ECLI:NL:RBALM:2012:BY1454
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over hoogte FLO-vervangende uitkering en bevoegdheid toezegging
In deze zaak gaat het om de hoogte van de FLO-vervangende uitkering die eiser, werkzaam bij de Regio Twente, heeft aangevraagd. Eiser is op 1 november 2003 in dienst getreden en heeft in het verleden afspraken gemaakt over zijn FLO-rechten. Bij besluit van 7 februari 2012 heeft de Regio Twente eiser vrijgesteld van werkzaamheden na 31 augustus 2012 en hem een FLO-vervangende uitkering van 70% van zijn bezoldiging toegekend, met eervol ontslag per 1 september 2014. Eiser betwist deze beslissing en stelt dat er toezeggingen zijn gedaan door de secretaris van de Regio Twente dat de uitkering 85% zou bedragen.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 5 oktober 2012, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde W.J.M. Wetzels. De Regio Twente werd vertegenwoordigd door H.M. Bolhaar en mr. P.J. Schaap. Tijdens de zitting is ook een getuige gehoord, T. Plummen, die bevestigde dat er gesprekken waren geweest over de hoogte van de uitkering. De rechtbank oordeelt dat de toezegging van de secretaris niet bindend is, omdat deze onbevoegd was om dergelijke toezeggingen te doen. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin is vastgesteld dat een beroep op het vertrouwensbeginsel alleen kan slagen als er een uitdrukkelijke toezegging is gedaan door een bevoegd orgaan.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een bindende toezegging en dat het bestreden besluit in stand kan blijven. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat binnen zes weken hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.