Rechtbank Almelo
Sector strafrecht
Parketnummer: 08/710554-11
Datum vonnis: 27 december 2011
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo tegen:
[verdachte],
geboren op [1961] in [geboorteplaats] ([geboorteland]),
nu verblijvende in PI Almelo.
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 november 2011 en 13 december 2011. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.Nijland-Hermelink en van hetgeen door de verdachte en diens raadsvrouw mr. P.M. Breukink, advocaat te Almelo, naar voren is gebracht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: [benadeelde 1] en haar dochter(s) en [benadeelde 2] heeft opgelicht;
feit 2:
primair: personen en bedrijven heeft opgelicht
subsidiair: goederen heeft gekocht terwijl hij niet van plan was die goederen te betalen;
feit 3: samen met zijn partner een vals loonstrookje heeft gemaakt en gebruikt;
feit 4: uitkeringsfraude heeft gepleegd
feit 5: [benadeelde 3] heeft opgelicht.
Voluit luidt de tenlastelegging – na wijziging – aan de verdachte, dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2010 tot en met 24 juni 2011 te De Lutte, gemeente Losser en/of in de gemeente(n) Raalte en/of Zwolle en/althans (elders) in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] en/of haar dochter(s) (onder andere [dochter(s) benadeelde 1]) en/of [benadeelde 2] (telkens) heeft bewogen tot het aangaan van een schuld, namelijk een of meer (mobiele) telefoonabonnement(en) en/of tot de afgifte van een of meer (mobiele) telefoon(s)/blackberry('s), in elk geval (telkens) van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
? zich tegenover die [benadeelde 1] en/of haar dochter(s) en/of die [benadeelde 2] voorgedaan als een persoon genaamd [alias 1]en/of [alias 2]en/of als een liefdevol en/of betrouwbaar persoon, en/of (vervolgens)
? die [benadeelde 1] en/of haar dochters en/of die [benadeelde 2] verzocht, (telkens) een of meer telefoonabonnement(en) af te sluiten en/of de (telkens) bij het afsluiten van die telefoonabonnement(en) behorende/te ontvangen (dure) mobiele telefoon(s) en/of blackberry(s) ter beschikking van hem, verdachte en/of medewerker(s) van zijn, verdachtes, bedrijf te stellen, en/of
? tegenover die [benadeelde 1] en/of haar dochter(s) en/of die [benadeelde 2] (telkens) de toezegging gedaan dat hij, verdachte, de kosten van het afsluiten van die/dat telefoonabonnement(en) de volgende dag en/of/althans (zo spoedig mogelijk) terug zou betalen, en/of dat hij de telefoonabonnementen zo spoedig mogelijk zou overschrijven op zijn naam,
waardoor die [benadeelde 1] en/of haar dochter(s) en/of die [benadeelde 2](telkens) werd/werden bewogen tot bovenomschreven afgifte (incident 1, 2 en 15);
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 26 juli 2011, te De Lutte, gemeente Losser en/of in de gemeente Hengelo (Ov) en/of in de gemeente Enschede en/of in de gemeente Oldenzaal, en/of te Beuningen, gemeente Losser en/of te Denekamp, gemeente Dinkelland en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen en/of bedrijven heeft/hebben bewogen tot de afgifte van navolgende goederen en/of diensten, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte(n) (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
? valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
? zich tegenover [benadeelde 4] van [firma benadeelde 4] voorgedaan te zijn van het bedrijf ROV Computers, en/of
? zich tegenover [benadeelde 5] van bedrijf [firma benadeelde 5] voorgedaan als zijnde dhr. [alias 3], en/of
? zich tegenover [benadeelde 6] van [firma benadeelde 6] voorgedaan als eigenaar van het bedrijf ROVA data en Telecom en/of dat hij bezig was met een project in Amsterdam, en/of
? zich tegenover [benadeelde 7] van [firma benadeelde 7 werkzaam] voorgedaan als zijnde dhr. [alias 1]van ROV Dataspecialisten, en/of
? zich tegenover [benadeelde 8] van [firma benadeelde 8] voorgedaan als zijnde dhr. [alias 1]van ROV Dataspecialisten, en/of
? zich tegenover [benadeelde 9] en/of [firma benadeelde 9] heeft voorgedaan als koper te goeder trouw, en/of
? tegen [benadeelde 10] en/of [betrokkende] van [firma benadeelde 10] gezegd dat hij bij de politie werkte, en/of dat een van de goederen voor het bedrijf van verdachte's echtgenote [firmanaam partner] en/of voor het bedrijf van verdachte's broer [naam café] zou zijn, en/of
- tegen [benadeelde 11], werkzaam bij installatiebedijf [firma benadeelde 11 werkzaam] (dat [firma benadeelde 10] heeft ingeschakeld voor het leveren van de goederen aan verdachte) gezegd dat hij op de IT-afdeling van de politie werkte, en/of
- zich tegenover de hiervoor en/of hierna te noemen personen en/of bedrijven heeft voorgedaan als koper te goeder trouw,
? [benadeelde 4] en/of [firma benadeelde 4] werd bewogen tot afgifte van 8, althans een of meer cartrack systemen met abonnementen en/of 8, althans een of meer tomtom's (incident 3), en/of
? [benadeelde 5] en/of bedrijf [firma benadeelde 5] werd bewogen tot afgifte van een CV combiketel (merk Nefit topline) (incident 4), en/of
? [benadeelde 6] en/of [firma benadeelde 6] werd bewogen tot afgifte van twee, althans een of meer buitencamera's en/of een tv- en telefoonaansluiting en/of een
e-mailserver en/of een datanetwerk (incident 6), en/of
? dhr. [benadeelde 7.1 ] en/of [firma benadeelde 7.1 ] werd bewogen tot afgifte van een CV ketel en/of een kamerthermostaat (merk Nefit topline) (incident 7), en/of
