RECHTBANK ALMELO
Sector Kanton
Locatie Enschede
Zaaknummer : 399671 EJ VERZ 1387/12
Beschikking van de kantonrechter d.d. 13 maart 2012 in de zaak van:
de besloten vennootschap PostNL Productie B.V.
statutair gevestigd te ‘s-Gravenhage
verzoekster
hierna te noemen: PostNL
gemachtigde: mr. J. Krijgsman
advocaat te Arnhem
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verweerder
hierna te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. C.M.C. Hendriks
verbonden aan D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V. te Arnhem
1.1 In haar verzoekschrift, ingekomen ter griffie van dit gerecht op 23 februari 2012, vraagt PostNL de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden, voor zover deze nog mocht bestaan.
1.2 Bossink heeft een verweerschrift ingediend.
1.3 Het verzoek is mondeling behandeld ter terechtzitting van maandag 5 maart 2012 om 14:00 uur. Ter zitting verscheen de heer [K], VBG manager, namens PostNL, vergezeld van mr. Krijgsman. [Verweerder] is verschenen, bijgestaan door mr. Hendriks.
Beide partijen hebben hun respectievelijke standpunten mondeling weergegeven. Van het verhandelde ter terechtzitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.
1.4 Beschikking is bepaald op heden.
2.1 Bij de beoordeling van het verzoek wordt uitgegaan van de hierna opgesomde feiten. Deze worden als vaststaand beschouwd omdat zij door een van partijen zijn gesteld en door de andere partij zijn erkend dan wel niet of onvoldoende zijn bestreden.
2.2 [Verweerder], geboren [952], is sinds 1 juli 2004 werkzaam bij (de rechtsvoorganger van) PostNL, laatstelijk in de functie van medewerker postbezorger tegen een bruto-inkomen van € 708,28 bruto per maand, exclusief emolumenten.
2.3 Op de arbeidsovereenkomst is een “Gedragslijn (on)gewenst gedrag en disciplinaire maatregelen” van toepassing. In deze gedragslijn is onder meer bepaald, voor zover hier van belang:
TPG Post verwacht van u als medewerker dat u, in uw werk, de relatie tot de klant centraal stelt. Anders gezegd, inzien u moedwillig schade berokkent aan het vertrouwen dat de klant heeft in de kwaliteit, de betrouwbaarheid en de zorgvuldigheid van de dienstverlening van TPG Post, is dat een ernstige overtreding. Uiteraard zal voor elke ernstige overtreding worden beoordeeld welke van de in de cao genoemde disciplinaire maartregelen passend is. Maar gezien de belangen van een goede dienstverlening moet u er rekening mee houden dat een dergelijke overtreding tot ontslag kan leiden!
Het is niet mogelijk volledig te zijn in de opsomming van dergelijke ernstige overtredingen. Onderstaand echter toch een aantal voorbeelden:
[… .]
Moedwillig schaden van de kwaliteit van de dienstverlening, door niet of een dag te laat bezorgen van de poststukken. [… .]
2.4 Op 4 december 2011 meldt [verweerder] bij email aan zijn leidinggevende, de heer [S], dat hij een gedeelte van de post van zaterdag 3 december 2011 heeft bezorgd op zondag 4 december 2011. [Verweerder] mailt om 9:17 uur, voor zover hier van belang:
- posttassen tien minuten te laat afgeleverd in depot Cheribonstraat
- in tassen (2) 41Z geen reclame
- in bezorgmap 41Z óók geen bezorgrapport
- sorteerfouten (storend!) in Diekman Es 2 (zie bijlage)
- geen bezorgmap in 41 W
- ik ben om 16.15 uur gestopt vanwege een afspraak (restant post heb ik vanmorgen weggebracht)
[… .]
2.5 Op 5 december 2011 schrijft VBG manager [K] aan [verweerder] het navolgende, voor zover hier van belang:
[… .] Op zaterdag 3 december 2011 heeft u om 16:15 uur uw bestelling niet afgemaakt en deze post pas op zondag 4 december 2011 besteld.
Gezien de ernst van deze situatie stel ik u ingaande heden op non-actief en draag ik u op om een schriftelijke verklaring bij mij in te leveren rondom deze situatie. In deze verklaring zult u moeten verantwoorden waarom u tot deze daad kwam, hoeveel poststukken het betrof en het tijdstip waarop u uiteindelijk deze post heeft bezorgd. [… .]
