ECLI:NL:RBALM:2012:BX9286

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
5 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/700185-11
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van ambtenaar wegens wapenbezit en corruptie

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 5 oktober 2012 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die als ambtenaar werkzaam was bij de gemeente Enschede. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie, alsook van ambtelijke corruptie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij zich had laten omkopen door een medeverdachte, die ook zijn buurman was. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten van ambtelijke corruptie, ondanks dat de verdachte samen met de medeverdachte op verschillende reizen was geweest en geschenken had ontvangen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen van corruptie, maar achtte het wel bewezen dat hij vuurwapens en munitie voorhanden had. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank benadrukte de ernst van het wapenbezit, vooral gezien de omstandigheden waaronder de wapens werden bewaard, en de mogelijke gevaren die dit met zich meebracht voor de omgeving. De rechtbank besloot dat de in beslag genomen wapens en munitie onttrokken moesten worden aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd was met de wet.

Uitspraak

Rechtbank Almelo
Sector strafrecht
Parketnummer: 08/700185-11
Datum vonnis: 5 oktober 2012
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen:
[verdachte],
geboren op [1951] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 21 september 2012. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.M. Brunsveld en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman
mr. A.H.J.G. van Voorthuizen, advocaat te Ede (Gld.), naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer:
Feit 1 primair:
dat verdachte als ambtenaar gedurende een periode giften, beloften of diensten heeft aangenomen terwijl hij wist of redelijkerwijs vermoedde dat hem dit werd aangeboden zodat hij in strijd met zijn plicht als ambtenaar een tegenprestatie zou leveren;
Feit 1 subsidiair:
dat verdachte als ambtenaar gedurende een periode giften, beloften of diensten heeft aangenomen terwijl hij wist of redelijkerwijs vermoedde dat hem dit werd aangeboden zodat hij een tegenprestatie zou leveren;
Feit 2 primair:
dat verdachte al dan niet samen met een ander gedurende een periode valsheid in geschrift heeft gepleegd;
Feit 2 subsidiair:
dat verdachte al dan niet samen met een ander gedurende een periode de gemeente Enschede heeft opgelicht;
Feit 3:
dat verdachte vuurwapens en munitie voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de (gewijzigde) tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006
tot en met 29 november 2011 in de gemeente Enschede en/althans (elders) in
Nederland
als ambtenaar (van de gemeente Enschede/ Senior projectleider Uitvoering
Project Roombeek) (meermalen) een gift en/of belofte dan wel een dienst gedaan
door [X] en/of de aan die [X] gerelateerde/toebehorende
firma('s) Netters Infra en/of Astro Nederland BV, te weten:
- (reis- en/of verblijf)kosten van een bezoek aan de Formule 1 in
Spa Franchorchamps en/of Hockenheim, en/of
- een natuurstenen beeld van een paard en/of een Boeddhabeeld, en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 1 april 2007 tot en met 7
april 2007 naar China (reis 1), en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 15 juni 2007 tot en met 22
juni 2007 naar de Verenigde Staten van Amerika (reis 2), en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 5 maart 2010 tot en met
15 maart 2010 naar China (reis 5), en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 11 juni 2010 tot en met 17
juni 2010 naar Canada (reis 6), en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis op 8 en 9 juli 2011 naar Italië
(reis 7), en/of
- een bedrag van euro 12.500,-- (overboeking rek.nr. [xxxx] ING bank dd. 31
december 2008, "Astro Nederland bv rek. landbouwtrekker")
heeft aangenomen,
(telkens) wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte
werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden
* teneinde hem, verdachte, te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn
bediening (telkens) iets te doen of na te laten, en/of
* ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, verdachte, in strijd
met zijn plicht, in zijn huidige bediening (telkens) werd gedaan of nagelaten,
te weten:
- het bevorderen van de uitgifte en/of uitvoering van werkzaamheden (tot
een bedrag van euro 25.000,--) binnen het project Roombeek aan/door die
[X] en/of de aan die [X] gerelateerde/toebehorende
firma('s) Netters Infra en/of Astro Nederland BV, en/of
