RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 128723 KG ZA 12-99
datum vonnis: 25 mei 2012 (j)
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[Eiseres] gevestigd te [vestigingsplaats],
eiseres in de hoofdzaak, verweerder in het incident en in voorwaardelijke reconventie,
verder te noemen [eiseres],
advocaat: mr. A.E. Thijssen te Nijmegen,
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak, eiser in voorwaardelijke reconventie,
verder te noemen [gedaagde],
advocaat: mr. L. Laken-Steehouwer te Assen.
Gevoegde partijen:
1. de vennootschap onder firma Gelre IJsselstreek VOF, gevestigd te Azewijn;
2. de besloten vennootschap [L], gevestigd te [vestigingsplaats];
3. de besloten vennootschap [E], gevestigd te [vestigingsplaats]
4. de besloten vennootschap [R], gevestigd te [vestigingsplaats];
verder te noemen: Gelre cs,
advocaat: mr. C.H. Schuth te Assen.
[Eiseres] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
Gelre cs heeft incidenteel gevorderd in het geding te worden toegelaten als gevoegde partijen aan de zijde van [gedaagde].
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 15 mei 2012. Ter zitting zijn verschenen: namens [eiseres] de heren [B] en [T], en haar advocaat mr. Thijssen; [gedaagde], bijgestaan door zijn advocaat mr. Laken-Steehouwer, alsmede de heren [L] en [R] namens Gelre cs, bijgestaan door hun advocaat mr. Schuth. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1.1 In deze zaak staat het navolgende vast.
1.2 [Eiseres] drijft een onderneming die zich onder meer bezig houdt met het produceren van mengvoer (diervoeder).
1.3 Op 1 maart 2005 is [gedaagde] bij [eiseres] in dienst getreden als bedrijfsadviseur rundvoer.
In de tussen [gedaagde] en [eiseres] gesloten arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen, luidend:
“Voor werknemer geldt een concurrentiebeding, inhoudende dat het de werknemer is verboden om tijdens en binnen een tijdvak van één jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst direct en/of indirect op enigerlei wijze, tegen betaling of om niet, betrokken te zijn bij het vervaardigen en/of verhandelen van en/of het geven van voorlichting met betrekking tot de producten die door werkgever en/of Nutreco worden vervaardigd en/of verhandeld, en/of daarbij financieel en/of anderszins belang te hebben, tenzij met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van werkgever, aan welke toestemming werkgever voorwaarden kan verbinden”.
In de tussen [gedaagde] en [eiseres] gesloten arbeidsovereenkomst is een relatiebeding opgenomen, luidend:
“Voor werknemer geldt bovendien een relatiebeding, inhoudende dat het de werknemer is verboden om binnen een tijdvak van één jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst op enigerlei wijze, direct of indirect, zakelijke contacten te onderhouden met
(rechts-)personen waarmee werknemer danwel werkgever en/of Nutreco gedurende de laatste twee jaar voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst op enigerlei wijze zakelijk contact heeft gehad, tenzij met uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van werkgever, aan welke toestemming werkgever voorwaarden kan verbinden”.
1.4 De tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst is op initiatief van [gedaagde] per
1 april 2012 beëindigd.
1.5 [Gedaagde] is vervolgens in dienst getreden bij Gelre IJsselstreek V.O.F. (hierna verder te noemen Gelre). Gelre is een vennootschap die zich heeft gespecialiseerd in het maken van veevoer.
Vordering van [eiseres] en verweer in het incident en in voorwaardelijke reconventie.
2.1 [Eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen:
- tot het met onmiddellijke ingang staken en gestaakt houden van het op enigerlei wijze aandoen van concurrentie jegens [eiseres], [gedaagde] in dit kader tevens uitdrukkelijk te veroordelen om zijn werkzaamheden bij c.q. voor Gelre IJsselstreek met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden en [gedaagde] te veroordelen om het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding en het tussen partijen overeengekomen relatiebeding nu en in de toekomst onverkort en volledig te eerbiedigen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per (gedeelte van een) dag dat [gedaagde] hiertoe in gebreke blijft;
- om binnen twee dagen na betekening van het te wijzen vonnis te betalen een voorschot van € 15.000,-- wegens overtreding van het overeengekomen concurrentiebeding en relatiebeding;
- tot betaling van de buitengerechtelijke kosten;
- tot betaling in de kosten van dit geding, het salaris van de advocaat daaronder begrepen alsmede eventuele nakosten.
2.2 [Eiseres] heeft daartoe gesteld dat [gedaagde] het concurrentiebeding en het
relatiebeding heeft geschonden.
2.3 [Eiseres] heeft zich verweerd tegen de incidentele vordering tot voeging en daartoe
aangevoerd dat de vordering in het incident te maken lijkt te hebben met de concurrentie tussen de bedrijven [eiseres] en Gelre cs, terwijl het in de onderhavige zaak om een andere kwestie gaat, namelijk de vraag of [gedaagde] het concurrentiebeding en relatiebeding met [eiseres] heeft geschonden.
