ECLI:NL:RBALM:2012:BW8963

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
6 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
121951 ES RK 11-795
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Lecq
  • A. Blankestijn
  • J. Jongebreur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheidingsprocedure met betwisting van het huwelijk in Nigeria

In deze zaak gaat het om een echtscheidingsprocedure waarbij de man stelt dat hij met twee verschillende vrouwen is gehuwd, één in Nigeria en één in Nederland. De man ontkent het bestaan van het huwelijk in Nigeria en vraagt om echtscheiding van dit huwelijk. Het Openbaar Ministerie heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft het verzoek van de man afgewezen, omdat zijn stelling dat het huwelijk met de vrouw niet bestaat, niet in overeenstemming is met zijn verzoek om ontbinding van dit huwelijk. De rechtbank oordeelt dat ontbinding van een huwelijk alleen kan plaatsvinden als het huwelijk daadwerkelijk bestaat. De man heeft geen bewijs geleverd dat het huwelijk met de vrouw in Nigeria niet bestaat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man sinds 1991 in Nederland woont en dat hij een verblijfsvergunning heeft. Hij heeft eerder geprobeerd om de registratie van het huwelijk in de Gemeentelijke Basisadministratie te corrigeren, maar deze pogingen zijn niet succesvol geweest. De rechtbank concludeert dat de man niet kan verzoeken om echtscheiding van een huwelijk dat hij ontkent te hebben. De beslissing van de rechtbank is dat het verzoek van de man wordt afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 121951 ES RK 11-795
beschikking van 6 juni 2012.
In de zaak van:
[Verzoeker],
verder ook de man te noemen,
wonende te [adres en woonplaats],
verzoeker,
advocaat: mr. M.H. van der Linden te Almelo,
tegen
[belanghebbende],
verder ook de vrouw te noemen,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
belanghebbende,
niet verschenen.
In welke procedure ook als belanghebbende is aangemerkt:
de officier van justitie in het arrondissement Almelo,
verder te noemen: het openbaar ministerie.
De procedure
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van de navolgende stukken.
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen op 12 juli 2011;
- de brieven van mr. Van der Linden, ingekomen op 12 juli 2011 en 11 oktober 2011 (met bijlagen);
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 28 november 2011;
- het betekeningsexploit d.d. 7 december 2011;
- de brief met de bijlagen van mr. Van der Linden, ingekomen op 23 februari 2012;
- de conclusie van het openbaar ministerie, ingekomen op 14 maart 2012;
- de schriftelijke reactie van mr. Van der Linden op de conclusie van het openbaar ministerie, ingekomen op 18 april 2012;
De beschikking is bepaald op heden.
De vaststaande feiten
De man bezit de Nigeriaanse nationaliteit. De nationaliteit van de vrouw is de rechtbank onbekend. De man is sinds 15 november 1991 woonachtig in Nederland.
Hij heeft een verblijfsvergunning regulier voor voortgezet verblijf.
In de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) is opgenomen dat partijen op 4 augustus 1990 te Enugu (Nigeria) zijn gehuwd. Dit huwelijk is niet ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s Gravenhage.
De standpunten
De man heeft verzocht om de echtscheiding tussen hem en de vrouw uit te spreken. De man stelt dat ten onrechte in de Gemeentelijke Basisadministratie staat geregistreerd dat hij op
4 augustus 1990 te Enugu, Nigeria met de vrouw is gehuwd. De man ontkent deze vrouw te kennen. De man stelt dat er sprake is van een foutieve vermelding.
De man is naar eigen zeggen op 29 januari 1993 te Enugu (Nigeria) gehuwd met [X]. Samen met haar heeft de man twee kinderen. Van dit laatste huwelijk heeft de man een in Nigeria opgemaakte huwelijksakte overgelegd. Hij is naar eigen zeggen nimmer met een andere vrouw in het huwelijk getreden. De man stelt dat dit niet mogelijk zou zijn, nu bigamie ook in Nigeria niet is toegestaan.
De man heeft al verschillende pogingen gedaan om tot verwijdering van de gegevens met betrekking tot het eerste huwelijk uit de Gemeentelijke Basisadministratie te komen. Zo is de man in 2000 een procedure ex artikel 82 Wet Gemeentelijke Basisadministratie gestart om tot verbetering van de burgerlijke staat gegevens te komen, welke procedure de man heeft gestaakt uit financiële overwegingen. Later bleek de man dat zijn advocaat zonder zijn medeweten die procedure toch heeft doorgezet. Die procedure is overigens geëindigd in een ongegrondverklaring van het bezwaar.
In 2010-2011 is de man een nieuwe procedure gestart. Deze keer verzocht de man de rechtbank te Amsterdam om een verklaring voor recht af te geven, inhoudende dat een Nigeriaanse akte waaruit zou blijken dat de man alleen met [X] is gehuwd overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand. Dat verzoek is afgewezen nu een dergelijke verklaring niet voor opneming in de registers van de burgerlijke stand in aanmerking komt.