? [benadeelde 8] en/of [firma benadeelde 8] werd bewogen tot afgifte van twee, althans een of meer CV ketels (merk Nefit topline) (incident 8), en/of
? dhr. [benadeelde 9] en/of [firma benadeelde 9]werd bewogen tot afgifte van een CV ketel (incident 9), en/of
? dhr. [benadeelde 10] en/of [firma benadeelde 10] werd bewogen tot reparatie van het camerasysteem van verdachte en/of tot afgifte van een of meer infrarood camera's en TFT schermen (incident 14), en/of
? dhr. [benadeelde 10.1] en/of [firma benadeelde 10] werd bewogen tot afgifte van vier, althans een of meer beveiligingscamera's en/of reparatie van de recorder van de installatie (incident 19);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 26 juli 2011, te De Lutte, gemeente Losser en/of in de gemeente Hengelo (Ov) en/of in de gemeente Enschede en/of in de gemeente Oldenzaal, en/of te Beuningen, gemeente Losser en/of te Denekamp, gemeente Dinkelland en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s), telkens met voormeld oogmerk, de navolgende goederen - op tijd en plaats daarbij vermeld - gekocht, te weten:
? in de periode van 20 december 2010 tot en met 12 januari 2011, te De Lutte, gemeente Losser, en/of in de gemeente Noordwijk, bij [benadeelde 4] en/of [firma benadeelde 4] 8, althans een of meer cartrack systemen met abonnementen en/of 8, althans een of meer tomtom's (incident 3), en/of
? in de periode van 3 tot en met 5 mei 2011, te De Lutte, gemeente Losser en/of in de gemeente Hengelo, bij [benadeelde 5] en/of bedrijf [firma benadeelde 5] een CV combiketel (merk Nefit topline) (incident 4), en/of
? in de periode van 10 maart 2011 tot en met 7 april 2011, te De Lutte, gemeente Losser en/of in de gemeente Hengelo (Ov), bij [benadeelde 6] en/of [firma benadeelde 6] twee, althans een of meer buitencamera's en/of een tv- en telefoonaansluiting en/of een e-mailserver en/of een datanetwerk (incident 6), en/of
? in de periode van 16 mei 2011 tot en met 26 mei 2011, te De Lutte, gemeente Losser en/of in de gemeente Oldenzaal, bij dhr. [benadeelde 7.1 ] en/of [firma benadeelde 7.1 ] een CV ketel (merk Nefit topline) en/of een kamerthermostaat (incident 7), en/of
? in de periode van 12 mei 2011 tot en met 17 mei 2011 te De Lutte en/of Beuningen, gemeente Losser, bij [benadeelde 8] en/of [firma benadeelde 8] twee, althans een of meer CV ketels (merk Nefit topline) (incident 8), en/of
? in de periode van 28 april 2011 tot en met 28 mei 2011, te De Lutte, gemeente Losser en/of in de gemeente Enschede, bij dhr. [benadeelde 9] en/of [firma benadeelde 9] een CV ketel (incident 9), en/of
? in de periode van 29 oktober 2010 tot en met 30 maart 2011, te De Lutte, gemeente Losser en/of te Denekamp, gemeente Dinkelland, bij dhr. [benadeelde 10] en/of [firma benadeelde 10] werd bewogen een of meer infrarood camera's en TFT schermen (incident 14), en/of
? in de periode van 1 januari 2011 tot en met 1 juli 2011, de De Lutte, gemeente Losser en/of in de gemeente Enschede, bij dhr. [benadeelde 10.1] en/of [firma benadeelde 10] vier, althans een of meer beveiligingscamera's (incident 19);
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 t/m 1 april 2011, te De Lutte, gemeente Losser, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een loonstrook/salarisspecificatie - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft/hebben opgemaakt of vervalst, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) een stuk opgesteld en in strijd met de waarheid gegevens vermeld of laten vermelden met betrekking tot een dienstverband ten name van [partner verdachte], zoals onder andere de door die [partner verdachte] uitgeoefende functie en/of salariëring en/of gewerkte uren, en/of heeft/hebben verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) (vervolgens) die loonstrook/salarisspecificatie overgelegd, in elk geval ter beschikking gesteld, aan de verhuurder van de woning aan de [adres huurwoning] te De Lutte, ten behoeve van een beoordeling door de verhuurder of er voldoende inkomen was om de maandelijke huurlasten te kunnen opbrengen; (incident 11);
4.
hij in of omstreeks de periode van 7 september 2009 tot en met 1 november 2010 te De Lutte, gemeente Losser,in elk geval in Nederland, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering ingevolge de wet Werk en Bijstand, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft verdachte opzettelijk nagelaten te melden dat hij gehuwd was met [partner verdachte] en/of samenwoonde met zijn echtgenote, genaamd [partner verdachte] (incident 12);
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 februari 2011 tot en met 28 februari 2011 te De Lutte, gemeente Losser, in elk geval in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 3] en/of [firma benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van twee, althans een of meer banden, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als zijnde hr. [partner verdachte] en/of als koper te goeder trouw, waardoor [benadeelde 3] en/of [firma benadeelde 3] voornoemd werd bewogen tot bovenomschreven afgifte (incident 17);
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De beoordeling van het bewijs
4.1. De vaststaande feiten
De onderstaande feiten volgen rechtstreeks uit de bewijsmiddelen en hebben bij de behandeling van de zaak niet ter discussie gestaan. Het vaststellen van deze feiten behoeft daarom geen andere motivering door de rechtbank dan een verwijzing naar de betreffende bewijsmiddelen .