- het in stand houden of verbeteren van de zakelijke relatie(s) met die
[X] en/of (vertegenwoordigers van) de aan die [X]
gerelateerde/toebehorende firma('s) Netters Infra en/of Astro Nederland BV;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2006
tot en met 29 november 2011 in de gemeente Enschede en/althans (elders) in
Nederland als ambtenaar (van de gemeente Enschede/ Senior projectleider Uitvoering)
Project Roombeek) (meermalen) een gift en/of belofte dan wel een dienst gedaan
door [X] en/of de aan die [X] gerelateerde/toebehorende firma('s) Netters Infra en/of Astro Nederland BV, te weten:
- (reis- en/of verblijf)kosten van een bezoek aan de Formule 1 in
Spa Franchorchamps en/of Hockenheim, en/of
- een natuurstenen beeld van een paard en/of een Boeddhabeeld, en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 1 april 2007 tot en met 7
april 2007 naar China (reis 1), en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 15 juni 2007 tot en met 22
juni 2007 naar de Verenigde Staten van Amerika (reis 2), en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 5 maart 2010 tot en met
15 maart 2010 naar China (reis 5), en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis van 11 juni 2010 tot en met 17
juni 2010 naar Canada (reis 6), en/of
- (reis- en/of verblijf)kosten van een reis op 8 en 9 juli 2011 naar Italië
(reis 7), en/of
- een bedrag van euro 12.500,-- (overboeking rek.nr. [xxxx] ING bank dd. 31
december 2008, "Astro Nederland bv rek. landbouwtrekker")
heeft aangenomen,
(telkens) wetende of redelijkerwijs vermoedende dat deze hem, verdachte
werd(en) gedaan, verleend of werd(en) aangeboden
* teneinde hem, verdachte, te bewegen om, zonder daardoor in strijd met zijn
plicht te handelen, in zijn bediening (telkens) iets te doen of na te laten,
en/of
* ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, verdachte, zonder
daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn huidige bediening
(telkens) werd gedaan of nagelaten, te weten:
- het bevorderen van de uitgifte en/of uitvoering van werkzaamheden (tot
een bedrag van euro 25.000,--) binnen het project Roombeek aan/door die
[X] en/of de aan die [X] gerelateerde/toebehorende
firma('s) Netters Infra en/of Astro Nederland BV, en/of
- het in stand houden of verbeteren van de zakelijke relatie(s) met die
[X] en/of (vertegenwoordigers van) de aan die [X]
gerelateerde/toebehorende firma('s) Netters Infra en/of Astro Nederland BV;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2010
tot en met 1 november 2010 in de gemeente(n) Hengelo (O) en/of Enschede
en/althans (elders) in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen
(telkens) een factuur (met bijlage) van de firma [Z] (dd. 27
april 2010 en/of 20 mei 2010 en/of 24 juni 2010 en/of 24 augustus 2010), -
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) valselijk en
in strijd met de waarheid:
* voornoemde factu(u)r(en) met bijlage van de firma [Z] gericht aan de
gemeente Enschede en betreffende "het uitvoeren van diverse container
werkzaamheden" opgesteld/gemaakt en/of op die factu(u)ren/bijlage(n) het
uitvoeren van diverse containerwerkzaamheden vermeld betreffende
werkzaamheden welke (deels) niet ten behoeve van de gemeente Enschede
was/waren verricht, en/of
* (vervolgens) die factu(u)r(en) naar de gemeente Enschede verzonden, en/of
* -na ontvangst van die factu(u)r(en) door de gemeente Enschede- die
factu(u)r(en) voorzien van een handtekening/paraaf voor "akkoord levering",
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2010
tot en met 1 november 2010 in de gemeente(n) Hengelo (O) en/of Enschede
en/althans (elders) in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid
en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, de gemeente Enschede heeft/hebben bewogen tot de afgifte van
(een) geldbedrag(en) (totaal euro 825,62),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
* een factuur met bijlage (dd. 27 april 2010 en/of 20 mei 2010 en/of 24 juni
2010 en/of 24 augustus 2010) van de firma [Z] gericht aan de gemeente
Enschede en betreffende "het uitvoeren van diverse containerwerkzaamheden"
opgemaakt of doen opmaken, en/of op die factuur/bijlage het uitvoeren van
diverse containerwerkzaamheden vermeld (wetende dat die werkzaamheden (deels)
niet ten behoeve van de gemeente Enschede was/waren verricht), en/of
* (vervolgens) die factu(u)r(en) naar de gemeente Enschede verzonden, en/of
* -na ontvangst van die factu(u)r(en) door de gemeente Enschede- die
factu(u)r(en) voorzien van een handtekening/paraaf voor "akkoord levering",
waardoor die gemeente Enschede (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven
afgifte; (zaaksdossier pag. 1807 t/m 2141)
3.
