ECLI:NL:RBALM:2012:BV6635

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
20 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
126504 / KG ZA 12-24
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ongedaan maken schorsing bestuurder en de daarmee samenhangende maatregelen

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Almelo, is op 20 februari 2012 een vonnis gewezen in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde sub 1] en Mercatel Groep B.V. [Eiser] vorderde het ongedaan maken van zijn schorsing als bestuurder van Mercatel, die op 26 januari 2012 was opgelegd. De schorsing was het gevolg van een conflict tussen [eiser] en [gedaagde sub 1], waarbij laatstgenoemde de schorsing had doorgevoerd zonder instemming van [eiser]. Tijdens de zitting op 13 februari 2012 werd duidelijk dat Mercatel de nietigheid van het schorsingsbesluit erkende, maar dat de schorsing nog steeds in de registers van de Kamer van Koophandel stond vermeld. [Eiser] stelde dat de schorsing onrechtmatig was en eiste dat de maatregelen die hieruit voortvloeiden, zoals het blokkeren van zijn e-mailaccount en de elektronische bedrijfssleutel, ongedaan gemaakt zouden worden.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de vordering van [eiser] om de schorsing ongedaan te maken, afgewezen moest worden, omdat er op dat moment geen sprake meer was van een schorsing. De rechter stelde vast dat de vermelding van de schorsing in het handelsregister inmiddels was ongedaan gemaakt en dat [eiser] weer toegang had tot zijn elektronische bedrijfssleutel. De voorzieningenrechter weigerde ook de vordering van [eiser] om de blokkering van zijn e-mailaccount op te heffen, omdat het belang van Mercatel om de communicatie met de Japanse onderneming Kobe via één persoon te laten verlopen, zwaarder woog dan het belang van [eiser].

In reconventie vorderde Mercatel dat [eiser] zou worden geschorst als bestuurder totdat in een bodemprocedure over de arbeidsrelatie zou zijn beslist. Deze vordering werd eveneens afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de bevoegdheid tot schorsing bij de algemene vergadering van aandeelhouders ligt en dat de redenen voor schorsing niet voldoende waren onderbouwd. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis werd uitgesproken door mr. G.G. Vermeulen.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 126504 / KG ZA 12-24
datum vonnis: 20 februari 2012
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
gedaagde in reconventie,
verder te noemen [eiser],
advocaat: mr. B.J. van Beek te Enschede,
tegen
1. [gedaagde sub 1],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
verder te noemen: [gedaagde sub 1],
in persoon verschenen,
2. Mercatel Groep B.V.,
gevestigd te Enschede,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
verder te noemen: Mercatel,
advocaat: mr. M.S. van Knippenberg te Enschede.
Het procesverloop
[Eiser] heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
Op 9 februari 2012 heeft [eiser] aanvullende stukken in het geding gebracht.
Mercatel heeft op 10 februari 2012 aanvullende stukken in het geding gebracht.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 13 februari 2012. Ter zitting zijn verschenen:
- [eiser], vergezeld door mr. Van Beek, voornoemd;
- [gedaagde sub 1], in persoon;
- namens Mercatel: mr. Van Knippenberg, voornoemd.
De standpunten zijn toegelicht.
Ter zitting heeft Mercatel, zoals reeds op 10 februari 2012 is aangekondigd, schriftelijk een eis in reconventie ingediend.
Het vonnis is bepaald op heden.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
Vaststaande feiten
1.1 In deze zaak staat het navolgende vast.
1.2 [Gedaagde sub 1] en [eiser] zijn elk voor 50% aandeelhouder van Mercatel. Zij functioneren beiden als statutair bestuurder van Mercatel.
1.3 Tussen [gedaagde sub 1] en [eiser] is bij notariële akte van 17 november 1997 een aandeelhoudersovereenkomst tot stand gekomen.
