ECLI:NL:RBALM:2012:BY4262

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
21 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12 / 584 AW
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om functieonderhoud binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie

In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als Generalist Tactische Recherche, een verzoek ingediend om functieonderhoud in het kader van de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). Eiseres heeft op 23 mei 2011 een formulier ingediend met bedenkingen tegen haar uitgangspositie, maar verweerder heeft dit formulier niet als een aanvraag om functieonderhoud opgevat. De rechtbank oordeelt dat verweerder het formulier met bijlage van eiseres had moeten beschouwen als een aanvraag om functieonderhoud en daarop had moeten beslissen. De rechtbank stelt vast dat de strekking van de informatie in het formulier niet afhankelijk is van de vorm, maar van de inhoudelijke bewoordingen. Eiseres heeft duidelijk aangegeven dat zij om functieonderhoud verzoekt, wat ook door de bedenkingencommissie werd erkend. De rechtbank concludeert dat verweerder in strijd heeft gehandeld met artikel 4:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht door niet op de aanvraag van eiseres te beslissen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept de primaire beslissing, waarbij verweerder wordt opgedragen binnen zes weken op de aanvraag van eiseres te beslissen. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, zowel in bezwaar als in beroep, en dient het griffierecht te worden vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan op 21 november 2012.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector bestuursrecht
Registratienummer: 12 / 584 AW
uitspraak van de meervoudige kamer
in het geschil tussen:
[naam eiseres],
wonende te Almelo, eiseres,
gemachtigde: mr. W.J. Dammingh, werkzaam bij Nederlandse Politiebond te Woerden,
en
De Korpsbeheerder van de Regiopolitie Twente,
verweerder.
1. Bestreden besluit
Besluit van verweerder d.d. 1 mei 2012.
2. Procesverloop
Bij brief van 22 april 2011 heeft verweerder voor eiseres haar uitgangspositie vastgelegd ten behoeve van de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP).
Op 23 mei 2011 heeft eiseres bij verweerder een formulier “Bedenkingen Uitgangspositie(s) LFNP 2011” ingediend.
Bij brief van 24 oktober 2011 heeft verweerder de uitgangspositie van eiseres ongewijzigd vastgesteld op “Generalist tactische recherche” (primaire beslissing).
Bij besluit van 1 mei 2012 heeft verweerder de daartegen door eiseres ingediende bezwaren ongegrond verklaard (bestreden besluit).
Blijkens het beroepschrift van 11 juni 2012 kan eiseres zich niet met dat besluit verenigen.
Verweerder heeft de rechtbank bij brieven van achtereenvolgens 12 juli 2012 en 6 augustus 2012 de aan het besluit ten grondslag liggende stukken en een verweerschrift toegezonden.
Het beroep is behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 13 november 2012, waar eiseres in persoon is verschenen bijgestaan door mr. W.J. Dammingh voornoemd, terwijl verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door mr. E.I. Bruinsma – van Straten en C.W. Meier.
3. Overwegingen
1. De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan. Eiseres is sinds 1996 aangesteld als Generalist Tactische Recherche.
In het Arbeidsvoorwaardenakkoord politie (CAO) 2008-2010 is afgesproken dat er één functiegebouw komt voor de Politie Nederland: het LFNP. Het LFNP is thans nog niet vastgesteld, maar zal circa 100 standaard functiebeschrijvingen kennen.
De functie die een medewerker op 31 december 2009 bekleedde, wordt omgezet naar een LFNP-functie. Dit proces wordt herhaald voor iedere functie die een medewerker daarna is gaan vervullen tot en met 31 december 2011 (de zogenoemde matching). De functie die op 31 december 2011 wordt gematcht, is de nieuwe LFNP-functie van de medewerker.
2. Bij brief van 22 april 2011 heeft verweerder eiseres een persoonlijk overzicht van haar uitgangspositie gegeven. De gegevens over de uitgangspositie zijn de basis van de matching in het najaar van 2011, aldus verweerder. De uitgangspositie van eiseres is de Generalist Tactische Recherche, zowel op 31 december 2009 als op 31 maart 2011. Eiseres is gevraagd om te controleren of alle functies en/of afspraken vanaf 31 december 2009 tot en met 31 maart 2011 goed in deze brief zijn vastgelegd.
In de brief is voorts aangegeven dat eiseres bedenkingen kan indienen via het formulier “Bedenkingen uitgangspositie(s) LFNP 2011” (hierna: het formulier). Tevens is aangegeven dat eenmalig op één van de uitgangsposities functieonderhoud kan worden aangevraagd. Speciaal voor de invoering van het LFNP is er een “Tijdelijke regeling functieonderhoud politie” (hierna: de regeling) afgesproken tussen werkgevers en vakorganisaties. Ingevolge artikel 2, tweede lid, van de regeling, voor zover hier van belang, maakt de ambtenaar in de aanvraag tot functieonderhoud aannemelijk dat hij gedurende ten minste een jaar op enig moment binnen de referteperiode feitelijk opgedragen werkzaamheden heeft verricht die wezenlijk afwijken van de voor hem geldende functie en in samenhang daarmee de voor hem geldende functiebeschrijving.