2.6 [Verweerder] schrijft bij brief d.d. 5 december 2011 aan [K] het navolgende, voor zover hier van belang:
[… .] Zojuist ontving ik uw brief waarin u mij om een verklaring vraagt ivm met een restant hoeveelheid poststukken die ik niet op za 3 dec, maar op zo 4 dec (vóór 9.00 uur) heb besteld. Ik kan u verwijzen naar mijn bezorgrapport van 3-12-12, dat ik op 4-12-12 naar u heb gemaild, en waarin ik u de gang van zaken van deze bezorgdag heb proberen duidelijk te maken. Het ging om een restant poststukken van de Tiemeisetr 20, Van Deinselaan, de Riouwstraat, Cheribonstraat en de Malangstraat.
Ik bied mijn verontschuldigingen aan voor het te late afleveren van genoemde poststukken, en hoop dat u met deze verklaring genoegen zult nemen. [… .]
2.7 Op 7 december 2011 deelt [K] aan [verweerder] telefonisch mede dat hij op staande voet is ontslagen.
2.8 Bij brief van 7 december 2011 schrijft [R], Directeur Area Noordoost, aan [verweerder] het navolgende, voor zover hier van belang:
Op zaterdag 3 december 2011 heeft u een gedeelte van de te bestellen post niet bezorgd, maar zonder enige vorm van overleg met uw leidinggevenden, pas op zondag 4 december 2011 besteld.
[… .]
Gezien de ernst van deze situatie bent u direct op non-actief gesteld en werd u opgedragen om een schriftelijke verklaring in te leveren.[… .]
Uw verklaring acht ik niet afdoende. U gaat verder niet in op de inhoud van deze afspraak op zaterdag 16.15 uur en ik verwijt u, dat u willens en wetens zonder enige vorm van overleg met uw leidinggevende zelfstandig had besloten de post buiten de reguliere bezorgtijden te gaan bestellen.
Ik kan niet anders concluderen dat u heeft verzuimd uw kerntaak als postbezorger uit te voeren. [… .]
PostNL is van mening dat u de verplichtingen die voortvloeien uit uw arbeidsovereenkomst ernstig hebt veronachtzaamd. Uw handelwijze is voor PostNL onacceptabel. Door uw handelwijze heeft u het vertrouwen dat PostNL in haar medewerkers stelt geschonden.
Daarnaast hebt u het vertrouwen dat de klanten in PostNL stellen ernstig geschaad en heeft u de goede naam van PostNL in diskrediet gebracht.
Bovengenoemde feiten leveren ieder voor zich dan wel in onderlinge samenhang bezien een dringende reden op in de zin van artikel 7:678 BW. Ik bevestig hierbij dan ook het ontslag op staande voet d.d. 7 december 2011, zoals u op die dag reeds telefonisch is medegedeeld door de heer [K]. [… .]
2.9 Bij brief van 15 december 2011 heeft de gemachtigde van [verweerder] zich beroepen op de vernietigbaarheid van het gegeven ontslag op staande voet.
3.1 PostNL verzoekt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, voor zover deze nog mocht bestaan, te ontbinden wegens gewichtige redenen in de zin der wet, primair bestaande uit een dringende reden en subsidiair uit een verandering van omstandigheden, zonder toekenning van enige vergoeding.
3.2 Primair legt PostNL een dringende reden aan haar verzoek ten grondslag. Zij voert daartoe aan dat [verweerder] zich heeft schuldig gemaakt aan ernstig plichtsverzuim door zijn besteldienst op zaterdag 3 december 2011 om 16:15 uur vroegtijdig af te breken vanwege een privéafspraak en de post de dag daarop, de zondagochtend 4 december 2011, te bestellen. [Verweerder] heeft zonder enig overleg met zijn leidinggevende en nadat hem een vrije dag was geweigerd, zelfstandig besloten dat te doen wat kennelijk aanleiding is geweest voor het vragen van een vrije dag.
Subsidiair stelt PostNL dat de handelwijze van [verweerder] in het licht van alle feiten en omstandigheden het voor een vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst noodzakelijke vertrouwen in ernstige mate heeft aangetast. Een en ander levert veranderingen in de omstandigheden op, welke van diens aard zijn, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen.
In deze situatie past geen toekenning van een vergoeding nu de verstoring in de arbeidsrelatie in ernstige mate [verweerder] kan worden verweten.