hij op of omstreeks 29 november 2011 in de gemeente Enschede
een of meer wapen(s) van categorie II en/of III, te weten:
- een pistoolmitrailleur (merk Imi, model Uzi), en/of
- een pistool (merk Baretta, model Cheetah), en/of
- een kogelgeweer (merk Anschuts), en/of
- een pistool (merk TOZ), en/of
een of meer stuk(s) munitie van categorie III, te weten:
- 5, althans een of meer kogelpatro(o)n(en), kal. 9 mm, en/of
- 38, althans een of meer, kogelpatro(o)n(en), kal. 7,65 mm, en/of
- 51, althans een of meer, kogelpatro(o)n(en), kal. .22LR, en/of
- 49, althans een of meer, kogelpatro(o)n(en), kal. 6,35/.25 auto, en/of
- 718, althans een/of meer, kogelpatro(o)n(en), kal. .22LR,
- en/althans een of meer (kogel)patro(o)n(en), kal. 8x57 en/of 7x64 en/of
kal. 16 Brenneke,
voorhanden heeft gehad;
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, ter zake feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden onvoorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen wapens en munitie.
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
5.1 feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gemotiveerd het standpunt ingenomen dat verdachte voor het onder 1 primair tenlastegelegde moet worden veroordeeld nu dat feit wettig en overtuigend bewezenverklaard kan worden.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 1 tenlastegelegde nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijsmateriaal aanwezig is om tot een veroordeling te komen.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Verdachte was werkzaam als projectleider wederopbouw van de wijk Roombeek in Enschede die op 13 mei 2000 door de vuurwerkramp was verwoest. In die hoedanigheid had hij zakelijk contact met diverse aannemers die in Roombeek in het kader van de wederopbouw werkzaam waren. Onder hen was ook medeverdachte [X]. [X] is directeur-eigenaar van Astra Holding waaronder de werkmaatschappijen Netters Infra, Netters Vastgoed en VEPA vallen. Netters Infra was als (onder)aannemer vanaf 2001 actief in Roombeek. In de periode van januari 2006 tot november 2010 voerde Netters Infra werk uit in de wijk Roombeek ter waarde van 13 miljoen euro. Sinds enkele jaren woont medeverdachte [X], in [plaats] op het adres [adres]. Hij werd daarmee de buurman van [verdachte] . De echtgenote van verdachte, mevrouw [Y], exploiteert op het woonadres van verdachte een manege. Deze manege heet [naam]. Een dochter van medeverdachte [X] rijdt al vele jaren bij deze manege. [Verdachte] en medeverdachte [X] hadden daardoor en door hun gezamenlijke hobby paarden, ook buiten hun werk contacten met elkaar.
Vaststaat dat verdachte in de tenlastegelegde periode diverse keren samen met medeverdachte [X] op reis geweest is. Verdachte heeft erkend dat hij in 2006 samen met [X] naar de Formule 1-races in Spa-Francorchamps en Hockenheim is geweest. In 2007 en 2010 was verdachte samen met onder andere [X] in de Verenigde Staten en Canada. In 2007, 2008, 2009 en 2010 was verdachte samen met onder andere [X] in China. [X] koopt in China rechtstreeks natuursteen die hij in Nederland verwerkt bij de diverse projecten die hij met zijn bedrijf onder handen heeft. Verdachte wilde wel eens zien waar de natuursteen in China vandaan kwam. Om die reden is hij in 2007 voor het eerst met [X] naar China geweest. Daarna is hij in 2008, 2009 en 2010 nog weer met [X] in China geweest. Verdachte heeft steeds verklaard dat het privéreizen waren en dat hij zijn eigen kosten betaald heeft. Voor zover er kosten door [X] zijn betaald, zijn die kosten later met [X] verrekend, zo heeft verdachte verklaard. In China zijn zij ontvangen door het bedrijf waarmee [X] zaken deed en kregen zij eten en drinken aangeboden door de Chinezen.
