ECLI:NL:RBALM:2012:BV9811

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
16 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
126584 / KG ZA 12-29
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. Verhoeven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning in verband met drugshandel

In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 16 maart 2012 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting De Woonplaats als eiseres en twee gedaagden, die in de woning aan [adres] te Enschede woonden. Eiseres vorderde ontruiming van de woning op basis van de aanwezigheid van verdovende middelen en de verdenking van drugshandel. Tijdens de zitting op 9 maart 2012 werd duidelijk dat gedaagde sub 1 de woning huurde en dat gedaagde sub 2 met hem gehuwd was. Eiseres stelde dat er bij huiszoekingen op 11 juni 2010 en 23 december 2011 aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en hennepplanten waren aangetroffen, wat volgens haar duidde op drugshandel vanuit de woning.

Gedaagden voerden verweer en stelden dat de aangetroffen middelen niet voldoende bewijs boden voor de conclusie dat er vanuit de woning werd gedeald. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de hoeveelheid aangetroffen cocaïne en de omstandigheden rondom de huiszoekingen voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. De rechter weegt de belangen van de gedaagden, waaronder de aanwezigheid van drie jonge kinderen, maar concludeert dat deze niet zwaarder wegen dan het belang van eiseres bij beëindiging van de huurovereenkomst.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagden veroordeeld om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis de woning te verlaten. Tevens zijn gedaagden veroordeeld in de proceskosten. De rechter heeft geoordeeld dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, gezien de herhaalde overtredingen van de huurovereenkomst door gedaagden en de risico's die dit met zich meebrengt voor de buurt en de verhuurder.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 126584 / KG ZA 12-29
datum vonnis: 16 maart 2012
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de stichting
Woningstichting De Woonplaats,
gevestigd te Enschede,
eiseres,
advocaat: mr. R.J. Leijssen te Enschede,
tegen
1. [gedaagde sub 1]
wonende te [woonplaats], en
2. [gedaagde sub 2],
gedaagden,
advocaat: mr. L.J. Speijdel te Enschede.
Het procesverloop
Eiseres heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 9 maart 2012. Ter zitting zijn verschenen: mevrouw [L], woonconsulent bij eisers, vergezeld door mr. Leijssen en [gedaagde sub 2] vergezeld door mr. L.J. Speijdel. De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. In deze zaak staat het navolgende vast.
- Gedaagde sub 1 huurt van eiseres de woning staande en gelegen aan de [adres] te Enschede;
- Gedaagde sub 2 is met gedaagde sub 1 gehuwd;
2. Eiseres vordert – kort gezegd – gedaagden te veroordelen om binnen 14 dagen na betekening van het te wijzen vonnis, de woning te verlaten en te ontruimen, deze ontruiming te mogen bewerkstelligen door middel van de sterke arm en om gedaagden te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure.
3. Eiseres stelt daartoe het volgende. Op 23 december 2011 heeft een inval in de woning van gedaagden plaatsgevonden. Daarbij zijn door de politie verdovende middelen zoals cocaïne en toppen van zoals eiseres dat noemt hasjiesjplanten aangetroffen. Uit de hoeveelheid aangetroffen cocaïne, te weten 144,5 gram, veronderstelt de politie dat vanuit het pand in drugs gehandeld is en wordt. Voorts wijst de hoeveelheid van de aangetroffen toppen van hasjiesjplanten op het aanwezig zijn geweest van een hennepplantage. Daarnaast is bij een eerdere huiszoeking op 11 juni 2010 een aanzienlijke hoeveelheid verdovende middelen aangetroffen en een tweetal gasalarmpistolen. De huurvoorwaarden van eiseres verbieden het telen van hennep en het hebben van verdovende middelen, dan wel dat daarin van uit het gehuurde handel wordt gedreven. Nu gedaagde sub 1 zich kennelijk herhaaldelijk schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van verboden hoeveelheden zware verdovende middelen en daarin handelt, is sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, die de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Degene die in het gehuurde handelt in drugs gedraagt zich niet als een goed huurder en een dergelijke handelwijze geeft grond voor de beëindiging van de huurovereenkomst (HR 3 november 2009, NJ 1990, 161). Gedaagden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Eiseres heeft zich bij brief van 13 januari 2012 tot gedaagde sub 1 gewend en hem meegedeeld dat er in zijn woning verdovende middelen, wapens en een grote hoeveelheid contant geld is gevonden. Eiseres heeft hem daarbij verzocht de woning zelf op te zeggen, waarbij hem een termijn van drie maanden zou worden verleend. Gedaagden zijn echter niet op dat verzoek ingegaan.