Incident 1
In februari 2010 gaat verdachte een relatie aan met aangeefster [benadeelde 1]. Hij gebruikt tegenover [benadeelde 1] de naam [alias 1]. Verdachte vertelt aangeefster op een gegeven moment bij aangeefster thuis in Raalte dat het niet zo goed gaat met zijn bedrijf, maar dat hij een doorstart kan maken. Hij heeft daarvoor wel snel telefoons nodig voor zijn werknemers, anders loopt hij orders mis. Hij vertelt aangeefster dat hij zelf geen abonnementen meer kan afsluiten en dat zij in het belang van het bedrijf telefoonabonnementen moet afsluiten. Verdachte zegt toe de kosten van de abonnementen te vergoeden. In totaal sluit aangeefster vijf telefoonabonnementen af. . De kosten voor de telefoonabonnementen zijn door verdachte nooit vergoed.
Incident 3
Op 20 december 2011 bestelt verdachte cartrackers met serviceabonnementen en een TOMTOM bij [benadeelde 4] van [firma benadeelde 4]. De goederen worden afgeleverd aan het woonadres van verdachte in De Lutte. Op 27 december 2011 bestelt verdachte nogmaals cartrackers en TOMTOM’s. De rekeningen zijn onbetaald gebleven.
Incident 4
Op 3 mei 2011 bestelt verdachte onder de naam [partner verdachte] een cv-ketel van het merk Nefit topline bij de heer [benadeelde 5] van het bedrijf [firma benadeelde 5]. De goederen zijn op het woonadres van verdachte in De Lutte afgeleverd. De rekening is onbetaald gebleven.
Incident 6
Op 10 maart 2011 wordt [benadeelde 6] van [firma benadeelde 6] gebeld door verdachte. Verdachte vertelt dat hij een eigen bedrijf heeft, genaamd ROV Data en Telecom, en dat hij bezig is met een glasvezelproject in Amsterdam. Aangever controleert dit op internet en ontdekt dat er op dat moment inderdaad wordt gewerkt aan een glasvezelproject in Amsterdam. Verdachte bestelt buitencamera’s, een tv- en telefoonaansluiting en een datanetwerk. De goederen zijn vanaf 17 maart 2011 door het bedrijf van aangever geïnstalleerd bij de woning van verdachte in De Lutte. De werkzaamheden hebben geduurd tot en met 22 maart 2011. Zowel de goederen als de werkzaamheden zijn onbetaald gebleven.
Incident 7
Op 16 mei 2011 bestelt verdachte onder de naam [alias 1]een cv-ketel van het merk Nefit Topline met bijbehorende thermostaat bij de heer [benadeelde 7.1 ] van [firma benadeelde 7.1 ]. Verdachte vertelt daarbij dat hij eigenaar is van het bedrijf ROV Dataspecialisten. De cv-ketel wordt op 17 mei 2011 bij het woonadres van verdachte in De Lutte afgeleverd. De rekening is ontbetaald gebleven.
Incident 8
Op 12 mei 2011 bestelt verdachte onder de naam [alias 1]bij [benadeelde 8] van [firma benadeelde 8] een cv-ketel van het merk Nefit Topline. Verdachte vertelt dat hij een bedrijf genaamd ROV Dataspecialisten heeft. De ketel is dezelfde dag nog op het woonadres van verdachte in De Lutte afgeleverd. Op 16 mei 2011 bestelt verdachte nogmaals een ketel van hetzelfde merk. Deze ketel wordt op 17 mei 2011 afgeleverd op het woonadres van verdachte. De rekeningen voor de ketels zijn onbetaald gebleven.
Incident 9
Op 28 april 2011 bestelt verdachte een cv-ketel bij de heer [benadeelde 9] van [firma benadeelde 9]. De ketel is afgeleverd op het woonadres van verdachte in De Lutte. De rekening is onbetaald gebleven.
Incident 19
Eind 2009 hoort de heer [benadeelde 10.1] van [firma benadeelde 10] via Installatiebedrijf [firma benadeelde 11 werkzaam] dat verdachte een viertal camera’s geplaatst wil hebben in zijn woning in De Lutte. De camera’s zijn in januari 2010 door [firma benadeelde 10] geplaatst en aan verdachte gefactureerd. De heer [benadeelde 10.1] belt vervolgens met de heer [benadeelde 11] van het bedrijf [firma benadeelde 11 werkzaam] en deze vertelt aan [benadeelde 10.1] dat verdachte hem heeft verteld dat hij op een IT-afdeling bij de politie werkt. De rekening is onbetaald gebleven.
Feit 3
Mevrouw [partner verdachte], echtgenote van verdachte, sluit rond januari/februari 2011 een huurcontract voor een woning aan de [adres huurwoning] in De Lutte. Ten behoeve van het opstellen van dat huurcontract legt mevrouw [partner verdachte] een vals salarisstrookje over aan de verhuurder van de woning. Het loonstrookje vermeldt dat mevrouw [partner verdachte] werkzaam is als styling consulent bij het bedrijf [FIRMANAAM] en dat haar inkomen netto € 2.843,46 per maand bedraagt. De verhuurder heeft het salarisstrookje nodig om te kunnen beoordelen of er voldoende inkomen is om de maandelijkse huurlasten te kunnen opbrengen.
Feit 5
Op 3 februari 2011 brengt verdachte een personenauto naar de heer [benadeelde 3],[firma benadeelde 3], gevestigd in Losser. Van de personenauto moeten de voorbanden worden vernieuwd. Op de auto zijn twee nieuwe voorbanden gemonteerd en de auto is diezelfde dag nog door verdachte opgehaald. De rekening voor de autobanden is onbetaald gebleven.