1.4 Zowel op de aandeelhoudersvergadering van 20 januari 2011, als die van 10 februari 2011 is het voorstel van [gedaagde sub 1] tot ontslag van [eiser] als directeur van Mercatel in stemming gebracht en zijn de stemmen gestaakt.
1.5 Op 3 oktober 2011 heeft mr. M.L.J. Koopmans een bindend advies gegeven. De bindend adviseur heeft het verzoek van [gedaagde sub 1], om [eiser] te verplichten om in de aandeelhoudersvergadering voor het voorstel tot ontslag van [eiser] als directeur van Mercatel te stemmen, afgewezen.
1.6 Tijdens de algemene aandeelhoudersvergadering van Mercatel op 4 november 2011 is het voorstel van [gedaagde sub 1] tot ontslag van [eiser] als directeur van Mercatel opnieuw in stemming gebracht. [Eiser] heeft tegen het voorstel gestemd, terwijl [gedaagde sub 1] voor het voorstel heeft gestemd.
1.7 In een brief van 26 januari 2012 van Mercatel, ondertekend door [gedaagde sub 1], gericht aan [eiser] en verzonden nadat aan [gedaagde sub 1] was gebleken dat [eiser] rechtstreeks contact had opgenomen met de grote Japanse zakenrelatie Kobe Steel Ltd. (verder: Kobe), staat:
“U heeft Mercatel Groep BV dan ook geen keus gelaten om u met onmiddellijke ingang op non-actief te stellen”.
1.8 Op 26 januari 2012 is een vermelding in de registers van de Kamer van Koophandel opgenomen dat [eiser] per die datum als bestuurder is geschorst.
1.9 Bij brief van 30 januari 2012 heeft [eiser] de nietigheid van het schorsingsbesluit ingeroepen.
1.10 [Gedaagde sub 1] en [eiser] hebben de heer [X] van accountantskantoor KroeseWevers aangewezen als onafhankelijk accountant om de waarde van de aandelen van [gedaagde sub 1] en [eiser] vast te stellen.
In conventie:
Standpunt [eiser]
2.1 [Eiser] heeft gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde sub 1] en Mercatel hoofdelijk te veroordelen om binnen 24 uur na dagtekening van het te wijzen vonnis, de aan [eiser] bij schrijven van 26 januari 2012 meegedeelde schorsing/non-actief stelling, alsmede de daarop gebaseerde maatregelen als het blokkeren van de e-mailaccount van [eiser], het blokkeren van de elektronische bedrijfssleutel van [eiser], het vermelden van de schorsing van [eiser] in het handelsregister, het blokkeren van de beschikkingsbevoegdheid van [eiser] inzake de bedrijfsbankrekeningen en banktegoeden, ongedaan te maken, zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,- voor elke dag dat [gedaagde sub 1] in gebreke blijft aan het te wijzen vonnis te voldoen;
II. [gedaagde sub 1] te veroordelen om binnen 48 uur na dagtekening van het vonnis aan [eiser] te voldoen een voorschot ad € 60.000,- op de thans reeds verbeurde boete ex artikel 6 jo. artikel 7 van het aandeelhoudersreglement;
III. Mercatel en [gedaagde sub 1], althans [gedaagde sub 1] te veroordelen om binnen 48 uur na dagtekening van het vonnis, de door partijen gezamenlijk aangewezen accountant in staat te stellen om de boekhoudkundige gegevens en stukken over de boekjaren 2010 en 2011 te bestuderen en daartoe inzage te verstrekken in, dan wel toegang tot, de privé- computer van [gedaagde sub 1] waarop deze gegevens zich bevinden en voorts binnen 48 uur Kobe te verzoeken volledige opgave te doen van de over 2011 vervallen commissiebedragen. Zulks met veroordeling van [gedaagde sub 1] tot een boete ad € 10.000,- per dag, voor elke dag dat hij verzuimt aan het vonnis te voldoen;
