ECLI:NL:RBALM:2012:BX9242
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over dwangsommen en onmogelijkheid tot voldoen aan veroordeling
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Almelo, betreft het een executiegeschil tussen eiseres en gedaagde over de vraag of dwangsommen zijn verbeurd. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Apistola, heeft een woning verhuurd aan gedaagde, die werd bijgestaan door mr. E.L.H. Verhage. De kern van het geschil ligt in een eerdere veroordeling van de kantonrechter te Enschede, waarbij eiseres werd verplicht om gebreken aan het gehuurde binnen een bepaalde termijn te herstellen, op straffe van dwangsommen. Eiseres heeft echter niet aan deze veroordeling kunnen voldoen omdat de aannemer, die de herstelwerkzaamheden zou uitvoeren, failliet was verklaard. Eiseres heeft geprobeerd de gebreken te laten herstellen door een andere aannemer, maar deze voldeed niet aan de gestelde termijnen.
Tijdens de zitting op 14 september 2012 is het standpunt van eiseres toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat er sprake was van onmogelijkheid om aan de veroordeling te voldoen, zoals bedoeld in artikel 611d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Gedaagde heeft hiertegen ingebracht dat eiseres niet voldoende inspanning heeft geleverd om aan de veroordeling te voldoen en dat de dwangsommen derhalve verbeurd zijn. De voorzieningenrechter heeft de omstandigheden van de zaak gewogen en geconcludeerd dat eiseres, gezien de faillissement van de aannemer en de daaropvolgende acties, voldoende heeft gedaan om aan de veroordeling te voldoen.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de vorderingen van eiseres toegewezen, waarbij gedaagde werd bevolen om de gelegde beslagen op te heffen en het opnieuw beslag leggen te verbieden. Tevens werd de tenuitvoerlegging van de eerdere veroordeling geschorst totdat in een bodemprocedure over de dwangsommen is beslist. De kosten van het geding werden aan gedaagde opgelegd, wat de uitkomst van deze zaak onderstreept.