4.2 De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte gedeeltelijk dient te worden vrijgesproken van feit 1 (ten aanzien van incident 1) nu er geen causaal verband bestaat tussen de oplichtingsmiddelen en de afgifte van de telefoons. Voor het overige refereert de verdediging zich ten aanzien van feit 1 aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van feit 2 primair heeft de verdediging bepleit dat, met uitzondering van incident 3 en incident 14, verdachte dient te worden vrijgesproken, wederom wegens het ontbreken van causaal verband tussen de oplichtingsmiddelen en de afgifte van de goederen. Feit 2 subsidiair kan naar de mening van de verdediging (voor de overige incidenten) wel wettig en overtuigend bewezen worden. Met betrekking tot het onder 5 tenlastegelegde heeft de verdediging om vrijspraak verzocht, nu er geen causaal verband bestaat tussen de oplichtingsmiddelen en het afgeven van de autobanden.
4.3 De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Incident 1 ([benadeelde 1])
De verdediging heeft aangevoerd dat hoewel verdachte de feitelijke gang van zaken bekent, hij gedeeltelijk dient te worden vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde met betrekking tot incident 1 omdat er geen causaal verband bestaat tussen het gebruik van oplichtingsmiddelen en het afgeven van de telefoons. Het is volgens de verdediging waarschijnlijker dat [benadeelde 1] de telefoons in ‘blinde liefde’ heeft afgegeven.
De rechtbank overweegt als volgt. Om te kunnen spreken van ‘bewegen tot’ is voldoende dat zonder de aanwending van het bedrieglijke middel de afgifte van het goed niet zou zijn gevolgd. Verdachte heeft tegenover aangeefster [benadeelde 1] een valse naam gebruikt. Verdachte heeft daarnaast tegen haar gezegd dat hij in verband met zijn bedrijfje nieuwe telefoonabonnementen nodig had, maar dat hij deze zelf niet meer kon afsluiten. Hij heeft gevraagd of aangeefster deze abonnementen wilde afsluiten en zegde toe dat hij dan de kosten zou betalen. De rechtbank is van oordeel dat bewezen is dat door het gebruik van een valse naam, in combinatie met het samenweefsel van verdichtsels, aangeefster is bewogen telefoonabonnementen af te sluiten en de bijbehorende telefoons af te geven aan verdachte. Aangeefster heeft de abonnementen immers afgesloten omdat verdachte tegen haar in strijd met de waarheid heeft gezegd dat hij de abonnementen nodig had in het belang van zijn bedrijf, dat hij de abonnementen niet zelf kon afsluiten en dat hij de kosten van de abonnementen zou vergoeden. Het enkele feit dat hij daarbij een valse naam heeft gebruikt, zal aangeefster niet zozeer tot de afgifte hebben bewogen, maar met de combinatie van het gebruik van een valse naam en de onwaarheden die verdachte vertelde, heeft hij zich jegens aangeefster ten onrechte voorgedaan als een betrouwbaar persoon, hetgeen geleid heeft tot het afsluiten van de abonnementen door aangeefster..De rechtbank verklaart daarom bewezen hetgeen aan verdachte onder 1 is tenlastegelegd.
Incident 2 (Buis)
Net als de officier van justitie acht de rechtbank het onder 1 tenlastegelegde ten aanzien van incident 2 wettig en overtuigend bewezen.
Incident 15 ([benadeelde 2])
Net als de officier van justitie acht de rechtbank het onder 1 tenlastegelegde ten aanzien van incident 15 wettig en overtuigend bewezen.
Incident 3
Anders dan de verdediging en de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat [benadeelde 4] en [firma benadeelde 4] door het enkele feit dat verdachte zich als werknemer van ROV Computers heeft voorgedaan, zijn bewogen tot de afgifte van de goederen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 2 primair tenlastegelegde ten aanzien van incident 3.
Incident 6
Verdachte heeft betwist dat hij een e-mailserver heeft ontvangen van [benadeelde 6]/ [firma benadeelde 6]. Verdachte heeft toegegeven dat hij de overige goederen heeft ontvangen.
De rechtbank overweegt als volgt. Aangever [benadeelde 6] verklaart dat verdachte hem tussen 10 en 14 maart 2011 heeft gebeld met de mededeling dat hij met spoed een mailserver nodig heeft. Hij verklaart verder dat hij deze server op 14 maart 2011 heeft afgeleverd bij de woning van verdachte aan de [adres] in De Lutte. Bij de aangifte is een ingebrekestelling toegevoegd waarin verdachte wordt verzocht de geleverde mailserver binnen twee dagen te betalen. Gelet op de verklaring en deze ingebrekestelling is de rechtbank van oordeel dat verdachte een e-mailserver van [benadeelde 6]/[firma benadeelde 6] heeft ontvangen en deze niet heeft betaald.
Ten aanzien van het causaal verband tussen de oplichtingsmiddelen en het afgeven van de goederen overweegt de rechtbank als volgt. Verdachte vertelt aan aangever dat hij eigenaar is van het bedrijf ROV Data en Telecom en dat hij bezig is met een glasvezelproject in Amsterdam. Aangever controleert deze informatie op internet en constateert dat er op dat moment in Amsterdam inderdaad een glasvezelproject bezig is. De rechtbank is van oordeel dat gelet op het feit dat aangever de informatie op internet heeft gecontroleerd, het aannemelijk is dat hij de goederen niet had afgeleverd indien de controle van de informatie negatief was uitgevallen. Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook bewezen worden verklaard dat verdachte aangever opzettelijk heeft bewogen tot de afgifte van de buitencamera’s, tv- en telefoonaansluiting, een e-mailserver en een datanetwerk door het aannemen van een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw.
Incident 14
Net als de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank het onder 2 primair tenlastgelegde ten aanzien van incident 14 wettig en overtuigend bewezen.
