ECLI:NL:RBALM:2012:1243

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
12 september 2012
Publicatiedatum
23 juni 2016
Zaaknummer
122912 / HA ZA 11-620
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.G. Vermeulen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen ProBC B.V. tegen gedaagde vennootschap

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Almelo op 12 september 2012 uitspraak gedaan in de procedure tussen ProBC B.V. en een gedaagde vennootschap. ProBC B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. J.G.M. Stassen, had een vordering ingesteld tegen de gedaagde vennootschap, die werd bijgestaan door advocaat mr. A.J.C. van Gurp. De rechtbank heeft in haar vonnis vastgesteld dat ProBC geen vordering heeft op de gedaagde partij. De rechtbank verwijst naar een eerder tussenvonnis van 30 november 2011, waarin het procesverloop is uiteengezet. Tijdens de comparitie van partijen op 11 juni 2012 is gebleken dat ProBC had gecontracteerd met twee andere besloten vennootschappen, maar dat de gedaagde partij niet de rechtsopvolger was van deze vennootschappen. De rechtbank concludeert dat de gedaagde vennootschap niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de vorderingen van ProBC, omdat deze vennootschappen nog steeds zelfstandig bestaan. De rechtbank wijst de vorderingen van ProBC af en veroordeelt haar tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde partij, die zijn begroot op € 1.744,- aan griffiekosten en € 1.788,- aan advocaatkosten. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ALMELO

Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 122912 / HA ZA 11-620
datum vonnis: 12 september 2012
Vonnis van de rechtbank Almelo, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ProBC B.V.,
gevestigd te Enschede,
eiseres,
verder te noemen ProBC,
advocaat mr. J.G.M. Stassen te Enschede,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
verder te noemen [gedaagde] ,
advocaat mr. A.J.C. van Gurp te Hengelo (Ov).

1.Het procesverloop

Voor het procesverloop verwijst de rechtbank naar hetgeen daarover is weergegeven in het tussenvonnis van 30 november 2011. De bij dat tussenvonnis bevolen comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 11 juni 2012. Van de comparitie is een proces-verbaal opgemaakt dat zich bij de processtukken bevindt. Daarna is bepaald dat vonnis zal worden gewezen. Het vonnis wordt uitgesproken per heden.

2.2. Vaststaande feiten en standpunten van partijen

Voor de vaststaande feiten en de standpunten van partijen wordt verwezen naar de weergave daarvan in het tussenvonnis van 30 november 2011 en met name naar hetgeen in dat tussenvonnis is overwogen onder 2.1 tot en met 3.3.

3.De beoordeling

3.1
Door ProBC is de onderhavige procedure opgestart tegen [gedaagde] . ProBC heeft bij dagvaarding uitgelegd dat zij heeft gecontracteerd met de besloten vennootschappen [A] en [B] . Omdat [gedaagde] , zoals ProBC bij dagvaarding nader heeft gesteld, de beide genoemde besloten vennootschappen heeft overgenomen, is zij daarmee de rechtsopvolger van beide vennootschappen geworden zodat zij volledig is getreden in de rechtspositie van [A] en [B] .
3.2
[gedaagde] heeft, ondersteund met recente uittreksels uit het handelsregister, inzichtelijk gemaakt dat niet zij maar de besloten vennootschap [X] de aandelen van de besloten vennootschap [Y] heeft gekocht en geleverd heeft gekregen. Een andere status dan die van aandeelhouder heeft de genoemde [gedaagde] -vennootschap dusdoende niet gekregen. Daarbij is van belang dat [Y] op haar beurt bestuurder-aandeelhouder van [B] en van [A] is.
3.3
De partijen waarmee ProBC blijkens haar dagvaarding stelt te hebben gecontracteerd, zijn derhalve nog steeds zelfstandig bestaande besloten vennootschappen en als zodanig door ProBC in rechte aan te spreken. Behoudens specifieke omstandigheden of juridisch relevante constructies waarvan in deze procedure niet is gebleken en waarover door ProBC niets is gesteld, is derhalve onduidelijk gebleven waarom ProBC van oordeel is dat zij niet haar contractpartijen, doch de kennelijke dochtervennootschap van de indirecte aandeelhouder van [A] en/of [B] moest aanspreken.
3.4
Bij de comparitie van partijen heeft ook ProBC verklaard dat haar contractpartijen nog steeds als zelfstandige vennootschappen bestaan en dat mitsdien ter discussie kan staan of zij met het dagvaarden van [gedaagde] wel de juiste partij heeft gedagvaard.
3.5
De rechtbank oordeelt dat niet is gebleken dat ProBC enige vordering heeft op [gedaagde] . De vordering zoals die tegen laatstgenoemde vennootschap is ingesteld, is derhalve bij gebreke van enige feitelijke grond niet toewijsbaar. De vordering moet dan ook worden afgewezen waarbij ProBC als in het ongelijk gestelde partij de kosten van de procedure zal moeten dragen.
De beslissing
De rechtbank:
I. Wijst af de vorderingen van ProBC.
II. Veroordeelt ProBC tot betaling aan [gedaagde] van de na te noemen kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op € 1.744,- aan verschotten (griffiegeld) en € 1.788,- (2 punten x € 894,-) als salaris van de advocaat.
III. Verklaart de veroordeling sub II. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. G.G. Vermeulen en op woensdag 12 september 2012 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.