IV. [gedaagde sub 1] te veroordelen in de kosten van de procedure.
2.2 Daartoe heeft [eiser] gesteld dat de non-actiefstelling en de daarmee gepaard gaande maatregelen onregelmatig en onrechtmatig jegens hem zijn, nu krachtens artikel 1e van de aandeelhoudersovereenkomst benoeming, schorsing en ontslag van de directeur, alsmede wijziging van diens arbeidsvoorwaarden, slechts met algemene stemmen in een algemene vergadering van aandeelhouders waarin alle aandeelhouders aanwezig zijn, kunnen worden genomen. Het besluit tot non-actiefstelling is door [gedaagde sub 1] buiten medeweten van [eiser] en zonder diens instemming genomen.
2.3 [Eiser] heeft de nietigheid van het besluit tot non-actiefstelling ingeroepen en [gedaagde sub 1] gesommeerd de uit de schorsing/non-actiefstelling voortvloeiende maatregelen ongedaan te maken. [Gedaagde sub 1] is bij brieven van 26 en 30 januari 2011 in verzuim en gebreke gesteld. Op de sommatie is niet gereageerd.
2.4 De vermelding van de schorsing in het handelsregister is ongedaan gemaakt door de Kamer van Koophandel. De elektronische sleutel heeft [eiser] niet teruggekregen en de e-mailaccount kan evenmin gebruikt worden.
2.5 Voorts heeft [eiser] gesteld dat [gedaagde sub 1] krachtens artikel 6 van de aandeelhoudersovereenkomst een boete van fl. 100.000,- vermeerderd met de indexering volgens het consumentenprijsindexcijfer verbeurt, indien hij ondanks ingebrekestelling één der bepalingen van de aandeelhoudersovereenkomst niet stipt nakomt. [Gedaagde sub 1] heeft de bepalingen in de aandeelhoudersovereenkomst overtreden doordat hij met overtreding van artikel 1e van de aandeelhoudersovereenkomst [eiser] op non-actief heeft gesteld en hem het werken onmogelijk maakt.
2.6 [Gedaagde sub 1] heeft niet de noodzakelijke informatie aan de aangewezen accountant verstrekt, aldus [eiser].
2.7 [Eiser] heeft gesteld dat het niet zijn intentie was om met het bereiken van zijn 65ste verjaardag op 9 maart a.s. zijn dienstverband bij Mercatel te beëindigen, maar dat hij daartoe thans, mits hij een ontslagvergoeding ontvangt, bereid is ter beëindiging van het conflict.
2.8 Tot slot heeft [eiser] een opmerking gemaakt over het vertegenwoordigen van Mercatel door mr. Van Knippenberg, terwijl daartoe niet door beide aandeelhouders opdracht is gegeven.
Standpunt Mercatel
3.1 Mercatel heeft erkend dat [eiser] met de brief van zijn raadsman van 30 januari 2012 de nietigheid van het besluit tot schorsing heeft ingeroepen, zodat er geen besluit meer is voor Mercatel om in te trekken. Mercatel heeft overigens geen brief aan [eiser] gestuurd waarin dit standpunt duidelijk is gemaakt.
3.2 [Eiser] heeft weer toegang tot de bedrijfsruimte van Mercatel met zijn elektronische bedrijfssleutel, maar heeft zich inmiddels ziek gemeld. De vermelding van de schorsing van [eiser] in het handelsregister is binnen enige dagen uitgeschreven en [eiser] heeft weer de beschikking gekregen over telebankieren, hetgeen ook blijkt uit het feit dat [eiser] vragen heeft gesteld aan mr. Van Knippenberg in verband met een transactie op de rekening van Mercatel. [Eiser] heeft zodoende geen belang bij deze vorderingen.
3.3 Mercatel heeft betwist dat [eiser] spoedeisend belang heeft bij zijn vordering tot veroordeling tot ongedaan maken van de blokkering van de e-mailaccount bij Mercatel. [Eiser] heeft zich ziek gemeld en als zieke heeft hij geen spoedeisend belang bij toegang tot zijn e-mailaccount. Het gebruik van een e-mailaccount is ook geen wezenlijk onderdeel van de functie van bestuurder. Anderzijds heeft Mercatel er een groot belang bij dat [eiser] zijn e-mailaccount niet kan gebruiken, aangezien die account is gebruikt om Kobe te bestoken met ongepaste berichten.
