ECLI:NL:RBALM:2012:BV7899
Rechtbank Almelo
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en opheffing van conservatoir beslag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo op 22 februari 2012, zijn partijen gewezen echtelieden die verwikkeld zijn in een procedure over de verdeling van hun huwelijksgoederengemeenschap. De vrouw heeft conservatoir derdenbeslag gelegd op een spaarrekening van de man, waarop de man verzoekt het beslag op te heffen. De voorzieningenrechter, mr. A.E. Zweers, heeft de zaak op 15 februari 2012 behandeld, waarbij beide partijen vertegenwoordigd waren door hun advocaten. De vrouw heeft het beslag gelegd op 12 september 2011 voor een bedrag van € 25.500,--. De man stelt dat hij in staat is een bankgarantie te verkrijgen voor het bedrag waarvoor beslag is gelegd en verzoekt de opheffing van het beslag.
De voorzieningenrechter overweegt dat de man niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij onevenredig wordt getroffen door het beslag, aangezien hij geen gemotiveerde stellingen heeft gepresenteerd over de gevolgen van het beslag. De vrouw heeft daarentegen belang bij het beslag, omdat zij haar verhaalsmogelijkheden voor een eventuele vordering op de man wil veiligstellen. De rechter wijst erop dat de wet bepaalt dat het beslag moet worden opgeheven als er voldoende zekerheid wordt gesteld voor de vordering. De vrouw heeft verklaard het beslag op te heffen zodra de man een bankgarantie stelt, maar er is niet aangetoond dat de man dit heeft gedaan.
Uiteindelijk leidt dit tot de conclusie dat de vordering van de man tot opheffing van het beslag wordt afgewezen. De voorzieningenrechter compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van beide partijen in het kader van conservatoir beslag en de verdeling van huwelijksgoederen.