ECLI:NL:RBALM:2012:BY2979

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
13 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
411847 CV EXPL 5816-12
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.H. van Rhijn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in kort geding bij intrekking van de dagvaarding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 13 november 2012, ging het om een kort geding waarin de eisende partij, vertegenwoordigd door mr. B. Bentem, de dagvaarding had ingetrokken voordat de zitting had plaatsgevonden. De gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], vroegen om een proceskostenveroordeling. De kantonrechter, mr. M.H. van Rhijn, oordeelde dat er geen wettelijke regeling bestond voor de proceskostenveroordeling in het geval van intrekking van een kort geding. De kantonrechter stelde vast dat de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing zijn, tenzij de aard van het kort geding zich daartegen verzet. Aangezien er geen afstand van instantie was gedaan door de eiser, was artikel 249 lid 2 Rv niet van toepassing. Het intrekken van de procedure was niet geregeld in de wet, en er was geen rol voor het kort geding ingeschreven. De kantonrechter paste het procesreglement voor korte gedingen toe, waarin is bepaald dat de eisende partij de procedure kan intrekken tot het moment van uitroepen van de zaak, zonder dat er een proceskostenveroordeling volgt. Gezien deze overwegingen besloot de kantonrechter dat de zaak was ingetrokken en dat er geen plaats was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Enschede
Zaaknummer : 411847 CV EXPL 5816-12
Uitspraak : 13 november 2012
Vonnis in de zaak van:
[EISER]
wonende te [woonplaats]
eisende partij, hierna ook wel [eiser] te noemen
gemachtigde: mr. B. Bentem, advocaat te Enschede
tegen
de openbare ambtsdrager de heer [GEDAAGDE SUB 1]
en
de heer [GEDAAGDE SUB 2] in persoon,
kantoorhoudende en handelende onder de naam [X] te Enschede
gedaagde partij, hierna ook wel [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] te noemen
procederende in persoon
1. Het verloop van de procedure:
1.1 Dit verloop blijkt uit:
- de dagvaarding van 11 juli 2012 tegen de zitting in kort geding van de kantonrechter te Enschede van 19 juli 2012 te 10.45 uur;
- het faxbericht van de gemachtigde van [eiser] van 17 juli 2012, onder gelijktijdige toezending aan deurwaarderskantoor [gedaagde sub 1], waarbij hij schrijft dat de dagvaarding wordt ingetrokken;
- het faxbericht van [gedaagde sub 2] van 18 juli 2012 waarin hij vraagt [eiser] en zijn gemachtigde mr Bentem te veroordelen in de aan zijn zijde gemaakte kosten.
- De brief van mr. Bentem d.d. 11 september 2012 waarin hij de kantonrechter vraagt het verzoek van [gedaagde sub 2] af te wijzen.
2. De beoordeling van het geschil:
2.1 [Gedaagde sub 2] vraagt om een proceskostenveroordeling. De kantonrechter is van oordeel dat als hoofdregel geldt dat de bepalingen van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering op een kort geding van toepassing zijn, indien de aard van het kort geding zich daartegen niet verzet. Er is door [eiser] geen afstand van instantie gedaan, zodat artikel 249 lid 2 Rv toepassing mist. Het intrekken van een kort geding is, voor zover het gaat om een proceskostenveroordeling, niet geregeld in de wet. Niet uit het oog mag worden verloren dat voor korte gedingen geen rol bestaat. Van een inschrijving ter rolle is daarom geen sprake geweest. Het kort geding is niet uitgeroepen en de gedaagde partijen hebben geen proceshandelingen verricht. Nu er geen wettelijke regeling is, zal de kantonrechter het vigerende procesreglement korte gedingen rechtbanken sector kanton toepassen. In artikel 9.1 van dit reglement is bepaald dat de eisende partij de procedure kan intrekken tot het moment dat de zaak is uitgeroepen en dat in een dergelijk geval de kantonrechter geen proceskostenveroordeling uitspreekt. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt tot de volgende beslissing.
Beslissing:
Verstaat dat de zaak is ingetrokken en dat er geen plaats is voor een proceskostenveroordeling.
Dit vonnis is gewezen te Enschede door mr. M.H. van Rhijn, kantonrechter, en op
13 november 2012 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de
griffier.