ECLI:NL:RBALM:2012:BY2979
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.H. van Rhijn
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in kort geding bij intrekking van de dagvaarding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 13 november 2012, ging het om een kort geding waarin de eisende partij, vertegenwoordigd door mr. B. Bentem, de dagvaarding had ingetrokken voordat de zitting had plaatsgevonden. De gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], vroegen om een proceskostenveroordeling. De kantonrechter, mr. M.H. van Rhijn, oordeelde dat er geen wettelijke regeling bestond voor de proceskostenveroordeling in het geval van intrekking van een kort geding. De kantonrechter stelde vast dat de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing zijn, tenzij de aard van het kort geding zich daartegen verzet. Aangezien er geen afstand van instantie was gedaan door de eiser, was artikel 249 lid 2 Rv niet van toepassing. Het intrekken van de procedure was niet geregeld in de wet, en er was geen rol voor het kort geding ingeschreven. De kantonrechter paste het procesreglement voor korte gedingen toe, waarin is bepaald dat de eisende partij de procedure kan intrekken tot het moment van uitroepen van de zaak, zonder dat er een proceskostenveroordeling volgt. Gezien deze overwegingen besloot de kantonrechter dat de zaak was ingetrokken en dat er geen plaats was voor een proceskostenveroordeling.