ECLI:NL:RBALM:2012:BY1556
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Venekatte
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van schuldsaneringsregelingen wegens niet voldoen aan inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 18 oktober 2012 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregelingen van [saniet sub 1] en [saniet sub 2]. De bewindvoerder had op 10 september 2012 verzocht om deze beëindiging, omdat de schuldenaren niet naar behoren hadden geïnformeerd over hun persoonlijke omstandigheden. Tijdens de zitting op 11 oktober 2012 zijn beide schuldenaren verschenen, samen met de bewindvoerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat [saniet sub 2] op 18 juli 2012 de bewindvoerder had geïnformeerd over haar vertrek van [saniet sub 1], maar daarna geen verdere informatie heeft verstrekt. De bewindvoerder heeft herhaaldelijk geprobeerd contact te krijgen, maar zonder succes. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaren hun inlichtingenplicht niet zijn nagekomen, wat leidde tot de conclusie dat de schuldsaneringsregelingen niet in stand konden blijven.
De rechtbank heeft de argumenten van de schuldenaren, waaronder de stelling dat zij de bewindvoerder telefonisch op de hoogte hadden gebracht van hun situatie, niet geloofwaardig geacht. De bewindvoerder ontkende deze informatie te hebben ontvangen en de rechtbank vond geen bewijs dat de schuldenaren aan hun verplichtingen hadden voldaan. De rechtbank benadrukte dat een wettelijke schuldsaneringsregeling geen hulpverleningsinstrument is, maar gericht is op een doelmatige vereffening van het vermogen ten behoeve van de schuldeisers. De rechtbank heeft daarom besloten de schuldsaneringsregelingen te beëindigen op grond van artikel 350 derde lid onder c van de Faillissementswet.
De rechtbank heeft ook het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en bepaald dat dit ten laste van de boedel zal komen. De beslissing om de schuldsaneringsregelingen te beëindigen werd genomen in het belang van de schuldeisers, aangezien er onvoldoende baten waren om de vorderingen te voldoen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Venekatte, lid van de enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken.