ECLI:NL:RBALM:2011:BV0287

Rechtbank Almelo

Datum uitspraak
19 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
125076 / KG ZA 11-253
Instantie
Rechtbank Almelo
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.K.F. Hangelbroek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning wegens ernstige overlast door huurders

In deze zaak heeft de stichting Woningstichting De Woonplaats een kort geding aangespannen tegen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] wegens ernstige overlast die door [gedaagde sub 1] wordt veroorzaakt in de huurwoning aan de [adres] te Enschede. De Woonplaats verhuurt deze woning sinds 16 juli 1998 aan de gedaagden. Sinds april 2011 ontvangt de Woonplaats herhaaldelijk klachten van omwonenden over geluids- en drugsoverlast, veroorzaakt door [gedaagde sub 1] en zijn bezoekers. De overlast omvat schreeuwen, luidruchtig gedrag, en het gebruik en verhandelen van drugs. In 2009 is zelfs een hennepkwekerij in de woning aangetroffen door de politie.

De Woonplaats heeft [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] gesommeerd om de woning te verlaten, maar [gedaagde sub 1] ontkent de beschuldigingen en stelt dat [gedaagde sub 2] al sinds 2000 niet meer in de woning woont. De voorzieningenrechter heeft de klachten van omwonenden als voldoende aangetoond beschouwd, ondersteund door rapportages van de wijkagent. De rechter heeft geoordeeld dat de overlast van dien aard is dat ontruiming van de woning gerechtvaardigd is. De termijn voor ontruiming is vastgesteld op drie weken.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van De Woonplaats toegewezen, met uitzondering van de machtiging om de ontruiming met de sterke arm uit te voeren, omdat dit overbodig werd geacht. De gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 19 december 2011 door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, in de rechtbank Almelo.

