ECLI:NL:RBALM:2012:BX2735
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Blankestijn
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgemeenschap na echtscheiding met betrekking tot vermogensbestanddelen en financiële verplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 18 juli 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vrouw en een man over de verdeling van hun huwelijksgemeenschap na hun echtscheiding. De partijen waren gehuwd in gemeenschap van goederen en de echtscheiding was op 15 juni 2007 ingeschreven. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat, heeft de rechtbank verzocht om de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap, die nog niet was uitgevoerd. De man was niet verschenen ter zitting, ondanks dat hij op de hoogte was gesteld van de zittingsdatum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man zijn advocaat had onttrokken en dat hij niet had gereageerd op de uitnodiging om een nieuwe advocaat te vinden.
De rechtbank heeft de aanwezige vermogensbestanddelen in de gemeenschap vastgesteld, waaronder de echtelijke woning, bankrekeningen en persoonlijke goederen. De vrouw heeft een aantal goederen opgegeven die zij toebedeeld wilde krijgen, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de man zich met deze verdeling kon verenigen. De rechtbank heeft de waarde van de echtelijke woning vastgesteld op € 311.000,-, zoals door de vrouw was voorgesteld, en heeft deze aan de man toebedeeld. De rechtbank heeft ook de saldi van de bankrekeningen vastgesteld en bepaald dat deze aan de man worden toebedeeld, met inachtneming van een eerder door de vrouw ontvangen bedrag van € 100.000,-.
De rechtbank heeft de man veroordeeld om binnen twee maanden na betekening van het vonnis een bedrag van € 179.876,81 aan de vrouw te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, gezien het feit dat het een geschil tussen ex-echtgenoten betreft. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de man verplicht is om te voldoen aan de betalingsverplichtingen en de afgifte van de inboedelgoederen binnen de gestelde termijn.