4.1 [Verweerder] concludeert primair tot afwijzing van het verzoek en subsidiair, bij toewijzing van het verzoek, hem een vergoeding toe te kennen van € 16.617,00, als aanvulling op een uitkering krachtens de sociale verzekeringswetten of elders te verdienen lager salaris. [Verweerder] voert daartoe aan dat hij op zaterdag 3 december 2011 niet alle poststukken heeft kunnen bezorgen binnen de reguliere werktijd. Dit is veroorzaakt door diverse omstandigheden, waaronder het feit dat de post een kwartier te laat beschikbaar was, de onbekendheid met de nieuwe wijk, een aantal tijdrovende sorteerfouten, de te bezorgen reclame en het feit dat hij al bijna twee jaar te kampen heeft met een heupblessure. Normaal gesproken zou hij telefonisch contact hebben opgenomen met zijn teamcoach [S], doch de ervaring leert dat in het weekend de direct leidinggevenden moeilijk bereikbaar zijn en er op zaterdag na 16:00 uur niemand meer telefonisch bereikbaar is. Bellen had derhalve geen zin en heeft hij achterwege gelaten. [Verweerder] kan zich niet herinneren dat hij voor de zaterdag 3 december 2011 een verzoek om verlof heeft ingediend. [Verweerder] stelt dat hij de resterende post de volgende zondagochtend voor 09:00 uur heeft bezorgd. [Verweerder] heeft zijn leidinggevende van zijn handelwijze per email op de hoogte gebracht. In feite wordt hij gestraft voor zijn eigen eerlijkheid. [Verweerder] stelt altijd naar volle tevredenheid te hebben gefunctioneerd, zich altijd voor de volle 100% voor zijn werkzaamheden te hebben ingezet en een goede staat van dienst te hebben. Hij is zelfs gevraagd om ambassadeur voor PostNL te worden. Gelet op z’n goede staat van dienst, maar met name de gevolgen die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst met zich meebrengen, is een ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet te rechtvaardigen.
5.1 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of het verzoek verband houdt met enig in de wet neergelegd opzegverbod.
5.2 Voor een goed begrip moet worden vastgesteld dat PostNL zich rechtens op het standpunt stelt dat, middels een op 7 december 2011 gegeven ontslag op staande voet, een einde aan het tussen haar en [verweerder] bestaande dienstverband is gekomen. Het voorliggende verzoek is gebaseerd op het uitgangspunt dat er per heden nog steeds een arbeidsovereenkomst zou kunnen bestaan. Dit is slechts denkbaar indien in een bodemprocedure komt vast te staan dat er per 7 december 2011 geen einde aan het dienstverband is gekomen. Dit oordeel is voorbehouden aan de bodemrechter. In een ontbindingsprocedure dient derhalve grote terughoudendheid te worden betracht bij de beoordeling van de vraag of er sprake is van een dringende reden. Feitenonderzoek is niet mogelijk en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep. De kantonrechter is van oordeel, zoals uit de beslissing van de kort geding procedure moge blijken, dat allerminst zeker is dat de rechter in een bodemprocedure zal oordelen dat terecht tot ontslag op staande voet is overgegaan. Dat betekent dat in deze voorwaardelijke ontbindingsprocedure het verzoek niet op de primaire grondslag, te weten een dringende reden, kan worden toegewezen.
5.3 Subsidiair meent PostNL dat de handelwijze van [verweerder] in het licht van alle feiten en omstandigheden bezien, het voor een vruchtbare voortzetting van de arbeidsovereenkomst noodzakelijke vertrouwen in zo ernstige mate heeft aangetast, dat een voortzetting van het dienstverband niet meer tot de mogelijkheden behoort.
In het onderhavige geval is sprake van een bijna 8-jaardurend dienstverband. Onweersproken is door [verweerder] gesteld dat hij altijd voor de volle 100% naar tevredenheid heeft gefunctioneerd. Feit is dat [verweerder] op 3 december 2012 de gedragsregels heeft overtreden, maar ook dat [verweerder] uit eigen beweging melding heeft gemaakt van deze overtreding bij zijn leidinggevende. Gesteld noch gebleken is dat PostNL door de handelwijze van [verweerder] daadwerkelijk enige (reputatie-) schade heeft geleden. De kantonrechter ziet niet in dat het vertrouwen in de persoon van [verweerder] enkel door hetgeen op 3 december 2011 is voorgevallen, volledig bij PostNL is verdwenen. In dat geval hebben werknemers bij PostNL wel erg weinig krediet. Mede gelet op de omvang van de onderneming van PostNL acht de kantonrechter een terugkeer van [verweerder] als postbode, uiteraard na een ernstig gesprek met zijn leidinggevende(n), dan ook zeer wel tot de mogelijkheden behoren. De kantonrechter is van oordeel dat deze mogelijkheid dient te worden benut.
5.4 Het voren overwogene betekent dat verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal worden afgewezen.
5.5 De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten tussen partijen te compenseren als hierna te vermelden.
6.1 Wijst het verzoek tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst, voor zover deze nog mocht bestaan, af.
6.2 Compenseert de proceskosten tussen partijen des dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
Aldus gegeven te Enschede en op dinsdag 13 maart 2012 in het openbaar uitgesproken door mr. A.M.S. Kuipers in aanwezigheid van de griffier.