Ook om andere redenen wenst eiseres een einde te maken aan het gebruik van het gehuurde door gedaagden. Uit het arrest van de Hoge Raad van 2 oktober 2009 (NJ 2010, 95) volgt dat indien de politie strafvorderlijk optreedt en bij een huiszoeking schade veroorzaakt aan derden, bijvoorbeeld het geforceerd binnentreden, deze schade door justitie/de staat moet worden vergoed aan de verhuurder, tenzij deze op de hoogte was van het strafbaar handelen van haar huurders. Dit arrest brengt met zich mee dat eiseres niet kan dulden dat in haar woning dergelijke illegale activiteiten plaatsvinden. Eiseres moet dan de hiervoor genoemde schade voor haar rekening nemen omdat zij weet heeft van de illegale praktijken en deze ook toelaat.
3.1 Eiseres heeft een spoedeisend belang bij de gevorderde voorziening. Gedaagden handelen steeds weer in verdovende middelen en de kans op herhaling is groot. Eiseres loopt dan ook het risico dat bij een inval door de politie schade wordt aangericht en dat deze schade voor haar rekening blijft omdat zij voornoemde illegale praktijken toe heeft gelaten. Bovendien leidt het handelen in en het aanwezig hebben van drugs tot overlast en verloedering van de buurt en gelet daarop hanteert eiseres een lik op stuk beleid.
4. Gedaagden hebben verweer gevoerd. Zij stellen dat eiseres geen spoedeisend belang bij de gevorderde ontruiming heeft. Uit de door eiseres overgelegde producties blijkt immers niet dat omstreeks juni 2010 vanuit de woning zou zijn gedeald, evenmin dat omstreeks oktober 2011 een hennepkwekerij in de woning zou zijn gevestigd en evenmin dat omstreeks december 2011 zou zijn gedeald. Bovendien blijkt uit de door eiseres medio januari 2012 aangeboden opzegtermijn van 3 maanden ook dat van een spoedeisend belang geen sprake is.
4.1 Verder stellen gedaagden, dat uit de bij de zoeking aangetroffen verdovende middelen niet kan worden afgeleid dat vanuit de woning zou zijn gedeald. De hoeveelheid aangetroffen cocaïne is weliswaar fors, maar daaruit blijkt nog niet dat vanuit de woning is gehandeld. Ook zijn bij de zoeking geen attributen aangetroffen die wijzen op handel vanuit de woning. Verder heeft de politie twee personen afgevangen, waarvan er één heeft verklaard bij gedaagde sub 1 cocaïne te hebben gekocht. Niet duidelijk is echter of die verklaring waar is – gedaagde sub 1 betwist de waarheid daarvan – en niet duidelijk is of het om een incidentele of structurele verkoop gaat. Dit kan dan ook niet in de beoordeling worden betrokken.
De aangetroffen toppen van hennepplanten kunnen evenmin tot de conclusie leiden dat een kwekerij in de woning zou zijn gevestigd. Er zijn bij de zoeking geen sporen van een kwekerij aangetroffen maar alleen genoemde toppen. Het aangetroffen geld wijst evenmin op dealen. Het ging om een bedrag van € 2.050,00 en dat is niet buitensporig. Het bedrag is in drie tranches van de bankrekeningen opgenomen en was bestemd om een restaurant, waar voor 21 personen was gereserveerd, te betalen en om betalingen aan de deurwaarder te doen. Voorts is het bedrag aangetroffen in coupures van € 50,00 en dat wijst niet in de richting van dealen.
