ECLI:NL:RBALM:2012:BW7887
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van ontucht met minderjarige door muziekdocent
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 8 juni 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een minderjarige. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de verdachte en de aangeefster geslachtsgemeenschap hebben gehad vóór haar achttiende verjaardag. De aangeefster, die als minderjarige onder de zorg van de verdachte viel, had verklaard dat er ontuchtige handelingen hadden plaatsgevonden. Echter, de rechtbank vond de bewijsvoering niet overtuigend genoeg, vooral omdat de aangifte enkel werd ondersteund door de verklaring van de moeder van de aangeefster over sms-berichten, waarvan de inhoud niet kon worden bevestigd. Bovendien werd de aangifte weersproken door de verdachte en zijn partner, die verklaarden dat de aangeefster ten tijde van de vermeende handelingen achttien jaar oud was.
De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, die € 2.500,00 aan smartengeld vorderde, beoordeeld. Aangezien de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte werd vrijgesproken van het primair tenlastegelegde en dat het subsidiair tenlastegelegde bewezen zou worden verklaard, maar de rechtbank heeft dit afgewezen. Het vonnis is openbaar uitgesproken en is ondertekend door de rechters en de griffier.