Incidenten 4, 7, 8, 9 en 19
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat hetgeen verdachte primair ten laste is gelegd met betrekking tot de incidenten 4,7, 8, 9 en 19 niet kan worden bewezen.
Bij de incidenten 4,7 en 8 heeft verdachte gebruik gemaakt van een valse naam en een valse hoedanigheid, maar het is niet aannemelijk geworden dat de aangevers de goederen niet hadden afgegeven als verdachte gebruik had gemaakt van zijn echte naam of de valse hoedanigheid niet had vermeld. De rechtbank is met betrekking tot incident 9 van oordeel dat het enkele feit dat verdachte zich tegenover de heer [benadeelde 9] heeft voorgedaan als koper te goeder trouw als oplichtingsmiddel in de zin van artikel 326 Sr niet voldoende is. Ten aanzien van incident 19 overweegt de rechtbank als volgt. Vast staat dat verdachte zich tegenover de heer [benadeelde 11] heeft voorgedaan als medewerker bij de IT-afdeling van de politie. De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de heer [benadeelde 9] door deze valse hoedanigheid is bewogen tot afgifte van de camera’s, temeer nu hij pas ná de afgifte van de camera’s te horen heeft gekregen dat verdachte bij de politie zou werken. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder feit 2 primair tenlastegelegde ten aanzien van incidenten 4, 7, 8, 9 en 19.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van deze incidenten wel het onder 2 subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Verdachte heeft over een langere periode bij diverse personen/bedrijven goederen gekocht, terwijl hij op het moment van de koop telkens wist dat hij de goederen niet zou betalen. De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder betaling zich de beschikking over die goederen te verzekeren.
Feit 3
Verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat niet hij, maar mevrouw [partner verdachte] het loonstrookje heeft vervalst.
De rechtbank overweegt als volgt. Op 27 juli 2011 verklaart verdachte bij de politie dat hij het valse loonstrookje heeft opgemaakt en aan zijn vrouw heeft overhandigd toen zij dat nodig had bij het opmaken van het huurcontract. Op 2 augustus 2011 legt verdachte uit dat hij dit loonstrookje zelf op de computer heeft gemaakt. Gelet op deze twee verklaringen is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het salarisstrookje vals heeft opgemaakt met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken bij het opmaken van het huurcontract.
De rechtbank acht niet bewezen dat er sprake is van medeplegen ten aanzien van het valselijk opmaken van het loonstrookje, zodat zij verdachte daarvan zal vrijspreken.
Ten aanzien van het gebruiken van het valselijk opgemaakte loonstrookje is de rechtbank van oordeel dat wel sprake is van medeplegen. Verdachte heeft op het loonstrookje in strijd met de waarheid vermeld dat mevrouw [partner verdachte] een bedrag van ruim € 2.000,- netto per maand verdient, zodat het lijkt alsof zij genoeg inkomen had om de maandelijkse huurlasten voor de woning aan de [adres huurwoning] in De Lutte te voldoen. Vervolgens heeft hij dit loonstrookje overhandigd aan mevrouw [partner verdachte] zodat zij dit aan de verhuurder over kon leggen.
De rechtbank is van oordeel dat hier sprake is van een zodanige nauwe en bewuste samenwerking gericht op het gebruik van het valse loonstrookje dat gesproken kan worden van het in vereniging plegen van het feit.
Feit 4
Evenals de officier van justitie, acht de rechtbank feit 4 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 5
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet gebleken is dat verdachte door het enkele gebruik van de valse naam [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van de autobanden. Er zijn geen omstandigheden aannemelijk geworden op grond waarvan kan worden aangenomen dat aangever de autobanden niet had afgegeven indien verdachte gebruik had gemaakt van zijn echte naam. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 5 tenlastegelegde.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder 2 primair met betrekking tot incidenten 3, 4, 7, 8, 9 en 19 en wat aan verdachte onder 5 is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2010 tot en met 24 juni 2011 te De Lutte, gemeente Losser en de gemeente Raalte en Zwolle met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse naam en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 1] en haar dochter [naam dochter(s)] en [benadeelde 2] heeft bewogen tot het aangaan van een schuld, namelijk mobiele telefoonabonnementen en tot de afgifte van mobiele telefoons, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
? zich tegenover die [benadeelde 1] en haar dochter voorgedaan als een persoon genaamd [alias 1]en als een betrouwbaar persoon en
? zich tegenover die [benadeelde 2] voorgedaan als een persoon genaamd [alias 2]en als een betrouwbaar persoon, en
? die [benadeelde 1] en haar dochter en die [benadeelde 2] verzocht telefoonabonnementen af te sluiten en de bij het afsluiten van die telefoonabonnementen behorende mobiele telefoons ter beschikking van hem, verdachte en medewerkers van zijn, verdachtes, bedrijf te stellen, en
? tegenover die [benadeelde 1] en haar dochter en die [benadeelde 2] de toezegging gedaan dat hij de kosten van het afsluiten van die telefoonabonnementen terug zou betalen en dat hij de telefoonabonnementen zou overschrijven op zijn naam,
waardoor die [benadeelde 1] en haar dochter en die [benadeelde 2] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte (incident 1, 2 en 15);
2 primair.