De man stelt dat de bron van de fouten in het Inlichtingenformulier opneming in het persoonsregister uit 1991 is gelegen. Dat formulier is volgens de man foutief ingevuld en ondertekend. De man stelt daarover thans dat hij dat formulier pas in 2000 voor het eerst heeft gezien en zich niet kan herinneren dat formulier te hebben ingevuld en ondertekend.
De man stelt tenslotte een groot belang te hebben bij doorhaling van het eerste huwelijk. Een bigaam huwelijk levert strijd op met de Nederlandse openbare orde en om die reden wordt de man niet tot naturalisatie toegelaten.
Het openbaar ministerie heeft zich in de conclusie van 14 maart 2012 primair op het standpunt gesteld dat, als al van de juistheid van de stelling van de man zou worden uitgegaan dat hij niet met de vrouw is gehuwd of gehuwd is geweest, een onjuiste registratie van een huwelijk niet beëindigd kan worden door middel van een echtscheiding. Het huwelijk vormt als verbinding tussen twee personen een van de grondslagen van de Nederlandse samenleving. Met het huwelijk als rechtsfeit moet naar de mening van het openbaar ministerie uiterst zorgvuldig worden omgegaan.
Het ontbinden van een in de Gemeentelijke Basisadministratie geregistreerd huwelijk, door in strijd met de feitelijke situatie eerst aan te nemen dan dat huwelijk wel bestaat en dat huwelijk vervolgens te ontbinden, is in strijd met genoemd belang.
Subsidiair is het openbaar ministerie van mening dat rekening dient te worden gehouden met het feit dat de man wel naar Nigeriaans recht met de vrouw is gehuwd. Op grond van door de man verstrekte gegevens is bij de gemeente Zaanstad een formulier ingevuld, waarin ondermeer de personalia van de vrouw zijn vermeld. Tevens heeft de man verklaard dat hij niet meer met de vrouw samenleeft en bezig zou zijn met een scheiding. Ook in verschillende procedures wordt door de man steeds gesteld dat hij gehuwd is met de vrouw. Volgens het openbaar ministerie moet er daarom wel rekening worden gehouden met het feit dat er wel een huwelijk is tussen de man en de vrouw. Het openbaar ministerie concludeert dan ook tot afwijzing van het verzoek. In beide situaties verzet het algemeen belang en/of het belang van de openbare orde zich tegen de echtscheiding.
De beoordeling van het verzoek
Algemeen
De in artikel 815 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gemelde bescheiden zijn als bijlagen bij het verzoekschrift gevoegd, met uitzondering van een originele, in Nigeria opgemaakte, huwelijksakte.
Bij de betekening van het verzoekschrift zijn de wettelijke termijnen en formaliteiten in acht genomen. Binnen de in het exploit gemelde termijn is geen verweerschrift ontvangen.
Bevoegdheid en toepasselijk recht
Op grond van de Brussel II bis-Verordening is de Nederlandse rechter bevoegd te beslissen op het verzoek tot echtscheiding.
De man heeft verzocht om toeppassing van Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding. De keuze voor toepassing van Nederlands recht is onweersproken gebleven. Op grond van het feit dat het onderhavige verzoek is ingediend voor 1 januari 2012 en het bepaalde in artikel 270 Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek is op grond van het bepaalde in artikel 1 lid 4 Wet Conflictenrecht Echtscheiding Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.
Overig
Nu Nederlands recht van toepassing is op het verzoek tot echtscheiding, is de volgende vraag of aan alle vereisten is voldaan om tot toewijzing van het verzoek te komen.
De man heeft in deze procedure uitdrukkelijk gesteld dat hij nooit met de vrouw gehuwd is geweest en haar zelfs nooit gekend heeft. Volgens de man is er sprake van een onjuiste registratie van deze huwelijksgegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie.
Naar het oordeel van de rechtbank verhoudt de stelling van de man, inhoudende dat het huwelijk met de vrouw niet bestaat en nooit heeft bestaan, zich niet met zijn verzoek om tot ontbinding van dit huwelijk te komen.
Voor een doorhaling of wijziging van ten onrechte in de Gemeentelijke Basisadministratie opgenomen gegevens is in een andere procedure voorzien.
Ontbinding van een huwelijk kan uitsluitend plaatsvinden van huwelijken die ook daadwerkelijk bestaan. Nu de man ontkent met de vrouw te zijn gehuwd en het bestaan van dit huwelijk ook niet op andere wijze heeft aangetoond, kan zijn verzoek om de echtscheiding tussen de man en de vrouw niet worden toegewezen.
Het verzoek van de man zal dan ook worden afgewezen.
De beslissing
De rechtbank:
Wijst af het verzoek van de man.
Deze beschikking is gegeven te Almelo door mrs. Van der Lecq, Blankestijn en Jongebreur en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2012 in tegenwoordigheid van R.P. Jansen, griffier.
T