3.4 Ten aanzien van het voorschot heeft Mercatel gesteld dat [eiser] geen spoedeisend belang bij deze vordering heeft, terwijl Mercatel belang heeft bij afwijzing van de vordering. Mercatel heeft belang bij continuïteit, een veroordeling zou [gedaagde sub 1] en dus de continuïteit van Mercatel in problemen brengen. Mercatel heeft voorts betwist dat [eiser] aanspraak kan maken op een boete vanwege de omstandigheid dat [eiser] geschorst is.
3.5 Voorts heeft Mercatel gesteld dat [eiser] geen belang heeft bij zijn onder III. genoemde vordering, aangezien de accountant, de heer [X], reeds beschikt over alle informatie die [gedaagde sub 1] hem kan verschaffen.
3.6 Mercatel heeft verweer gevoerd tegen de opmerking van [eiser] ter zake het vertegenwoordigen van Mercatel in dit geschil door mr. Van Knippenberg.
Standpunt [gedaagde sub 1]
4.1 Ter terechtzitting heeft [gedaagde sub 1] verklaard dat in het belang van de onderneming een einde aan de situatie moest worden gemaakt.
4.2 [gedaagde sub 1] heeft gesteld dat de accountant hem niet om nadere informatie heeft verzocht, maar dat de accountant wacht op informatie van [eiser], meer specifiek het commissieoverzicht van Alphaform.
In reconventie:
Standpunt Mercatel
5.1 Mercatel heeft gevorderd in reconventie bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eiser], voor zover nog vereist, te schorsen als bestuurder van Mercatel, totdat in een bodemprocedure over de arbeidsrelatie tussen [eiser] en Mercatel zal zijn beslist;
II. [eiser] te verbieden Kobe alsmede dier vertegenwoordigers te benaderen, op straffe van een dwangsom van € 25.000,- per overtreding, tot een door de voorzieningenrechter te bepalen maximum;
III. [eiser] te veroordelen in de kosten van de procedure.
5.2 Kort en zakelijk weergegeven heeft Mercatel daartoe gesteld dat binnen de onderneming sprake is van een rolverdeling. [Gedaagde sub 1] houdt zich uitsluitend bezig met ‘Kobelco’, het agentschap voor Kobe, uit welk agentschap Mercatel de meeste winsten haalt. [Eiser] en een medewerker, de heer [Y], houden zich bezig met de activiteiten onder de naam ‘Twentech’, terwijl [eiser] ook namens Mercatel als agent voor Alphaform werkt. Binnen Mercatel geldt de werkafspraak dat betrokkenen zich niet rechtstreeks met de activiteiten van ‘de ander’ bemoeien.
5.3 [Eiser] heeft in strijd met deze werkafspraak Kobe benaderd en ook nog op een onheuse manier. [Eiser] heeft Kobe meerdere malen geschoffeerd en daarmee Mercatel in gevaar gebracht. Kobe is geworteld in de Japanse cultuur en zaken als respect en omgangsvormen luisteren dan ook veel nauwer. Mercatel heeft gesteld er recht op en belang bij te hebben dat [eiser] de relatie met Kobe niet verder kan beschadigen.
Standpunt [eiser]
6.1 [Eiser] heeft verweer gevoerd tegen de reconventionele vordering. Daartoe heeft [eiser] allereerst gesteld dat Mercatel in haar vordering niet ontvankelijk dient te worden verklaard, aangezien niet het standpunt van Mercatel, doch uitsluitend het standpunt van [gedaagde sub 1] wordt uitgedragen. Dit standpunt is immers tot stand gekomen zonder [eiser] te horen.
