichting en een formulier ondertekend om de woning te ontruimen.
Ten aanzien van de schulden aan KPN en Telfort heeft [verzoeker] verklaard dat deze zijn ontstaan door verschillende telefoonabonnementen die door derden zijn afgesloten met gebruik van zijn, na zijn detentie, gestolen verblijfsvergunning. [Verzoeker] heeft bij de Stadsbank verklaard dat de verblijfsvergunning is gestolen uit het pension waar hij destijds tijdelijk verbleef en ter zitting dat dit is gebeurd uit zijn moeders woning. Volgens [verzoeker] is hij wel bij de politie geweest om aangifte te doen van de diefstal, maar is hem gezegd dat het zijn eigen schuld is en heeft hij geen stukken van zijn politiebezoek ontvangen.
Ten aanzien van zijn arbeidsverleden heeft [verzoeker] verklaard dat hij ‘wel eens’ heeft gewerkt, maar is gestopt nadat hij door de rug is gegaan.
De toelichting van [P]
Ter zitting heeft [P] verklaard dat hij [verzoeker] een half jaar begeleidt, maar dat [verzoeker] erg beïnvloedbaar is. Voorts is [verzoeker] wat betreft praktische zaken als de financiën niet zelfredzaam en zijn zaken als klokkijken en afspraken die op papier staan een probleem. Volgens [P] is [verzoeker] zwakbegaafd en begrijpt hij niet goed wat er van hem wordt gevraagd. Voorts heeft [verzoeker] volgens [P] ook lichamelijke en psychische klachten. In het re-integratietraject, dat wordt opgestart door de gemeente, wordt gekeken naar een passende werkplek waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van [verzoeker], aldus [P].
De toelichting van [K]
Ter zitting heeft [K] verklaard dat hij de financiën van [verzoeker] thans een jaar beheert en dat het tot nu toe goed gaat.
De overwegingen van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende aannemelijk geworden dat [verzoeker] ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend te goeder trouw is geweest. De rechtbank doelt daarbij met name op de schuld aan woningstichting De Woonplaats en de schulden aan KPN en Telfort. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
De schuld aan woningstichting De Woonplaats bedraagt € 2.703,13 en is, zoals [verzoeker] heeft verklaard, vijf à zes jaar geleden ontstaan doordat hij tijdens zijn detentie de huur niet heeft opgezegd. Nu het ontstaan en onbetaald laten van de schuld aan woningstichting De Woonplaats het gevolg is van (het stilzitten van [verzoeker] tijdens) de detentie van [verzoeker] is deze schuld verwijtbaar ontstaan en onbetaald gelaten.
Voorts acht de rechtbank niet aannemelijk dat [verzoeker] te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn aanzienlijke schulden aan KPN en Telfort van in totaal € 12.089,76. [Verzoeker] heeft weliswaar verklaard dat zijn verblijfsvergunning na zijn detentie is gestolen en dat met gebruik daarvan enkele telefoonabonnementen bij KPN en Telfort zijn afgesloten, doch hij heeft dit niet onderbouwd met een aangifte. Bovendien heeft [verzoeker] tegenstrijdig verkaard over de plaats waar de verblijfsvergunning is gestolen, nu hij in eerste instantie heeft verklaard dat dit zou zijn gebeurd in het pension waar hij na zijn detentie verbleef en vervolgens dat dit zou zijn gebeurd bij zijn moeder in huis.
Reeds gelet op het vorenstaande is het verzoek niet voor toewijzing vatbaar. De overige schuldenlast behoeft daarom geen nadere bespreking.
Daarnaast heeft [verzoeker] naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank baseert de twijfel aangaande de bereidheid van [verzoeker] op het volgende.
[Verzoeker] heeft een aanzienlijk strafrechtelijk verleden dat dateert van 1983 tot en met 2009, gedurende welke jaren hij regelmatig geruime tijd in detentie heeft doorgebracht. Volgens [verzoeker] heeft hij gedurende deze periode wel eens gewerkt, maar is hij gestopt vanwege rugklachten. [Verzoeker] heeft de arbeidsongeschiktheid echter niet onderbouwd en daardoor onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij zich heeft ingespannen om een einde te maken aan zijn financiële positie. Voorts heeft [P] ter zitting naar voren gebracht dat [verzoeker] zwakbegaafd en analfabeet is en daarnaast psychische problemen heeft, maar de psychische problemen en zwakbegaafdheid zijn niet onderbouwd. [Verzoeker] heeft daarbij reeds de nodige ondersteuning gekregen om zijn situatie op orde te krijgen, nu hij onder beschermingsbewind is gesteld en ambulante (woon)begeleiding heeft gekregen van Zorggroep Manna, maar naar het oordeel van de rechtbank is de huidige situatie, gelet op de verklaringen van [P] ter zitting, niet zodanig dat aannemelijk is dat [verzoeker] de verplichtingen uit de regeling kan en zal nakomen.
Gelet op het vorenoverwogene zal het verzoek worden afgewezen op grond van artikel 288 eerste lid, aanhef en onder b en c, Faillissementswet (Fw).
Van bijzonderde omstandigheden op grond waarvan het verzoek desondanks zou moeten worden toegewezen, is niet gebleken.
De beslissing:
de rechtbank:
wijst het verzoek af.
Gewezen door mr. E. Venekatte, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 18 september 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.