Eiseres heeft niet gesteld noch is gebleken dat gedaagden voor overlast of gevaar hebben gezorgd. Bovendien handelt eiseres niet consistent omdat zij de huurovereenkomst met bewoners van de [adres] en de [adres] niet heeft beëindigd ondanks dat sprake was van dealen vanuit de woning en wapenbezit respectievelijk het hebben van een hennepkwekerij. Tot slot wegen de belangen van gedaagden en hun drie jonge kinderen bij in ieder geval tijdelijke voortzetting van de huurovereenkomst zwaarder dan het belang van eiseres bij vrijwel onmiddellijke beëindiging van de huurovereenkomst.
5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat eiseres voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij een spoedeisend belang heeft bij de voorlopige voorziening als gevorderd. Bij gedaagden zijn bij zoekingen op 11 juni 2010 en op 23 december 2011 aanzienlijke hoeveelheden verdovende middelen en wapens aangetroffen. De kans op herhaling is aanwezig en daardoor is het mogelijk dat opnieuw een zoeking plaats zal vinden waarbij geforceerd toegang tot de woning zal moeten worden verschaft. Eiseres is er echter van op de hoogte dat mogelijk illegale praktijken in de woning plaatsvinden en mogelijke schade ontstaan door het geforceerd toegang tot de woning verschaffen komt dan voor rekening van eiseres. Van eiseres kan echter niet van eiseres worden verlangd dat zij een dergelijk risico loopt. Daar komt bij dat eiseres in gevallen als het onderhavige een lik op stuk beleid voert en ook dat brengt een spoedeisend belang met zich mee. Het niet strikt handhaven van dit beleid kan leiden tot een toename van bedoelde illegale activiteiten (in de wijk) en die activiteiten wil eiseres juist bestrijden/voorkomen. Daarmee komt de voorzieningenrechter toe aan een materiële beoordeling van het geschil.
5.1 De voorzieningenrechter is van oordeel dat de gevorderde ontruiming kan worden toegewezen. Daartoe wordt het volgende overwogen. Bij gedaagden hebben op 11 juni 2010 en op 23 december 2011 huiszoekingen plaatsgevonden en daarbij zijn aanzienlijke hoeveelheden verdovende middelen aangetroffen. Aangetroffen is 144,5 gram cocaïne en daarnaast zijn toppen van hennepplanten aangetroffen. De aangetroffen hoeveelheden kunnen bezwaarlijk als voor eigen gebruik gelden. Geconcludeerd kan dan ook worden dat vanuit de woning in verdovende middelen wordt gehandeld en dat mogelijk een hennepkwekerij of –opslag aanwezig is geweest. Voorts heeft de politie tenminste één persoon aangehouden die heeft verklaard dat hij cocaïne in het betreffende pand had gekocht.
Gedaagden zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De huurvoorwaarden van eiseres verbieden het telen van hennep in het gehuurde en het is niet toegestaan om vanuit het gehuurde te handelen in verdovende middelen. Gedaagden hebben zich niet als goed huurders gedragen en zijn tekortgeschoten in de nakoming van de (huur)overeenkomst. Dat rechtvaardigt de ontbinding van die overeenkomst en om vooruitlopend daarop, de ontruiming van het gehuurde te vorderen.
De voorzieningenrechter gaat voorbij aan het verweer van gedaagden, dat de belangen van hun jonge kinderen zwaarder wegen dan het belang van eiseres. Die belangen hadden zij moeten laten prevaleren voordat zij ertoe kwamen om dergelijke hoeveelheden verdovende middelen in de woning aanwezig te laten zijn en om daarin te gaan handelen.
6. De gevorderde machtiging om eiseres te vergunnen de ontruiming te bewerkstelligen door middel van “de sterke arm” zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge artikel 556 lid 1 en artikel 557 Rv overbodig is.
7. Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de onderhavige procedure.
8. Hetgeen voor het overige naar voren is gebracht behoeft geen verdere bespreking.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. Veroordeelt gedaagden om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan [adres] met al het hunne en de hunnen te verlaten en te ontruimen.
II. Veroordeelt gedaagden in de kosten van dit geding, tot op deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op € 682,30 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat.
III. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
IV. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. Verhoeven, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 maart 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.