6.2 Partijen hebben inderdaad afgesproken elkaar in hun eigen bedrijvigheid niet voor de voeten te lopen. [Gedaagde sub 1] doet dit echter al jaren. [Eiser] is nog steeds bestuurder van Mercatel en heeft in die hoedanigheid op een vriendelijke manier informatie gevraagd aan Kobe, omdat [gedaagde sub 1] weigerde die informatie te verstrekken. Het enkele feit dat [eiser] als bestuurder van Mercatel informatie opvraagt bij een debiteur kan geen grond vormen om hem als bestuurder te schorsen. Daarbij heeft [eiser] opgemerkt dat [gedaagde sub 1] zelf door zijn wijze van communiceren met Kobe ertoe bijdraagt dat het vertrouwen van Kobe in Mercatel niet wordt versterkt.
Overwegingen van de voorzieningenrechter
In conventie:
5.1 De voorzieningenrechter zal eerst kort ingaan op de opmerking van [eiser] ter zake het vertegenwoordigen van Mercatel door mr. Van Knippenberg in dit geschil. Mr. Van Knippenberg heeft zich in deze procedure enkel gesteld voor Mercatel, zodoende niet voor [gedaagde sub 1]. Of mr. Van Knippenberg op enigerlei wijze de Gedragsregels voor advocaten heeft overtreden, is niet van belang voor de beoordeling van het onderhavige geschil in kort geding. Aangezien mr. Van Knippenberg zich tijdig heeft gesteld als advocaat aan de zijde van Mercatel, gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat mr. Van Knippenberg Mercatel vertegenwoordigt.
5.2 Vaststaat tussen partijen dat [eiser] bij brief van zijn raadsman van 30 januari 2012 de nietigheid van het besluit tot schorsing, waarvan [eiser] bij brief van
26 januari 2012 in kennis is gesteld, heeft ingeroepen. Tevens staat vast dat er geen nieuw besluit tot schorsing van [eiser] is genomen en dat Mercatel ter zitting heeft erkend dat er op dit moment dusdoende geen sprake is van schorsing of non-actief stelling. De vordering van [eiser] om de aan hem bij brief van 26 januari 2012 meegedeelde schorsing/non-actiefstelling ongedaan te maken, dient dan ook te worden afgewezen.
5.3 Tussen partijen staat vast dat de vermelding van de schorsing in de registers van de Kamer van Koophandel inmiddels ongedaan is gemaakt. Dat deze ongedaanmaking mogelijk niet op initiatief van [gedaagde sub 1] heeft plaatsgevonden, doch op eigen initiatief van de Kamer van Koophandel is voor het onderhavige geschil niet relevant. Aangezien de vermelding reeds ongedaan is gemaakt, dient de vordering ter zake het ongedaan maken van de vermelding van de schoring in de registers van de Kamer van Koophandel te worden afgewezen wegens gebrek aan belang van [eiser].
5.4.1 [Eiser] heeft als productie 15 zelf een afschrift van de Ondernemersrekening bij ABN AMRO van Mercatel d.d. 4 februari 2012 overgelegd. Tevens heeft [eiser] een e-mail aan mr. Van Knippenberg gestuurd waarin staat:
“bij mijn controle van de bij en afschrijvingen van de zakelijke rekening nr [xxxx] bij de ABNAMRO Bank van Mercatel Groep B.V. constateerde ik dat er op 31 januari een betaling van Euro 3.784,20 naar bankrekening nummer [yyyy] ten name van Knippenberg Advocatuur was uitgevoerd.”
5.4.2 De voorzieningenrechter is voorlopig van oordeel dat uit voornoemde bescheiden voldoende blijkt dat [eiser] begin februari 2012 wel weer de beschikking had over de Ondernemersrekening bij ABN AMRO. Niet gesteld of gebleken is dat [eiser] daarna wederom beschikkingsonbevoegd is verklaard. Ten aanzien van eventuele andere bankrekeningen heeft [eiser] evenmin aangetoond dat hij daarover niet langer de beschikking heeft. De voorzieningenrechter zal deze vordering zodoende afwijzen.
