ECLI:NL:RBALM:2012:BY2160
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.M.M. Bordenga
- H. Bloebaum
- N.R. Visser
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in drugszaken wegens gebrek aan bewijs
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 2 november 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het verkopen en/of afleveren van harddrugs en hennep in de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 januari 2012. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte te veroordelen voor het eerste feit en vrijspraak voor het tweede feit. De verdediging pleitte echter voor vrijspraak van beide feiten.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de beschikbare bewijsmiddelen en de verklaringen in het dossier. De rechtbank kwam tot de conclusie dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank merkte op dat de enige aanwijzing voor betrokkenheid van de verdachte bij drugshandel bestond uit tapgesprekken van een medeverdachte, maar dat deze gesprekken niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen. Bovendien was er geen aanvullend onderzoek gedaan naar de verdachte zelf.
De rechtbank oordeelde dat de enkele aanwezigheid van gripzakjes met cocaïne en een weegschaal in de woning van de verdachte onvoldoende bewijs opleverde voor drugshandel. Gezien het gebrek aan bewijs sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel feit 1 als feit 2. Dit vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 2 november 2012.