hij in de periode van 29 oktober 2010 tot en met 7 april 2011 te De Lutte, gemeente Losser met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, de navolgende personen en bedrijven heeft bewogen tot de afgifte van navolgende goederen, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
? zich tegenover [benadeelde 6] van [firma benadeelde 6] voorgedaan als eigenaar van het bedrijf ROVA data en Telecom en gezegd dat hij bezig was met een project in Amsterdam, en
? tegen dhr. [benadeelde 10] van [firma benadeelde 10] gezegd dat hij bij de politie werkte, en dat een van de goederen voor het bedrijf van verdachtes echtgenote [firmanaam partner] en voor het bedrijf van verdachtes broer [naam danscafé] zou zijn, en
- zich tegenover genoemde personen heeft voorgedaan als koper te goeder trouw,
? [benadeelde 6] en [firma benadeelde 6] werden bewogen tot afgifte van twee buitencamera’s en een tv- en telefoonaansluiting en een e-mailserver en een datanetwerk (incident 6), en
? dhr. [benadeelde 10] en [firma benadeelde 10] werden bewogen tot reparatie van het camerasysteem van verdachte en tot afgifte van infraroodcamera's en TFT schermen (incident 14);
2 subsidiair.
hij in de hierna te vermelden perioden in de hierna te vermelden gemeenten een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte telkens met voormeld oogmerk de navolgende goederen - op tijd en plaats daarbij vermeld - gekocht, te weten:
? in de periode van 20 december 2010 tot en met 12 januari 2011 te De Lutte, gemeente Losser en in de gemeente Noordwijk, bij [benadeelde 4] en [firma benadeelde 4], cartrack systemen met abonnementen en tomtom's (incident 3) en
? in de periode van 3 tot en met 5 mei 2011 te De Lutte, gemeente Losser, bij [benadeelde 5] en bedrijf [firma benadeelde 5] een CV combiketel (merk Nefit topline) (incident 4) en
? in de periode van 16 mei 2011 tot en met 26 mei 2011 te De Lutte, gemeente Losser en in de gemeente Oldenzaal, bij dhr. [benadeelde 7.1 ] en [firma benadeelde 7.1 ] een Cv-ketel (merk Nefit topline) en een kamerthermostaat (incident 7) en
? in de periode van 12 mei 2011 tot en met 17 mei 2011 te De Lutte, gemeente Losser, bij [benadeelde 8] en [firma benadeelde 8] twee Cv-ketels (merk Nefit topline) (incident 8) en
? in de periode van 28 april 2011 tot en met 28 mei 2011 te De Lutte, gemeente Losser en in de gemeente Enschede, bij dhr. [benadeelde 9] en [firma benadeelde 9] een Cv-ketel (incident 9) en
? in de periode van 1 januari 2011 tot en met 1 juli 2011 te De Lutte, gemeente Losser en in de gemeente Enschede, bij dhr. [benadeelde 10.1] en [firma benadeelde 10] vier beveiligingscamera's (incident 19);
3.
hij in de periode van 1 januari 2011 t/m 1 april 2011 te De Lutte, gemeente Losser, een loonstrook/salarisspecificatie - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft verdachte een stuk opgesteld en in strijd met de waarheid gegevens vermeld met betrekking tot een dienstverband ten name van [partner verdachte], zoals onder andere de door die [partner verdachte] uitgeoefende functie en salariëring,
en hebben verdachte en een mededader die loonstrook/salarisspecificatie overgelegd aan de verhuurder van de woning aan de [adres huurwoning] te De Lutte, ten behoeve van een beoordeling door de verhuurder of er voldoende inkomen was om de maandelijkse huurlasten te kunnen opbrengen; (incident 11);
4.
hij in de periode van 7 september 2009 tot en met 1 november 2010 te De Lutte, gemeente Losser in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 17 lid 1 van de Wet Werk en Bijstand, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten een uitkering ingevolge de wet Werk en Bijstand, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, immers heeft verdachte opzettelijk nagelaten te melden dat hij gehuwd was met [partner verdachte] en samenwoonde met zijn echtgenote, genaamd [partner verdachte] (incident 12);
De rechtbank heeft de eventueel in de bewezenverklaring voorkomende schrijffouten verbeterd. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 225, 227b, 326 en 326a Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2
primair: het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd;
subsidiair: het misdrijf: een gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking over die goederen te verzekeren;
feit 3
de misdrijven: valsheid in geschrift
en
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vervalst schrift als bedoeld in art. 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht,als ware het echt en onvervalst;
feit 4
het misdrijf: in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl dat kan strekken tot bevoordeling van zichzelf en terwijl hij weet dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn recht op een verstrekking.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
7. De op te leggen straf of maatregel
7.1. De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor een lagere straf gelet op vonnissen in soortgelijke zaken en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
7.2. De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het oplichten van meerdere personen. Daarnaast heeft verdachte diverse goederen gekocht zonder de bedoeling deze te betalen en heeft hij valsheid in geschrifte gepleegd. Verdachte heeft hierdoor personen, bedrijven en een gemeente benadeeld en hij heeft het voor een normaal handelsverkeer nodige vertrouwen schade toegebracht. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het merendeel van de goederen die hij verkreeg door het oplichten en de flessentrekkerij op marktplaats.nl heeft gezet om te verkopen. Een van de benadeelden , mevrouw [benadeelde 1], heeft een schriftelijke slachtofferverklaring overgelegd waarin zij verklaart dat het feit voor haar niet alleen financiële, maar ook psychologische schade met zich heeft gebracht. Zij verklaart dat ze zich misbruikt en vernederd voelt en dat zij niet alleen financieel, maar ook mentaal aan de grond zit.
Voor de bewezenverklaarde feiten zijn door het Landelijk Overleg Voorzitters van de Strafsectoren (LOVS) geen oriëntatiepunten straftoemeting vastgesteld. De rechtbank heeft rekening gehouden met de straffen die door rechtbanken en gerechtshoven voor soortgelijke feiten zijn opgelegd. Ten nadele van verdachte houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte blijkens het uittreksel justitiële documentatie van 26 oktober 2011 eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Ten voordele van de verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte ter terechtzitting spijt heeft betuigd voor zijn daden en heeft verklaard gemotiveerd te zijn om zijn leven te beteren. Mede daarom zal de rechtbank een gedeelte van de straf voorwaardelijk opleggen.