2.4 [Eiseres] heeft zich verweerd tegen de voorwaardelijke eis in reconventie.
Verweer van [gedaagde] en voorwaardelijke eis in reconventie.
3.1 [Gedaagde] verweert zich tegen de vordering van [eiseres] en concludeert tot afwijzing van de vordering.
3.2 [Gedaagde] vordert, verkort weergegeven, in voorwaardelijke reconventie primair: het concurrentiebeding en relatiebeding te vernietigen althans te schorsen, dan wel voorlopig buitenwerking te stellen, althans te matigen.
En vordert, verkort weergegeven, subsidiair: voor zover het concurrentiebeding en relatiebeding in stand worden gelaten, aan [gedaagde] een bedrag ad € 3.531,68 bruto per maand toe te kennen.
Vordering van Gelre cs in het incident.
3.3 Gelre cs heeft gevorderd zich te mogen voegen en daartoe aangevoerd dat zij er belang bij heeft te voorkomen dat een voor [gedaagde] nadelige uitspraak het gevolg heeft dat de rechten of rechtspositie van Gelre cs zelf worden benadeeld.
3.4 Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover rechtens van belang, nader ingegaan.
De overwegingen van de voorzieningenrechter:
Beoordeling in het incident.
4.1 De voorzieningenrechter heeft ter zitting reeds overwogen dat Gelre cs een voldoende belang heeft gesteld om zich te voegen en dat daarom de incidentele vordering om zich te voegen wordt toegewezen. Aannemelijk is dat, wanneer [gedaagde] gebonden is aan het concurrentiebeding en relatiebeding met [eiseres] dit nadelige gevolgen kan hebben voor Gelre cs.
Beoordeling in de hoofdzaak van de eis in conventie en voorwaardelijke eis in reconventie.
Spoedeisend belang
4.2 [Eiseres] heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk gemaakt spoedeisend belang te hebben bij het gevorderde, zodat de voorzieningenrechter over zal gaan tot de materiële beoordeling.
Concurrentiebeding en relatiebeding
4.3 Met betrekking tot de stelling van [eiseres] dat [gedaagde] het voor hem geldende concurrentiebeding en relatiebeding heeft overtreden, overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4.4 De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiseres] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [gedaagde], door namens Gelre cs contacten te onderhouden met veehouders aan wie veevoeder wordt geleverd door Gelre cs, concurrerende activiteiten jegens [eiseres] heeft verricht. Echter in de onderhavige zaak speelt onmiskenbaar mee dat tussen [eiseres] en Gelre cs een geschil bestaat met betrekking tot de vraag of die veehouders moeten worden aangemerkt als klanten van [eiseres] of van Gelre cs. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de vraag of de ene dan wel de andere partij dan wel beide partijen een klant als de hare mag aanmerken wel van belang is voor de beoordeling van de zaak tussen [eiseres] en [gedaagde] betreffende het concurrentiebeding en relatiebeding. Een kort geding procedure is echter niet geschikt om dit geschilpunt te beslechten.
4.5 De voorzieningenrechter zal bij wijze van ordemaatregel [gedaagde] tot 1 april 2013 verbieden zakelijke contacten te onderhouden met veehouders die vanaf 1 januari 2010 één of meerdere keren voer geleverd hebben gekregen van [eiseres]. Met inachtneming van het bovenstaande zal het [gedaagde] wel zijn toegestaan werkzaam te zijn voor Gelre cs. Het verbod zal met een dwangsom worden versterkt, zoals vermeld in het dictum.
4.6 Het gevorderde voorschot ad € 15.000,00 zal worden afgewezen aangezien tussen [eiseres] en Gelre cs in geschil is of de desbetreffende veehouders klanten zijn van [eiseres] of Gelre cs. In verband met het bovenstaande zullen de gevorderde buitengerechtelijke kosten eveneens worden afgewezen.
4.7 Nu de vordering in conventie (deels) wordt toegewezen zal de voorwaardelijke eis in reconventie worden afgewezen.
4.8 De voorzieningenrechter ziet in het bovenstaande aanleiding de proceskosten tussen partijen, in het incident en in de hoofdzaak (zowel in conventie als in voorwaardelijke reconventie), te compenseren met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Staat Gelre cs toe zich te voegen in de zaak tussen [eiseres] en [gedaagde].
Compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
I. Verbiedt [gedaagde] tot 1 april 2013 zakelijke contacten te onderhouden met veehouders die vanaf 1 januari 2010 één of meerdere keren voer geleverd hebben gekregen van [eiseres], een en ander op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat [gedaagde] hiertoe in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,00.
II. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
III. Wijst af het meer of anders gevorderde.
IV. Compenseert in conventie de kosten van deze procedure in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
V. Wijst de vordering af.
VI. Compenseert in reconventie de kosten van deze procedure in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 mei 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.