5.5 Mercatel heeft de stelling van [eiser] dat de elektronische bedrijfssleutel is geblokkeerd, gemotiveerd betwist. Nu [eiser] op geen enkele wijze heeft aangetoond dat de elektronische bedrijfssleutel thans geblokkeerd is, gaat de voorzieningenrechter er voorlopig van uit dat van een dergelijke blokkering geen sprake is. Het spreekt overigens vanzelf dat van zodanige blokkering ook geen sprake behoort te zijn nu immers van enige schorsing op dit moment geen sprake is. De voorzieningenrechter zal de vordering hieromtrent dan ook afwijzen.
5.6.1 Ten aanzien van de e-mailaccount overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Het conflict tussen [eiser] en [gedaagde sub 1] is behoorlijk opgelopen en [gedaagde sub 1] en [eiser] hebben een accountant, de heer [X], aangewezen om de waarde van de aandelen te bepalen. [Gedaagde sub 1] en [eiser] zijn voornemens om financieel af te wikkelen en [eiser] heeft te kennen gegeven dat hij, mits hij een ontbindingsvergoeding ontvangt, bereid is afscheid te nemen van Mercatel om het conflict op te lossen. Daarenboven heeft [eiser] zich op dit moment ziek gemeld.
5.6.2 Niet in geschil is dat de e-mailaccount van [eiser] bij Mercatel thans nog is geblokkeerd. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter weegt het belang van Mercatel om correspondentie met de Japanse onderneming Kobe door één en dezelfde persoon te laten uitvoeren, op dit moment zwaarder dan het belang van [eiser] bij het ongedaan maken van het blokkeren van de e-mailaccount. Daarbij heeft de voorzieningenrechter in aanmerking genomen dat [eiser] zich ziek heeft gemeld en (mogelijk) binnenkort het bedrijf zal verlaten, terwijl partijen het er over eens zijn dat [gedaagde sub 1] als directeur dan de voortzettende partij is en dus primair degene is die het bedrijfsbelang zal moeten en gaan behartigen. De voorzieningenrechter zal de vordering van [eiser] om de blokkering van de e-mailaccount ongedaan te maken daarom in dit stadium afwijzen.
5.7 Ten aanzien van de vordering van [eiser] om [gedaagde sub 1] te veroordelen tot betaling van een voorschot overweegt de voorzieningenrechter dat voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding slechts dan aanleiding is, indien het bestaan (en de omvang) van de vordering in hoge mate aannemelijk is, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is. [Eiser] heeft niet gesteld dat een onmiddellijke voorziening vereist is, zodat deze vordering reeds daarom dient te worden afgewezen. Daarnaast overweegt de voorzieningenrechter dat [gedaagde sub 1] en [eiser] van mening verschillen over de verschuldigdheid van de boete conform artikel 6 van de aandeelhoudersovereenkomst, en dat op dit moment en op basis van de voorhanden zijnde gegevens (nog) niet kan worden geoordeeld dat het bestaan van de vordering dermate aannemelijk is dat reeds op een eventuele bodemprocedure zou kunnen worden vooruitgelopen. De voorzieningenrechter zal deze vordering van [eiser] zodoende afwijzen. Hiermee doet de voorzieningenrechter uitdrukkelijk geen uitspraak over de eventuele verschuldigdheid van de boete.
5.8 [Eiser] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de aangewezen accountant, de heer [X], [gedaagde sub 1] en/of Mercatel heeft verzocht om gegevens en stukken aan te leveren en dat [gedaagde sub 1] en/of Mercatel verzuimd hebben deze informatie te verstrekken. Aangezien zulks aan de zijde van [gedaagde sub 1] en Mercatel betwist wordt, zal de voorzieningenrechter ook deze vordering afwijzen.