Op geen enkele wijze heeft verdachte, blijkens zijn eigen verklaring, aan [X] toezeggingen gedaan of voordelen toegekend bij het verwerven van opdrachten binnen het project Roombeek. Alle projecten binnen de wijk Roombeek werden openbaar of onderhands aanbesteed. Verdachte had daar geen enkele invloed op, nu hij - ook volgens de verklaring van zijn leidinggevende [W] tegenover de Rijksrecherche - slechts bevoegd was om tot een bedrag van 5.000 euro zogenaamd regiewerk uit te geven. Regiewerk is werk dat gedaan moet worden binnen een bestaand project dat reeds in uitvoering is bij een aannemer. Gedacht kan dan worden aan het ophogen van trottoirs, het plaatsen van een inrit, etcetera. Voor opdrachten boven de 5.000 euro moet de chef van verdachte, de heer [W] - ook blijkens diens verklaring ten overstaan van de Rijksrecherche - toestemming geven. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat tijdens de reizen die hij gemaakt heeft met medeverdachte [X] nauwelijks werd gesproken over het werk en al helemaal niet over opdrachten die Netters Infra voor de gemeente Enschede uitvoerde. Het eventuele regiewerk dat door verdachte werd uitgegeven, werd in voorkomende gevallen geregeld met de uitvoerder van de desbetreffende aannemer ter plaatse en nooit met de directeur-eigenaar [X]. Het feit dat verdachte de reizen die hij in de tenlastegelegde periode met [X] maakte beschouwde als privéreizen verklaart volgens verdachte ook waarom hij deze reizen nooit gemeld heeft bij zijn leidinggevende, de heer [W].
Naar aanleiding van de eerste reis in 2007 naar China kreeg verdachte later in Nederland een Boeddhabeeld en een paard van natuursteen toegestuurd die door de Chinese zakenpartners van [X] met een container natuursteen naar Nederland waren verscheept. Verdachte en [X] hebben bij de Rijksrecherche steeds verklaard hiervoor niets betaald te hebben. In China kosten deze beelden niets en het was volgens verdachte een geste van de Chinezen, omdat de Chinezen in China en later bij een bezoek in Nederland aan onder meer de manege van de echtgenote van verdachte zoveel plezier hadden gehad met [verdachte]. Verdachte wist tevoren niet dat hij die beelden zou krijgen evenmin als medeverdachte [X] dit wist. Verdachte heeft ook erkend dat hij in juli 2011 samen met [X] naar de grootste bouwput van Europa is geweest, de Alpentunnel in Zwitserland. Ook deze reis heeft hij niet gemeld aan zijn leidinggevende. Verdachte heeft voor deze reis niets betaald en is op uitnodiging meegegaan omdat het voor hem beroepsmatig interessant was om “live” kennis te nemen van een dergelijk project. Net als bij alle andere reizen stond daar voor verdachte geen enkele toezegging aan [X] tegenover, terwijl ook [X] verklaard heeft dat hij verdachte heeft uitgenodigd louter en alleen omdat [X] wist dat verdachte beroepsmatig geïnteresseerd was in een dergelijk bijzonder bouwproject. [X] op zijn beurt heeft verklaard dat hijzelf ook uitgenodigd was door een ander en dus geen kosten gemaakt heeft.
Vast staat verder dat verdachte in december 2008 een trekker heeft verkocht aan [X] voor een bedrag van 12.500 euro. Verdachte heeft ter terechtzitting van de rechtbank verklaard dat hij deze trekker niet meer nodig had en daarom die trekker aan zijn buurman [X] heeft verkocht. Verdachte heeft verklaard die trekker zelf voor 6 à 7000 euro te hebben gekocht. Hij heeft daarnaast nog wat kosten gemaakt aan de trekker, zodat de totale investering volgens verdachte op een bedrag van om en nabij de 10.000 euro komt. [X] kon de trekker volgens zijn verklaring goed gebruiken en de trekker was hem daarom 12.500 euro waard.