3. Eiseres heeft op 23 mei 2011 het formulier bedenkingen ten aanzien van de registratie van haar uitgangspositie ingebracht. Zij heeft in een daarbij gevoegde bijlage expliciet aangegeven dat zij al enkele jaren structureel in opdracht van haar leidinggevende werkzaamheden verricht die passen binnen het kader van de functie Senior Tactische Recherche. Verweerder heeft bij brief van 24 oktober 2011 aan eiseres meegedeeld dat haar uitgangspositie niet wordt gewijzigd.
4. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of verweerder het formulier gelet op de bijlage had moeten opvatten als een aanvraag om functieonderhoud. Eiseres stelt zich op het standpunt dat verweerder ten onrechte niet heeft beslist op haar aanvraag om functieonderhoud.
5. Verweerder wijst er op dat bij de afwikkeling van de bedenkingen landelijk is geconstateerd dat onduidelijkheid kon bestaan of een bedenking daadwerkelijk een bedenking betrof of dat het eigenlijk om een aanvraag om functieonderhoud ging. Daarom is door de Minister van Veiligheid en Justitie met de politievakbonden in juni 2011 een zogenaamde wisselbepaling afgesproken. Deze wisselbepaling houdt in dat die medewerkers die voor of op 23 mei 2011 alleen bedenkingen hebben ingediend, deze bedenkingen kunnen omzetten naar een aanvraag functieonderhoud. Eiseres is bij brief van 15 juli 2011 in de gelegenheid gesteld om daarvan gebruik te maken door uiterlijk op 15 augustus 2011 een “formulier wisselbepaling” in te zenden. Eiseres heeft daarvan geen gebruik gemaakt.
6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het formulier met bijlage van eiseres had moeten opvatten als een aanvraag om functieonderhoud. Op die aanvraag had verweerder moeten beslissen. Immers verschaft het formulier met bijlage aan verweerder informatie waarvan de strekking primair niet wordt bepaald door vorm waarin de informatie wordt gebracht (het formulier), maar door de wijze waarop de informatie is verwoord. Uit de bewoordingen van de bijlage bij het formulier blijkt onmiskenbaar dat het eiseres te doen is om functieonderhoud. Blijkens de brief van verweerder van 24 oktober 2011 was ook de bedenkingencommissie van mening dat eiseres geen bedenkingen had tegen haar uitgangspositie. Eiseres was van oordeel dat haar functie diende te worden aangepast, aldus de bedenkingencommissie. Verweerder had dus bij het beoordelen van de via het formulier verstrekte informatie af moeten gaan op de lading en had niet mogen volstaan met een inspectie van de vlag.
7. De rechtbank is voorts van oordeel dat het niet noodzakelijk was dat eiseres gebruik maakte van het “formulier wisselbepaling”. Ook in de ogen van verweerder was het immers volstrek duidelijk wat eiseres met het indienen van het formulier voor ogen stond. Zoals onder 5. is overwogen is de zogenaamde wisselbepaling in het leven geroepen om onduidelijkheid weg te nemen. Gelet op de duidelijke taal van de bijlage bij het formulier, is de wisselbepaling niet op de aanvraag van eiseres van toepassing.
8. De conclusie is dat verweerder heeft nagelaten op de aanvraag van eiseres om functieonderhoud te beslissen door op die aanvraag ten onrechte een beslissing over haar uitgangspositie te nemen. Daarmee heeft verweerder gehandeld in strijd met de artikel 4:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank zal daarom het bestreden besluit vernietigen. De rechtbank heeft ter zitting met partijen overlegd wat in het geval van een vernietiging dient te gebeuren. De rechtbank zal zelf in de zaak voorzien door de primaire beslissing te herroepen. Verweerder zal alsnog op de aanvraag van eiseres om functieonderhoud dienen te beslissen. Tegen die beslissing staat vervolgens bezwaar open omdat verweerder nog niet eerder heeft beslist op de aanvraag. Omdat al veel tijd verloren is gegaan, ziet de rechtbank aanleiding verweerder op te dragen binnen zes weken op de aanvraag van eiseres te beslissen.
9. De rechtbank zal verweerder veroordelen in de kosten van bezwaar en beroep, als na te melden.
Beslist wordt derhalve als volgt:
4. Beslissing
De Rechtbank Almelo,
Recht doende:
-verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en beslist daarvoor in de plaats dat de primaire beslissing wordt herroepen;
-bepaalt dat verweerder binnen zes weken na verzending van deze uitspraak op de aanvraag van eiseres beslist;
-veroordeelt verweerder in de proceskosten in bezwaar ten bedrage van € 874,-, en in beroep ten bedrage van € 874,-, beide bedragen door verweerder te betalen aan eiseres;
-bepaalt dat verweerder het griffierecht van eiseres ad € 156,- vergoedt.
Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken na verzending hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.
Aldus gedaan door mr. R.J. Jue, voorzitter en mr. W.M.B. Elferink en mr. A. Flos, rechters, in tegenwoordigheid van M.W. Hulsman, griffier.
De griffier, De rechter,
Uitgesproken in het openbaar op 21 november 2012
Afschrift verzonden op