5.9 De voorzieningenrechter overweegt ten aanzien van de proceskosten het volgende. Mercatel en [gedaagde sub 1] hebben niet duidelijk aan [eiser] kenbaar gemaakt dat zij de nietigheid van het besluit tot schorsing van [eiser] niet betwisten. Hun standpunt omtrent het schorsingsbesluit was tot aan de terechtzitting onvoldoende duidelijk voor [eiser]. Aangezien het overgrote deel van deze procedure ziet op het besluit tot schorsing en het ongedaan maken van de gevolgen daarvan, acht de voorzieningenrechter het redelijk om, ondanks dat de vorderingen worden afgewezen, de kosten van deze kort geding procedure te compenseren tussen partijen, in die zin dat ieder de eigen kosten draagt.
In reconventie
5.10 De voorzieningenrechter acht Mercatel ontvankelijk in haar reconventionele vordering nu die vordering op rechtens juiste wijze is ingesteld door een advocaat die zich ter griffie voor Mercatel heeft gesteld.
5.11 De vordering van Mercatel om [eiser] te schorsen als bestuurder van Mercatel, totdat in een bodemprocedure over de arbeidsrelatie tussen [eiser] en Mercatel zal zijn beslist, dient te worden afgewezen. De bevoegdheid om tot schorsing van een bestuurder /directeur over te gaan ligt bij de algemene vergadering van aandeelhouders van Mercatel.
De voorzieningenrechter past daarom terughoudendheid. Bovendien wordt de door Mercatel voor schorsing opgevoerde reden ondervangen door toewijzing van de vordering als hierna te omschrijven.
5.12 [Gedaagde sub 1] en [eiser] hebben een onafhankelijke derde aangewezen, de heer [X], om de waarde van de aandelen in Mercatel te bepalen. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat de heer [X], indien hij daartoe aanleiding ziet, zelf aanvullende informatie op zal vragen bij betrokkenen, meer specifiek bij Kobe of dier vertegenwoordigers. Niets belet [eiser] om aan de heer [X] verzoeken te doen, informatie te verschaffen of vragen te stellen, ook waar het gaat om de zakelijke relatie met Kobe. De voorzieningenrechter is dan ook voorlopig van oordeel dat het belang van [eiser] om rechtstreeks informatie op te vragen bij Kobe voor het bepalen van de waarde van de aandelen thans beduidend kleiner is dan het belang van Mercatel om de contacten met Kobe via één en dezelfde persoon te laten verlopen en de banden met Kobe, voor zover nodig, te herstellen. Zowel [gedaagde sub 1] als [eiser] willen graag dat het goed blijft gaan met Mercatel. Duidelijk is dat het in het belang van de onderneming is dat derden niet in de strijd tussen de aandeelhouders worden betrokken. Gelet op de belangenafweging en daarbij met name het feit dat de heer [X] in staat is de benodigde informatie zelf op te vragen, zal de voorzieningenrechter [eiser] verbieden tot het moment van overdracht van de aandelen in Mercatel Kobe alsmede dier vertegenwoordigers rechtstreeks te benaderen, op straffe van een dwangsom van € 25.000,- per overtreding, tot een maximum van € 150.000,-.
5.13 De voorzieningenrechter zal de kosten ter zake de reconventionele vordering eveneens compenseren tussen partijen, in die zin dat ieder zijn eigen kosten draagt, nu beide partijen deels in het ongelijk zijn gesteld.
De beslissing
In conventie:
De voorzieningenrechter:
I. Wijst de vorderingen af.
II. Compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
In reconventie:
De voorzieningenrechter:
III. Verbiedt [eiser] tot het moment van overdracht van de aandelen in Mercatel, Kobe Steel Ltd. alsmede dier vertegenwoordigers te benaderen, onder verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- per overtreding tot een maximum van € 150.000,-.
IV. Verklaart onderdeel III. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
V. Compenseert de kosten van deze procedure in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
VI. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G.G. Vermeulen, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 februari 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.