De officier van justitie heeft betoogd dat de reizen die verdachte met medeverdachte [X] gemaakt heeft, de natuurstenen beelden die verdachte heeft gekregen en het in de ogen van de officier exorbitant hoge bedrag dat hij voor de verkochte trekker van [X] heeft ontvangen, door [X] betaald zijn om verdachte ertoe te bewegen dat verdachte in strijd met zijn plicht als projectleider Roombeek aan het bedrijf van [X] voordelen zou geven in de vorm van opdrachten binnen de wijk Roombeek. Door samen met verdachte op reis te gaan en aan verdachte beelden te schenken en hem een veel te hoog bedrag te geven voor een trekker, die niet eens daadwerkelijk aan [X] werd geleverd nu die trekker tot op de dag van vandaag bij [verdachte] gestald is, zou medeverdachte [X] de relatie met verdachte goed willen houden om daardoor voordeel te hebben bij het verkrijgen van opdrachten binnen Roombeek. Zowel verdachte als [X] hebben iedere suggestie in die richting verre van zich geworpen. [Verdachte] heeft ook ter terechtzitting gepersisteerd bij zijn ten overstaan van de Rijksrecherche afgelegde verklaringen, dat hij behoudens de excursie naar de Alpentunnel steeds zijn eigen kosten betaald heeft. Voor zover de facturen van Wereldlijn een ander beeld zouden geven, wordt door de verdediging van verdachte erop gewezen dat dit een zaak is van Wereldlijn en dat dit niets zegt over hoe de daadwerkelijke verrekening van de kosten heeft plaatsgevonden.
De rechtbank is alles afwegende van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezenverklaard kan worden dat verdachte zich heeft laten omkopen door [X]. Het staat vast dat verdachte samen met [X] in de tenlastegelegde periode diverse reizen voor uiteenlopende doeleinden naar het buitenland gemaakt heeft. Vaststaat ook dat [X] met zijn bedrijf in infrastructurele werken opdrachten uitvoerde in de wijk Roombeek in Enschede en dat verdachte daar projectleider was in dienst van de gemeente Enschede. Vast staat ook dat verdachte en [X] elkaar al vele jaren kennen en een vriendschappelijke relatie met elkaar onderhouden. Voorts zijn zij al enige jaren elkaars buren in Enschede. Vaststaat eveneens dat verdachte geen enkele reis bij zijn superieuren heeft gemeld. Wat dat laatste betreft kan verdachte worden tegengeworpen dat verdachte door met een belangrijke opdrachtnemer binnen het project wederopbouw Roombeek op reis te gaan, daarmee op zijn minst de schijn heeft kunnen wekken dat er sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling. Dat is evenwel niet voldoende om te kunnen komen tot een veroordeling van verdachte ter zake van overtreding van artikel 363 respectievelijk artikel 362 Wetboek van Strafrecht. Om tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde te kunnen komen dient er een causale relatie vastgesteld te kunnen worden tussen de door verdachte met medeverdachte [X] gemaakte reizen, de aan verdachte gestuurde beelden en het vermeende te hoge aankoopbedrag voor de trekker enerzijds en eventuele prestaties en/of diensten van verdachte als projectleider van het project Roombeek ten faveure van het bedrijf van medeverdachte [X] anderzijds. Daarvan is in het geheel niet gebleken. Voor zover door de officier van justitie is gesteld dat medeverdachte [X] de kosten van de reizen van verdachte voor zijn rekening genomen heeft en dat niet gedaan heeft omdat [X] zijn buurman [verdachte] zo aardig vindt, stelt de rechtbank vast dat uit het dossier niet valt af te leiden of en zo ja in hoeverre de kosten van [verdachte] door [X] zijn betaald. In elk geval kunnen de facturen van reisbureau Wereldlijn daarvoor niet leidend zijn nu verdachte en medeverdachte onweersproken hebben verklaard dat zij de kosten - voor zover die kosten door één van hen waren voorgeschoten – later onderling hebben verrekend, terwijl overigens gebleken is dat er discrepanties zitten in bij Wereldlijn en bij verdachte aangetroffen facturen. De eigenaar van Wereldlijn is hieromtrent als verdachte gehoord door de Rijksrecherche.