Uitspraak

RECHTBANK ALMELO
Sector civiel recht
zaaknummer: 125076 / KG ZA 11-253
datum vonnis: 19 december 2011
Vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Almelo, rechtdoende in kort geding, in de zaak van:
de stichting Woningstichting De Woonplaats,
gevestigd te Enschede,
eiseres,
verder ook te noemen: De Woonplaats,
advocaat: mr. R.J. Leijssen te Enschede,
tegen
1. [gedaagde sub1],
2. [gedaagde sub 2],
beiden wonende te Enschede,
gedaagden,
verder ook te noemen: [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2].
Het procesverloop
De Woonplaats heeft gevorderd als vermeld in de dagvaarding.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 12 december 2011. Van hetgeen besproken is, zijn aantekeningen gemaakt.
Ter zitting zijn verschenen: de heer [X] en mevrouw [Y], namens De Woonplaats, vergezeld door mr. Leijssen, en [gedaagde sub 1].
[Gedaagde sub 2] is niet ter zitting verschenen, waarna tegen haar verstek is verleend.
De standpunten zijn toegelicht.
Het vonnis is bepaald op vandaag.
De beoordeling van het geschil en de motivering van de beslissing
1. Bij de dagvaarding zijn de wettelijke formaliteiten in acht genomen.
2. In deze zaak staat het volgende vast.
De Woonplaats verhuurt sedert 16 juli 1998 de woning aan de [adres] te Enschede aan [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2]. De Woonplaats is tevens verhuurster van nabij en naastgelegen woningen in de straat. Op de huurovereenkomst zijn van toepassing de door De Woonplaats gehanteerde algemene huurvoorwaarden.
3.1 De Woonplaats heeft voorts het volgende gesteld. [Gedaagde sub 1] veroorzaakt ernstige geluids- en drugsoverlast jegens de omwonenden, die ook huurders zijn van De Woonplaats. Vanaf april 2011 ontvangt De Woonplaats doorlopend klachten van omwonenden over de door [gedaagde sub 1] en zijn bezoekers veroorzaakte overlast. De overlast wordt volgens De Woonplaats veroorzaakt door herhaaldelijk geschreeuw, luidruchtig praten, dierengeluiden, lawaai van bezoekers, auto’s en brommers. De omwonenden hebben geconstateerd dat in de huurwoning van [gedaagde sub 1] drugs worden gebruikt, en dat vanuit de woning drugs worden verhandeld. In 2009 heeft de politie geconstateerd dat zich in de huurwoning van [gedaagde sub 1] een hennepkwekerij bevond.
3.2 De wijkagent heeft in een rapport van 16 november 2011 geconstateerd dat [gedaagde sub 1] ernstige overlast veroorzaakt. Er heerst een onveilig gevoel in de straat en bewoners zijn bang om incidenten te melden. Het perceel [adres] staat, evenals het naastgelegen perceel [adres], bekend als overlast- en drugspand. Volgens de rapportage is er vanuit de huurwoning van [gedaagde sub 1] veel overlast door harde muziek, het verplaatsen van goederen, timmerwerkzaamheden, slachting van een groot aantal kippen en rotzooi in de tuin. Ook na de inval van de politie in juni 2001 is er nog veel geluidsoverlast. De rapportage van de wijkagent wordt ondersteund door diverse klachten die over [gedaagde sub 1] zijn geuit door omwonenden. Omwonenden hebben per e-mail (herhaaldelijk) bij zowel De Woonplaats als de politie geklaagd over de door [gedaagde sub 1] veroorzaakte geluids- en drugsoverlast. Uit angst voor represailles, zo blijkt uit diverse e-mails, wensen deze omwonenden anoniem te blijven en zijn hun verklaringen geanonimiseerd.
3.3 Op 27 april 2011 heeft een omwonende per e-mail bij De Woonplaats en de politie
klachten geuit over de geluidsoverlast die is veroorzaakt door [gedaagde sub 1] en zijn bezoekers. Volgens de verklaring van de omwonende rijdt een drugskoerier op een scooter af en aan.
Bij de politie is op 10 juni 2011 geklaagd over geluidsoverlast doordat [gedaagde sub 1] ’s nachts stond te schreeuwen. Op 20 juni 2011 is door een omwonende geklaagd over geluidsoverlast door [gedaagde sub 1]. Bij De Woonplaats en de politie is op 4 juli 2011 door verschillende omwonenden geklaagd over geluidsoverlast die werd veroorzaakt door bezoekers van [gedaagde sub 1]. Op 29 augustus 2011 is opnieuw door een omwonende geklaagd over geluidsoverlast. In september 2011 is gemeld dat de tuin van [gedaagde sub 1] ‘een grote vuilnisbelt’ is en dat sprake is van geluidsoverlast door schreeuwen en het blaffen van de hond van [gedaagde sub 1]. [Gedaagde sub 1] is door De Woonplaats herhaaldelijk gewaarschuwd en bij brieven van 15 en 19 september 2011 heeft De Woonplaats aan [gedaagde sub 1] laten weten dat de huurovereenkomst door De Woonplaats zal worden beëindigd indien de (geluids)overlast voortduurt.
3.4 Onder verwijzing naar de algemene voorwaarden stelt De Woonplaats dat het [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] niet is toegestaan om overlast te veroorzaken aan omwonenden. Daarnaast wordt ook het hebben van verdovende middelen in de woning en/of handelen daarin door de algemene voorwaarden verboden. De overlast is stelselmatig en ernstig, zodat de situatie niet langer kan voortduren en ontruiming van de woning spoedig is geboden. Het veroorzaken van overlast en het feit dat zich in de woning een hennepkwekerij heeft bevonden is een onherroepelijke wanprestatie, evenals het feit dat de tuin een vuilnisbelt is. Ook het hebben of handelen in verdovende middelen in de huurwoning is op grond van de algemene huurvoorwaarden een toerekenbare tekortkoming, die ontbinding rechtvaardigt. De Woonplaats heeft gesteld dat, gelet op de ernst van de overlast, een bodemprocedure niet kan worden afgewacht, zodat ontruiming in kort geding geboden is.
4. Op grond van het voorgaande vordert De Woonplaats:
