ECLI:NL:RBALM:2012:BX2738
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig ingediend verzet tegen vonnis van de rechtbank Almelo
In deze zaak heeft de rechtbank Almelo op 18 juli 2012 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het verzet van de opposant tegen een eerder vonnis van 4 juli 2001. De opposant was veroordeeld tot betaling aan KPN B.V. en had verzet aangetekend, maar dit verzet was niet tijdig ingediend. De rechtbank overwoog dat de tenuitvoerlegging van het vonnis was aangevangen op 23 november 2011, toen er derdenbeslag was gelegd onder de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De termijn van vier weken voor het indienen van verzet, zoals genoemd in artikel 143 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), was dus al verstreken op het moment dat de opposant op 27 maart 2012 verzet aantekende. De rechtbank oordeelde dat de opposant, ondanks zijn claim dat hij pas later op de hoogte was van het beslag, voldoende tijd had om juridische bijstand te zoeken en informatie in te winnen bij de SVB. Het verweer dat de opposant weinig kennis had van de Nederlandse taal werd niet geaccepteerd, aangezien van hem verwacht mocht worden dat hij hulp zou inroepen bij officiële stukken die hij niet begreep. De rechtbank verklaarde de opposant in zijn verzet niet-ontvankelijk en veroordeelde hem in de proceskosten van KPN, die op € 384,- werden begroot. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van verzet en de verantwoordelijkheden van partijen in juridische procedures.