De rechtbank concludeert dan ook dat het aan verdachte onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
5.2 feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gemotiveerd het standpunt ingenomen dat verdachte voor het onder 2 primair tenlastegelegde moet worden veroordeeld nu dat feit wettig en overtuigend bewezenverklaard kan worden.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijsmateriaal aanwezig is om tot een veroordeling te komen.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Aan verdachte is - zakelijk weergegeven – primair tenlastegelegd het medeplegen van valsheid in geschrifte van facturen van de firma [Z] met betrekking tot containerwerkzaamheden voor de gemeente Enschede, subsidiair tenlastegelegd als medeplegen van oplichting van de gemeente Enschede. Verdachte heeft dit feit ontkend. In de financiële administratie van het Projectbureau Roombeek van de gemeente Enschede werd een viertal facturen aangetroffen die betrekking hadden op containerwerkzaamheden van de firma [Z] voor de gemeente Enschede. In de daaraan ten grondslag liggende dagstaten, aangetroffen in de administratie van de firma [Z], waarin de chauffeurs van de firma [Z] per dag bijhielden hoeveel kilometers er gereden werden, welke containers vervoerd werden en wat de herkomst van de container was, waren wijzigingen aangebracht met de pen. De wijzigingen bestonden daaruit dat “[naam manege]” (de manege van de echtgenote van [verdachte]) was doorgestreept en gewijzigd in “werken van de gemeente Enschede”. [Verdachte] heeft steeds ontkend dat hij hiervan op de hoogte was. Voor zover hij facturen heeft geparafeerd voor akkoord, ging hij er steeds van uit dat deze facturen betrekking hadden op werken van de gemeente Enschede. De aan de facturen ten grondslag liggende dagstaten van de chauffeurs van [Z] heeft verdachte nooit gezien omdat die dagstaten binnen de administratie van [Z] achterbleven en daar ook zijn aangetroffen door de politie. Bij die stand van zaken is van medeplegen van het primair dan wel het subsidiair tenlastegelegde geen sprake, nu medeplegen een bewuste en nauwe samenwerking vereist tussen de medeplegers. Daarvan is in onderhavige zaak geen sprake, te meer niet nu er geen enkel overtuigend bewijs is voor de stelling dat verdachte de hand heeft gehad in de wijzigingen van de dagstaten. Nu er geen wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte zich schuldig gemaakt heeft aan het medeplegen van valsheid in geschrifte, dan wel het medeplegen van oplichting moet verdachte van het hem onder 2 primair en onder 2 subsidiair tenlastegelegde worden vrijgesproken.
5.3 Feit 3
De rechtbank acht, evenals de officier van justitie en de verdediging, het onder
3 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen. , ,
5.4 De conclusie
De rechtbank is niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen dat verdachte het onder 1 primair en 1 subsidiair en het onder 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 29 november 2011 in de gemeente Enschede wapens van categorie II en III, te weten:
- een pistoolmitrailleur (merk Imi, model Uzi), en
- een pistool (merk Beretta, model Cheetah), en
- een kogelgeweer (merk Anschutz), en
- een pistool (merk TOZ), en
munitie van categorie III, te weten:
- 5 kogelpatronen, kal. 9 mm, en
- 38 kogelpatronen, kal. 7,65 mm, en
- 51 kogelpatronen, kal. .22LR, en
- 49 kogelpatronen, kal. 6,35/.25 auto, en
- 718 kogelpatronen, kal. .22LR,
- en een (kogel)patroon, kal. 8x57 en 7x64 en kal. 16 Brenneke,
voorhanden heeft gehad.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 3 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij artikel 55 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 3
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II;
en
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
7. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
8.1 De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft in zijn woning een aantal vuurwapens, te weten een automatisch wapen, pistolen en een kogelgeweer, als ook een aanzienlijke hoeveelheid, veelal bijbehorende, munitie voorhanden gehad. Verdachte heeft een deel van deze wapens en munitie opgeslagen op de zolder van zijn woning. Echter bewaarde verdachte een van de vuurwapens, de automatische pistoolmitrailleur of te wel Uzi, met bijbehorende munitie, in de hal van zijn woning onder de trap, alwaar dit vuurwapen voor een ieder die de woning betrad voor het grijpen lag. Verdachte heeft er om hem moverende redenen welbewust voor gekozen de vuurwapens en munitie voor andere personen in bewaring te nemen. Naar het oordeel van de rechtbank behoeft het geen betoog dat verdachte met deze handelwijze groot gevaar voor de gezondheid en het leven van onder meer zijn eigen gezinsleden in het leven heeft geroepen. Verdachte heeft zich bijzonder naïef getoond en weinig blijk gegeven van besef van het gevaar waarin hij anderen door zijn wapen- en munitiebezit heeft gebracht.