- [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] te veroordelen om met al het hunne en de hunnen binnen zeven dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis de woning aan de [adres] te verlaten en te ontruimen;
- De Woonplaats te vergunnen de ontruiming te bewerkstelligen met de sterke arm;
- [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] te veroordelen in de kosten van dit geding.
5. [Gedaagde sub 1] heeft de vordering betwist. Hij heeft ontkend dat hij overlast heeft
veroorzaakt en een hennepkwekerij heeft gehad. [Gedaagde sub 1] heeft ter zitting verklaard dat [gedaagde sub 2] al ongeveer sinds het jaar 2000 niet meer woonachtig is in de huurwoning aan de [adres].
6. De voorzieningenrechter acht de gestelde overlast voldoende aangetoond op grond van de hiervoor sub 3.2 weergegeven rapportage van de wijkagent en op grond van de volgende overgelegde schriftelijke klachten, die de politie en De Woonplaats hebben ontvangen:
- op 27 april 2011: ‘
‘Sinds enige weken is er weer veel overlast door personen die op bezoek komen bij [gedaagde sub 1] aan de [adres]. Vaak staat de muziek erg hard, maar ook overlast door een jongeman op een scooter. Deze jongeman fungeert als drugskoerier. Hij rijdt met zijn scooter zeker 10 tot 15 keer door het gangetje tussen de woningen [huisnummer] en [huisnummer]. Dit met name ’s avonds laat.’
‘De hele avond was het onrustig, veel jongelui daar over de vloer en extreem taalgebruik. Wij ervaren dit als erg bedreigend, omdat al deze jongeren drugs gebruiken en niet aanspreekbaar zijn op hun gedrag.’
- op 10 juni 2011:
‘Vannacht had ook [gedaagde sub 1] ([huisnummer]) weer een boze bui. Volgens ons was hij alleen en schreeuwde zowel binnens- als buitenshuis de meest vreselijke dingen. Meerdere mensen hebben overwogen de politie te bellen, maar zoals gezegd: niemand durft. Hij schreeuwt in iedere zin kankerlijer, kankerhoer, kanker dit kanker dat. Dan gaat hij weer verder met: ik maak ze kapot, ik maak ze dood enz. enz.’
‘Waarom ondernemen jullie geen actie?’
- op 20 juni 2011:
‘Afgelopen zaterdag was er weer veel overlast door lawaai, ruzies en dealen vanuit de
woning nummer [huisnummer]. Ook de bewoner van nummer [huisnummer] was daarbij aanwezig. Er wordt gescholden, gedreigd, bedreigd, met deuren en de poort gegooid.’
‘Zaterdagnacht is het tot kwart over twee ’s nachts onrustig geweest. Het komt allemaal heel dreigend over. De angst wordt o.a. veroorzaakt door nummer [huisnummer]. Hij schreeuwt regelmatig de boel bij elkaar en daar worden mensen bang van.’
- op 4 juli 2011:
‘Men komt nu via de [straatnaam], klimt over de schutting, vervolgens gaan er fietsen over de schutting en gaat men naar binnen op [huisnummer] of huisnummer].’
‘Van vrijdag op zaterdag en van zaterdag op zondag is het wederom onrustig geweest tot half 3 ’s nachts.’
‘Overdag moet ik superalert zijn, omdat ik ook twee kinderen heb die buiten lopen.’
‘Ik zie totaal geen verandering, sterker nog, het wordt alleen maar erger.’
‘Van het weekend is het weer onrustig geweest, er was veel bezoek op [huisnummer] en [huisnummer]. We hoorden muziek en veel hardop gepraat, ik heb ook gehoord dat er nog steeds coke in het pand is van [huisnummer].’
‘Ook de buurman van [huisnummer] is vannacht druk geweest op zolder.’
- september 2011:
‘De tuin van onze buurman is een grote vuilnisbelt.’
‘Het valt ons ook op dat buurman weer bezig is met de fietsenhandel vanuit zijn huis.’
‘Er is bijzonder veel aanloop op zowel [huisnummer] als [huisnummer]. Waar wij last van hebben is het gerace met auto’s door de straat, …’
‘Nummer [huisnummer] en [huisnummer] zitten dagelijks bij elkaar en produceren veel lawaai. Vooral bij [gedaagde sub 1] staan hele enge figuren aan de deur.’
Tegenover deze concrete en specifieke klachten heeft [gedaagde sub 1] slechts in algemene termen geformuleerde ontkenningen gesteld. Deze zijn onvoldoende concreet en daarom ongeloofwaardig, zodat deze moeten worden verworpen.
7. De overlast is van dien aard dat deze de ontruiming van de woning rechtvaardigt. Van de verhuurder valt niet te vergen dat zij de huur door gedaagden laat voortbestaan. Gelet op de ernst, omvang en de duur van de overlast is de voorzieningenrechter ook van oordeel dat van De Woonplaats niet verwacht mag worden dat zij de huur door [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] laat voortduren en een uitspraak in een bodemprocedure moet afwachten. Hoewel [gedaagde sub 2] volgens de verklaring van [gedaagde sub 1] al omstreeks het jaar 2000 uit de woning is vertrokken, is zij nog steeds partij bij de huurovereenkomst, zodat de voorzieningenrechter zowel [gedaagde sub 1] als [gedaagde sub 2] zal veroordelen om de woning aan de [adres] te verlaten en ontruimen.
8. De voorzieningenrechter ziet aanleiding de ontruimingstermijn te verruimen. De termijn
wordt gesteld op drie weken.
9. De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp
van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge artikel 556 lid 1 en artikel 557 Rv overbodig is.
10. [Gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
De beslissing
De voorzieningenrechter:
I. veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] om binnen drie weken na de rechtsgeldige betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te Enschede te verlaten en te ontruimen, met al het hunne en de hunnen;
II. veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op € 659,14 aan verschotten en € 527,00 aan salaris van de advocaat;
III. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
IV. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen te Almelo door mr. W.K.F. Hangelbroek, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2011 in tegenwoordigheid van de griffier.