Uit het reclasseringsrapport van 29 augustus 2011 komt naar voren dat bij verdachte sprake is van persoonlijkheidsproblematiek. In verband daarmee wordt geadviseerd om naast verplicht reclasseringscontact een behandelverplichting op te leggen in een forensische polikliniek. Overeenkomstig dat advies zal de rechtbank bij het voorwaardelijke gedeelte als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringscontact en een behandelverplichting opleggen.
Alles afwegende komt de rechtbank tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorarrest, met als bijzondere voorwaarden verplicht reclasseringscontact en een behandelverplichting.
7.3. Het inbeslaggenomen voorwerp
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het inbeslaggenomen tv-scherm moet worden teruggegeven aan de rechthebbende.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de bewaring gelasten ten behoeve van de rechthebbende, nu thans niet kan worden vastgesteld wie de rechthebbende is .
8. De schade van benadeelden
8.1 De vorderingen van de benadeelde partijen
8.1.1. De vordering van benadeelde partij [benadeelde 1]
[benadeelde 1], wonende te [woonplaats] aan de [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 8.281,47 [achtduizendtweehonderdéénentachtig euro en zevenenveertig eurocent], vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- aanbetaling laptop ad € 800,00;
- monitor Neckerman ad € 369,00;
- autoreparatie VW Polo RV BT 24 ad € 496,23;
- Intrum Justitia incasso ad € 61,78;
- Lindorf incasso t.a.v. Tommy Hilfiger ad € 329,00;
- Intrum Justitia incasso Tele2 ad € 380,39;
- Intrum Justitia incasso T-mobile ad € 1.169,20;
- Intrum Justitia incasso Vodafone Libertel ad € 643,21;
- Vesting Finance Incasso KPN € 926,83;
- Vestiging Finance Incasso Telfort ad € 1.207,81;
- Vesting Finance Incasso KPN ad € 1.748,02;
- immateriële schade ad € 150,00.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 6.656,24. Voor het overige dient de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren ten aanzien van de kosten voor aanbetaling laptop, monitor, autoreparaties, de niet gespecificeerde declaratie van Intrum Justitia en de Lindorf incasso t.a.v. Tommy Hilfiger.
Het oordeel van de rechtbank
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat [benadeelde 1] ten aanzien van de schadeposten aanbetaling laptop, de monitor Neckermann, de autoreparatie, de incasso van Intrum Justitia (gedachtestreepje 4) en de Lindorf incasso t.a.v. Tommy Hilfiger niet-ontvankelijk is in haar vordering. Deze schade is immers niet het rechtstreekse gevolg van het bewezenverklaarde feit. De benadeelde partij kan haar vordering voor deze schadeposten slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij voor het overige in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 6.225,46, inclusief de van rechtswege verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de benadeelde aangifte heeft gedaan van de feiten,
Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
8.1.2. De vordering van benadeelde partij [benadeelde 2]
[benadeelde 2], wonende te [woonplaats] aan [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting,op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 881,12 (achthonderdéénentachtig euro en twaalf eurocent). Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- nota 17-06-2011 ad € 66,13;
- nota 15-07-2011 ad € 44,99;
- afschrift bank 19-08-2011 ad € 35,00;
- afschrift bank 16-09-2011 ad € 35,00;
- afschrift bank 20-10-2011 ad € 35,00;
- nog komende kosten over 19 maanden ad € 665,00.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank gevraagd de vordering naar redelijkheid te matigen. De verdediging wijst er daarbij op dat uit bijlage twee van de vordering blijkt dat de benadeelde partij een nieuwe sim-kaart heeft aangevraagd wat kan betekenen dat de benadeelde partij profijt heeft van het telefoonabonnement.
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde. Ten aanzien van de nieuw aangevraagde sim-kaart overweegt de rechtbank als volgt. Uit de toelichting van Slachtofferhulp Nederland op de vordering van de benadeelde partij blijkt dat zij niets aan de nieuwe sim-kaart heeft omdat zij al een eigen abonnement bezit dat zij niet kan laten afsluiten. De rechtbank stelt derhalve vast dat de benadeelde partij haar schade op die wijze niet heeft kunnen beperken. De opgevoerde schadeposten zijn voor het overige niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 881,12. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
8.1.3. De vordering van benadeelde partijen [firma benadeelde 5]
[firma benadeelde 5] , gevestigd te [vestigingsplaats], aan [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.845,00 (inclusief BTW) [achtienhonderd vijfenveertig euro]. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- factuur 100704 d.d. 5-5-2011 ad € 1.845,00
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de vordering op het standpunt gesteld dat het gedeelte voor wat betreft de BTW niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond, ook voor wat betreft de gevorderde BTW.