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de aan verdachte op te leggen straf rekening gehouden met de ernst van de bewezenverklaarde feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals deze onder meer tot uitdrukking komen in de hierop gestelde wettelijke strafmaxima en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. In dit verband heeft de rechtbank bij haar overwegingen ook de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting betrokken, voor zover deze voor de onderhavige feiten zijn vastgesteld. Deze geven aan als uitgangspunt voor het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden. Voor het voorhanden hebben van een pistool of een revolver, als ook voor het voorhanden hebben van een geweer geldt als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden per vuurwapen. Voor het voorhanden hebben van meer dan 20 patronen scherpe munitie wordt een geldboete als uitgangspunt gegeven. Het voorhanden hebben van de in deze zaak bewezenverklaarde vuurwapens zou in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden rechtvaardigen.
De rechtbank heeft kennis genomen van het voorlichtingsrapport dat op 21 maart 2012 over verdachte is opgemaakt door L.B.J. van der Kolk van Reclassering Nederland, adviesunit Almelo. De rapporteur acht toezicht door de reclassering, alsmede interventies/ behandelingen voor verdachte niet geïndiceerd. De rapporteur onthoudt zich verder van een strafadvies wegens de ontkenning van verdachte.
Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 9 juli 2012 blijkt dat verdachte niet eerder met politie of justitie in aanraking is geweest. De rechtbank houdt hier in het voordeel van verdachte rekening mee. Hoewel verdachte van de verdenking van ambtelijke corruptie wordt vrijgesproken, heeft de grote publieke aandacht voor deze zaak in de media in de afgelopen periode behoorlijke impact gehad op verdachtes maatschappelijke positie. Verdachte is in afwachting van de uitkomst van de strafzaak door zijn werkgever tot nader order op non-actief gesteld. Ook acht de rechtbank, gezien zijn leeftijd, medische conditie en blanco strafblad, aannemelijk dat verdachte de deels in beperkingen doorgebrachte periode van voorlopige hechtenis meer dan gemiddeldzwaar is gevallen. De ernst van de bewezenverklaarde feiten rechtvaardigt in beginsel een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf, echter zal de rechtbank onder de hiervoor overwogen specifieke omstandigheden, in plaats daarvan aan verdachte een werkstraf van de maximale duur opleggen. Als waarschuwing en om de ernst van de feiten te benadrukken zal de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen.
8.2 De inbeslaggenomen voorwerpen
Onder verdachte zijn een aantal voorwerpen in beslag genomen, te weten een wapen Anschutz, 49 stuks munitie, een pistool TOZ, 1 stuk munitie, 1 stuk munitie, 268 stuks munitie, 450 stuks munitie en een schoonmaakset voor vuurwapens. Deze goederen staan op een beslaglijst respectievelijk onder nummer 1 tot en met 8.
Deze voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Deze goederen zijn daarvoor vatbaar aangezien met betrekking tot deze voorwerpen feit 3 is begaan goederen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
9. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 36b, 36c, 57 en 91 Sr.
10. De beslissing
De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair, 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 3 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 3
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II;
en
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd;
en
het misdrijf; handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 3 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 2 (twee) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van 240 uren;
- beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
- beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen voorwerpen, te weten: een wapen Anschutz, 49 stuks munitie, een pistool TOZ, 1 stuk munitie, 1 stuk munitie, 268 stuks munitie, 450 stuks munitie en een schoonmaakset voor vuurwapens.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M.M. Bordenga, voorzitter, mr. B.W.M. Hendriks en
mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockötter , griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2012.