ECLI:NL:RBALM:2012:BX9464
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Burengeschil over hinder door coniferen en waterafvoer
In deze zaak, die voor de Rechtbank Almelo werd behandeld, heeft eiser, wonende te [woonplaats], een kort geding aangespannen tegen zijn buurman, gedaagde, eveneens wonende te [woonplaats]. De procedure vond plaats op 27 september 2012, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. P.F. Wolbers. Eiser vorderde primair dat gedaagde de coniferen en rododendronstruiken aan de erfgrens met minimaal de helft zou inkorten, en subsidiair toestemming om dit zelf te doen. Daarnaast vorderde eiser de verwijdering van een drempel die gedaagde in de gemeenschappelijke waterafvoer had geplaatst, en herstel van de waterafvoer in de oorspronkelijke staat.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiser afgewezen. De rechter oordeelde dat de hoogte van de coniferen en rododendronstruiken geen onaanvaardbare hinder voor eiser veroorzaakte, en dat de drempel in de waterafvoer niet onrechtmatig was. De voorzieningenrechter concludeerde dat de aanpassingen van gedaagde niet in strijd waren met de artikelen 5:37 en 5:39 van het Burgerlijk Wetboek, die betrekking hebben op hinder en waterafvoer. Eiser werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die tot dat moment op € 267,00 waren begroot.
Het vonnis werd uitgesproken door mr. A.E. Zweers op 4 oktober 2012, en de rechter oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatige hinder door de bomen of de drempel. Dit vonnis benadrukt het belang van de afweging tussen buren bij geschillen over hinder en de noodzaak om juridische procedures zorgvuldig te onderbouwen.