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde. De opgevoerde schadeposten zijn voor het overige niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.845,00. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
8.1.4. De vordering van benadeelde partij [firma benadeelde 7.1 ]
[benadeelde 7.1 ] , [adres] in [plaats], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 1.690,00 [zestienhonderd negentig euro]. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- factuur 110498 ad € 1.690,00.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de vordering op het standpunt gesteld dat het gedeelte voor wat betreft de BTW niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond, ook voor wat betreft de gevorderde BTW. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde. De opgevoerde schadeposten zijn voor het overige niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.690,00. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
8.1.5. De vordering van benadeelde partij [firma benadeelde 6]
[firma benadeelde 6], [adres] [plaats], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting,op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 3.653,41 [zesendertighonderd drieënvijftig euro en éénenveertig eurocent]. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- Dome caerma’s (inkoop) ad € 676,52
- PC (inkoop) ad € 401,98
- PC (inkoop) ad € 401,85
- Diverse materialen en uren (verkoopwaarde) ad € 1.975,86
- Deurwaarder ad € 197,10
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 3.653,41. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
8.1.6. De vordering van benadeelde partij [benadeelde 10]
[benadeelde 10], wonende te [woonplaats] aan de [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 6.722,73 [zevenenzestighonderd tweeëntwintig euro en drieënzeventig eurocent]. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- factuur geleverde producten (1) ad € 1.682,66;
- factuur geleverde producten (2) ad € 2.515,66;
- factuur geleverde producten (3) ad € 1.725,50;
- factuur geleverde producten (4) ad € 138,04;
- Stegeman deurwaarder ad € 129,17;
- Geerdink advocaten (1) ad € 107,10;
- Geerdink advocaten (2) ad € 258,00;
- Geerdink advocaten (3) ad € 166,60.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Het oordeel van de rechtbank
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu zij gelet op het vonnis van de burgerlijke rechter d.d. 30 maart 2011 reeds een executoriale titel heeft en dus onvoldoende belang heeft bij haar vordering.
8.1.7. De vordering van benadeelde partij [firma benadeelde 9]
[firma benadeelde 9], gevestigd te [plaats], [postbus], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 2.000,00 [tweeduizend euro]. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- Nefit cv-ketel;
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond, ook voor wat betreft de gevorderde BTW. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde. De opgevoerde schadeposten zijn voor het overige niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 2.000,00. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
8.1.8. De vordering van benadeelde partij [firma benadeelde 8]
[firma benadeelde 8], [adres] [plaats], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 3.400,00 [vierendertighonderd euro]. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- rekening 2011-V000386 ad €1.700,00;
- rekening 2011-V000393 ad €1.700,00
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de vordering op het standpunt gesteld dat het gedeelte voor wat betreft de BTW niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond, ook voor wat betreft de gevorderde BTW. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde. De opgevoerde schadeposten zijn voor het overige niet betwist, voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 3.400,00. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
8.1.9 De vordering van [firma benadeelde 3]
[firma benadeelde 3], [adres] [woonplaats], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 243,48 [tweehonderd drieënveertig euro en achtenveertig eurocent]. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- factuur 04-02-11 ad € 211,11
- factuur 16-02-11 ad € 32,37
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot een bedrag van € 211,11 dient te worden toegewezen. Voor het overige verzoekt de officier van justitie de vordering niet-ontvankelijk te verklaren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat, indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt ten aanzien van feit 5, slechts de kosten voor de afgifte van de banden toewijsbaar zijn (€ 130,00). De vordering dient naar de mening van de verdediging voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in haar vordering, nu verdachte van het feit wordt vrijgesproken. De benadeelde partij kan haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.1.10. De vordering benadeelde partij gemeente Losser
Gemeente Losser, gevestigd te Losser aan het Raadhuisplein 1, heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 6.226,26 [tweeënzestighonderd zesentwintig euro en zesentwintig eurocent]. Deze schade bestaat uit de volgende posten:
- ten onrechte betaalde WWB-uitkering
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gevraagd de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren nu de gemeente Losser via het bestuursrecht de ten onrechte ontvangen bijstand terugvordert. Subsidiair heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden gematigd tot een bedrag van € 2.808,49 nu de in bijlage twee genoemde bedragen onvoldoende onderbouwd zijn.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering nu niet is gebleken dat [naam] door de gemeente is gemachtigd tot het indienen van de vordering. De benadeelde partij kan haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
8.2 De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal bij alle hierboven toegewezen vorderingen benadeelde partij de maatregel als bedoeld in art. 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens de benadeelden naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
9. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 47, 57 Sr.
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 primair ten aanzien van incidenten 3, 4, 7, 8, 9 en 19 en het onder 5 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 primair ten aanzien van incidenten 6 en 14, feit 2 subsidiair ten aanzien van incidenten 2, 4, 7, 8, 9, en 19, feit 3 en feit 4 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit1: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2 primair: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2 subisidiar: een gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking over die goederen te verzekeren;
feit 3: valsheid in geschrift en
medeplegen van het door twee of meer verenigde personen opzettelijk gebruik maken van een vervalst schrift als bedoeld in art. 225, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;
feit 4: in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl dat kan strekken tot bevoordeling van zichzelf, en terwijl hij weet dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn recht op een verstrekking;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- omdat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of omdat de veroordeelde geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland, ook indien dat inhoudt deelname aan een (ambulante) behandeling bij de forensische polikliniek “De Tender” te Deventer voor zover en voor zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 10] in het geheel niet-ontvankelijk is in
haar vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij [firma benadeelde 3] in het geheel niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij gemeente Losser in het geheel niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van een bedrag van € 6.225,46 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 maart 2011;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk is in haar vordering,en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 6.225,46 ten behoeve van de benadeelde, met bevel voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 66 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van een bedrag van € 881,12;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 881,12 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 17 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen,en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [firma benadeelde 5] van een bedrag van € 1.845,00;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.845,00 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 28 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [firma benadeelde 7.1 ] van een bedrag van € 1.690,00;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.690,00 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 26 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [firma benadeelde 6] van een bedrag van € 3.653,41;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan d de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.653,41 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 46 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [firma benadeelde 9] van een bedrag van € 2.000,00;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.000,00 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 30 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [firma benadeelde 8] van een bedrag van € 3.400,00;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.400,00 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 44 dagen zal worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Beslag
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van het in beslag genomen beeldscherm.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Stoové, voorzitter, mr. S. Taalman en mr. P.L. Alers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C. van de Lustgraaf, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 27 december 2011.
Mr. Taalman en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.